In weerwil van de aanhoudende stadsvlucht van vooral jonge gezinnen is de bevolkingsgroei in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG) bijna drie keer hoger dan in Vlaanderen en Wallonië. Volgens het federale planbureau zal de Brusselse bevolking tussen 2000 en 2060 met 38 procent toenemen.

Meer dan de helft van de Brusselaars is van buitenlandse afkomst.

Tussen 2006 en 2021 is er behoefte aan 50.000 nieuwe wooneenheden.

Als de huidige demografische trends aanhouden, zal het aantal kleuters in 2020 met 45 procent zijn toegenomen.

De 30 procent armste gezinnen hebben slechts toegang tot 4 procent van de private woonmarkt. Er is dan ook een schrijnend tekort aan sociale woningen.

Brussel telt maar 10 procent sociale woningen, tegenover Parijs 14 procent, Londen 25 procent en Amsterdam 55 procent.

Ruim één derde van de totale Brusselse oppervlakte bestaat uit bouwland, tuinen, parken, bossen en recreatieterreinen. Dat maakt Brussel tot een van de meest ‘groene’ hoofdsteden van Europa, maar 42 procent van die groene ruimte is in privébezit.

De Brusselse jeugdwerkloosheid bedraagt ruim 35 procent.

Een op de vijf Brusselse jongeren verlaat de school met hoogstens een diploma van het lager secundair onderwijs.

De armoede blijft stijgen in het BHG. Nu al leeft 32 procent van de Brusselse kinderen in een huishouden zonder inkomen uit arbeid.

Bijna 55 procent van de arbeidsplaatsen in het BHG wordt ingenomen door niet-Brusselaars.

In de top 5 van de Belgische gemeenten met het laagste fiscale inkomen per inwoner staan vier Brusselse gemeenten: Sint-Joost-ten-Node, Molenbeek, Sint-Gillis en Schaarbeek.

In het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap maken Franstalige en anderstalige leerlingen 80 procent van het publiek uit.

In de Nederlandstalige kleuterscholen is zelfs nog maar 12 procent van de kinderen homogeen Nederlandstalig.

In de Brusselse binnenstad worden meer dan 80 procent van de woningen gehuurd.

In 2007 stonden er 25.000 Brusselse huishoudens op een wachtlijst voor een sociale woning.

Tussen 1998 en 2004 steeg de huurprijs van appartementen met een of twee kamers met 30 procent, terwijl de huurprijzen voor grotere woningen met ongeveer 50 procent stegen.

Het gemiddelde inkomen van de Brusselaars ligt lager dan het nationale gemiddelde, maar er zijn grote verschillen: de gemeente Sint-Pieters-Woluwe is een van de rijkste gemeenten van het land, Sint-Joost-ten-Node de armste.

Circa 30 procent van de Brusselaars leeft onder de armoedegrens (tegenover 11 procent in Vlaanderen en 18 procent in Wallonië).

Een op de twintig Brusselaars is afhankelijk van OCMW-steun en een kwart van alle Belgische OCMW-klanten woont in Brussel.

Bijna de helft van de Brusselse bevolking woont in zogenaamde kansarme buurten, al wonen daar ook welgestelde gezinnen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content