Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

ma 13 08

Toen Joëlle Milquet in volle formatiebesprekingen een paar keer op en neer naar haar gezin in Grasse was gevlogen, achtte De Standaard het moment gekomen om de echtgenotes van de onderhandelaars eens aan de tand te voelen over hun verknoeide vakanties. ‘De weduwen van Hertoginnedal’, luidde de mooie kop, die eigenlijk een literaire thriller als vervolg verdiende.

Julie Andrews, getrouwd met Bart De Wever, zag zich beroofd van veertien dagen Beieren in het lieflijke Berchtesgaden. In Gasthaus Am Berghof. De De Wevers hadden kamers geboekt in een annex een beetje hogerop, waar men een fraai uitzicht heeft en waar frau Braun ’s morgens een voortreffelijk Frühstück serveert.

Dat kon dus niet doorgaan. Nu zouden u en ik géén vakantie zonder Bart De Wever bij verre verkiezen boven wél vakantie mét Bart De Wever, maar dat ze veroordeeld waren om thuis te blijven, was niet erg naar de zin van de kinderen: Liesl, Friedrich, Louisa, Kurt, Brigitta, Marta en Gretl. Bart heeft hen voor volgend jaar dan maar iets speciaals beloofd: een ondergronds hotel in de Wilhelmstrasse in Berlijn.

Geertrui Windels, mevrouw HermanVan Rompuy, kan het om begrijpelijke redenen niet zo veel schelen:

Zonder haiku’s is

Het in De Haan heel wat aan

Genamer toeven.

Nu Mireille Schreurs, echtgenote Karel De Gucht, twee weken alleen in Toscane: ‘Ik was misschien liever met Karel hier geweest, maar ik zal hem wel eens bellen. Het is niet mijn gewoonte de moeilijke uit te hangen.’

Dit laatste zal door velen worden tegengesproken, in de eerste plaats door de Karel van wie sprake. We bevinden ons nog steeds in dezelfde krant: de zomer van de liefde! Hoe onnozel kunnen volwassen mensen worden, eens het statuut van journalist hen officieel is toebedeeld? Op een bepaald moment moet er dus echt een redactievergadering zijn geweest op de Gossetlaan, mogelijk in aanwezigheid van Marc Reynebeau en Mia Doornaert, waarop iemand in ernst heeft voorgesteld om tijdens de zomer een serie te maken over liefde en passie in het leven van een keur uitgelezen BV’s. En dat is dan blijkbaar nog goedgekeurd ook.

De hele zomer lang hebben dus prominenten van divers pluimage ons elke dag uit de doeken gedaan voor wie ze in vuur en vlam hebben gestaan, met wie ze het de eerste keer hebben gedaan, met wie de tweede keer, en in een zeldzaam promiscue geval met wie de derde keer. Sommigen schreeuwden zelfs hun liefde uit voor hun vorige partner! Zoals Kris Smet, die nu met Walter Zinzen samenwoont. Tenminste, indien Walter na dat stuk de eer niet aan zichzelf heeft gehouden.

Kon uiteraard niet ontbreken in deze reeks: De Gucht. Het Kamerlid toch. De senator pronkt voorlopig nog in Humo met zijn lief, de dochter van Guy Vanhengel. Die nogal veel noten op haar zang heeft, zo ze in Berlare ooit vaste voet in huis wil krijgen. Karel: ‘Ze had zo’n Wimbledontrui aan, een witte gebreide pullover met kabels. Toen ik haar zag, wist ik het meteen: die moet ik hebben. Enfin, ik heb haar nu. Koken doet ze niet, in het huishouden steekt ze geen vinger uit, en elke avond is ze weg. Ik ben ooit samen met haar een advocatenkantoor begonnen, dat hebben we na een week opgegeven. Mireille is nogal dominant.’

De rest van het artikel heeft hij het over zijn passie voor Congo. Zou het de gewoonte van doctor Rice zijn om de moeilijke uit te hangen?

di 14 08

Zeg niet dat er in Knack niet gelachen kan worden. Vorige week, Hilde Vautmans: ‘Als ik me kandidaat-fractieleider stel, denk ik inderdaad dat Verhofstadt mij zou steunen. Ik heb jaren op zijn kabinet gewerkt. Guy kent mij, en weet goed wat ik kan en wat niet.’

Dat denken wij ook ja, dat Guy dat goed weet.

do 16 08

Op de VRT-nieuwsredactie moeten ze tegenwoordig nogal wat incasseren. Dat ze er stinken, is wereldkundig gemaakt door hun eigen collega Kathleen Cools. Die vond Humo wel een geschikt kanaal om haar ongenoegen over het gebrek aan hygiëne bij haar collega’s eens aan de grote klok te hangen. Sinds wij hiervan melding hebben gemaakt in deze nederige rubriek, hebben wij verschillende anonieme mails en zelfs een geparfumeerde brief (Wim De Vilder?) ontvangen van VRT-redacteurs die ons allemaal lieten weten dat Kathleen Cools zelf stinkt. En niet alleen van pretentie. Leuk sfeertje daar, op de gemeenschappelijke nieuwsvloer.

Maar er is meer dan enkel hun gebrekkige lichaamsverzorging: het zijn op de VRT-nieuwsredactie ook allemaal luieriken. Die beschuldiging werd gelanceerd in De Morgen, en kreeg nadien ruime weerklank in lezers- en andere opinierubrieken. Het VRT-Journaal is volgens vele misnoegden gezakt naar een niveau waar je beschut bent tegen een atoomaanval, en het gros der klagers is vooral verontwaardigd over TerZake, dat nu al meer dan twee maanden elke avond wordt gevuld door de BBC. Terwijl de regeringsformatie toch stof genoeg biedt voor achtergrond en discussie. Maar nee, wie informatie wenst over wat zich echt in Hertoginnedal afspeelt, kan beter zelf Bart De Wever opbellen. En wie over het buitenland iets meer wil vernemen dan overvloedige regen en bosbranden, is aangewezen op Knack. Waar we deze zomer bijvoorbeeld extra duiding verstrekken bij de Eerste Wereldoorlog. Niets hierover op de openbare omroep.

Sinds half juni werkt daar op de VRT niemand meer, afgezien van de mannen van de Sport. De Vlaamse mediaminister zou er goed aan doen de VRT dit jaar slechts tien twaalfde van de voorziene subsidies uit te keren, want in juli en augustus hebben ze daar geen steek uitgevoerd. Herhalingen, herhalingen, en nog eens herhalingen. En daarvoor zijn ze al betaald.

Maar ‘elk nadeel hep zijn voordeel’, dus zijn er ook goede kanten aan de gemakzucht op de Reyerslaan. Mensen van wie je dacht dat ze niet meer leefden, zoals Dimi Tersago die wij toch met onze eigen ogen hebben zien doodschieten, zijn plotseling weer springlevend. Bieke en Marcske gaan binnenkort trouwen. En Andrea Croonenberghs moet nog beginnen aan haar affaire met die heimelijke advocaat met zijn schijnheilig gezicht, een relatie die wij niet te veel kans op slagen geven.

De herhalingen hebben ons ook de ongeëvenaarde trip van Fons Verplaetse in het Congolese oerwoud doen herbeleven. Als ze in Engeland Kuifje in Afrika al een verwerpelijk voorbeeld van racisme vonden, dan hebben ze daar zeker ‘Fons in Afrika’ niet gezien. Wij hebben die tocht hier al eens beschreven, maar als zij herhalen, dan wij ook.

Fons kreeg, nadat hij door Verhofstadt uit de Nationale Bank was verjaagd, twee opdrachten. De eerste was om zijn rijke ervaring ten dienste te stellen van de Centrale Bank van Congo. Van Belgisch Congo, zoals hij zelf zegt. Hij moet de Congolezen dus leren hoe je een openbare schuld opbouwt die in geen vier generaties meer weg te werken valt, zoals hij dat in België zo keurig heeft gedaan. En hij moet hen leren hoe je in het geniep de munt kunt devalueren, nadat je eerst het staatshoofd en de christelijke vakbond de kans hebt geboden hun eigen fortuin in veiligheid te brengen.

We zien Fons in een luxueus kantoor van de bank in Kinshasa. Hij verheugt zich over het feit dat de airco in zijn bureau zowat het enige in heel Congo moet zijn dat werkt. Voor hem op tafel liggen honderden bladzijden vol tabellen en cijfers. Fons laat een dikke wijsvinger over de kolommen zweven en zucht: ‘De koffie, gaat slecht. De caoutchouc, gaat slecht. De maniok, oeioeioei. Dat is hier een ramp.’

Daarna stapt hij het bureau van de Congolese gouverneur binnen, en prijst die voor zijn visionair beleid. Het is een beleid op lange termijn, verduidelijkt de Congolees tevreden, en hij nodigt zijn Belgische confrater uit voor een weekendje in zijn buitenverblijf, ‘Le Petit Paradis’ geheten. We zullen Fons daar met de gastvrouw zien pogoën op de opzwepende tonen van een Afrikaanse drumband, waarvan de leden allemaal vijfhonderd frank in hun zakken gestopt krijgen van die dikke rijke blanke.

Belangrijker is de andere opdracht voor Verplaetse: de derde wereld redden. Daartoe gaat hij in België bij grote bedrijven om geld bedelen. Dat leidt tot een nogal pijnlijke scène als hij nul op het rekest krijgt bij de top drie van Janssen Pharmaceutica. Met zijn vieren zitten ze in een salonnetje van het bedrijf in een ijzige stilte een copieus middagmaal weg te werken, zodat Fons wellicht meer heeft opgegeten dan opgehaald.

Wie meer moet hebben bijgedragen, is Karel Boone van Lotus, ‘ la meilleure biscuiterie au monde‘ volgens Fons, want samen met zijn echtgenote vergezelt hij de gouverneur op een hilarische tocht door de brousse. Met aan het stuur van een aftandse pick-up een pater-scheutist die vroeger kennelijk nog heeft deelgenomen aan de East African Safari. Boone en zijn echtgenote staan achterin de auto doodsangsten uit, voorin zit Fons te kraaien van pret. ‘Da’s ne kastaar, de pater’, grijnst hij nadien naar de camera, terwijl het echtpaar Boone groen van misère de hemel dankt dat ze nog leven.

Het Belgische gezelschap wordt hartelijk ontvangen in de dorpsgemeenschap van Kutu, en de enige kip van het district wordt als geschenk aan mevrouw Boone overhandigd. Voor Fons zijn er vier eieren, vermoedelijk door dezelfde kip gelegd, maar hij heeft zijn Zultse oog laten vallen op een gigantische ananas, bestemd om drie dorpen een paar dagen in leven te houden. ‘Die pak ik mee’, laat hij de camera met een vette knipoog weten. De plaatselijke bevolking krijgt een kartonnen doos met de befaamde Lotus-speculaasjes, die u kent van op restaurant ongeopend naast uw koffie te laten liggen.

De voorzitter van de coöperatie vraagt de Belgische weldoeners in een ontroerende toespraak om hulp: ze hebben wat kippengaas nodig, een bijl, een schop, en als het zou kunnen een zaag. En vervoer om hun waren (één kip en één ananas) naar de markt in Kinshasa te brengen. ‘Ik zal alvast dienen ananas daar mee naar Léopoldville nemen’, stelt Fons hen gerust, en houdt nu op zijn beurt een toespraak: ‘ Membres de la coopération de… hoe heet dat gat hier ook weer… Kituku et… environs.

Laten we het samenvatten: hij zal bij zijn terugkeer in België onderzoeken op welke wijze eventueel voor een deel van hun verzuchtingen een oplossing zou kunnen worden gezocht. ‘Maar niet om lui onder een boom te gaan liggen’, waarschuwt hij meteen. ‘Er moet gewerkt worden, zoals in België. Niet alleen danse et musique.’

Daarmee zit het bezoek erop, Fons gooit de kip achter in de wagen, de ananas heeft hij onder zijn arm geklemd. ‘Die los ik niet meer’, grijnst hij ons toe. Daarna vertrekt het gezelschap weer door de smalle paadjes van de rimboe. Om vijf minuten verder in panne te vallen. Geen water meer in de radiator. Het echtpaar Boone is de wanhoop nabij, Fons laat er zijn humeur niet door aantasten. En terecht, plots staat er een emmer water voor de auto. Waar die vandaan komt is onbegrijpelijk.

‘Een mirakel’, besluit Fons. Waarschijnlijk gaat het om de volledige watervoorraad voor een gebied zo groot als Oost-Vlaanderen, maar de steeds nerveuzer wordende pater-scheutist wenst zich daarover niet te beraden. Hij duwt een plastieken fles in de emmer, zodat de helft van het water er al meteen uitgutst en verdampt op de kokende grond. De fles is te groot en de emmer te klein, dus vormt een van de zwarten met zijn handen een kleine trechter boven de radiator, en kiept de pater de resterende halve emmer eroverheen. Waarna de kokende stoom uiteraard uit de radiator spuit, en de zwarte zijn beide handen tot in de vierde graad verbrandt.

‘Een noveen voor u, pater’, besluit Fons, die al evengoed thuis is in de liturgische als in de bancaire terminologie. Hij propt het echtpaar Boone weer in de truck, geeft de zwarte met de verbrande handen een van zijn vier eieren, zodat hij zou ophouden met jammeren, klimt ook zelf weer naar binnen, en maant de pater aan om er deze keer wat haast achter te zetten. Terwijl de auto in een wolk van stof en stenen wegstuift, heeft Fons de kip bij haar poten vastgegrepen en zwaait ermee uit het raampje, zoals je opgewonden voetbalsupporters wel eens ziet doen met de vlag van hun favoriete club.

Aan boord overlegt hij met de pater hoeveel de aanschaf kost van een bestelwagen, waarmee de landbouwcoöperatie uit de zorgen zou zijn. Er blijkt een markt in afgedankte legertrucks te bestaan, maar de kans dat die ook nog rijden, is klein. Fons zucht, en klemt zijn ananas wat steviger onder zijn arm. De derde wereld redden is minder makkelijk dan sommigen denken.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content