De opvang van psychiatrische patiënten door pleeggezinnen in Geel en omstreken krijgt steeds meer navolging in het buitenland. Maar zonder een verhoging van de overheidssteun dreigt de eeuwenoude traditie van de gezinsverpleging te verdwijnen.

Fons (57) verbleef tot voor een half jaar in een project voor Beschut Wonen in Gent. Vandaag woont hij in Geel in een pleeggezin. Hij voelt zich duidelijk thuis in de Kempen. Fons verzorgt de dieren op de boerderij van zijn pleeggezin. ‘Het zijn goede mensen,’ glundert hij, ‘ik heb een eigen kamer en een eigen tv.’ Drie dagen per week komt hij naar het wijkcentrum in Larum, een deelgemeente van Geel, om creatief bezig te zijn en andere mensen te ontmoeten. De psychiatrische gezinsverpleging in Geel, die wordt gecoördineerd door het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel), beschikt over drie dergelijke wijkcentra waar patiënten die in pleeggezinnen verblijven overdag terechtkunnen voor allerlei activiteiten en therapie.

Yves Donckers coördineert het wijkcentrum in Larum. ‘We vangen hier dagelijks 47 patiënten op, de meesten zijn65-plussers. Ze komen met de bus, per fiets of te voet. Ze lijden aan diverse soorten psychiatrische aandoeningen: mentale achterstand, autisme, schizofrenie of het syndroom van Korsakov (een gevolg van langdurig alcoholgebruik, nvdr). De toestand van de patiënten moet wel min of meer stabiel zijn.’

NIEUWE GENERATIES

Niet alleen de patiënten, maar ook de pleegouders worden ouder. Yves Donckers: ‘De jongere pleeggezinnen zijn vaak gezinnen die een psychiatrische patiënt overnemen van een familielid, dat niet meer zelf kan zorgen voor de man of vrouw.’ Zo ging het ook bij de familie Mannaerts. ‘Wij hebben onze gast overgenomen van een tante van mijn man, die de opvang zelf niet meer aankon’, zegt de pleegmoeder. ‘Hier is altijd wel iemand in huis, want we kunnen hem niet alleen laten. Als ik er zelf niet ben, springt mijn dochter of mijn schoondochter in.’ Of dat niet belastend is? ‘Onze gast is haast een lid van de familie geworden. Je hebt samen plezier en je hebt zorgen, net zoals je kinderen zou hebben.’

In Geel worden vandaag nog ongeveer 360 psychiatrische patiënten opgevangen in pleeggezinnen. Dat was ooit anders. In de piekperiode van de gezinsverpleging, net na de Tweede Wereldoorlog, verbleven bijna vierduizend mensen in Geelse pleeggezinnen. Onder hen waren heel wat jonge mensen die verstandelijk gehandicapt waren en die door de oorlog hun sociale vangnet hadden verloren. Pas later kwamen er meer psychiatrische patiënten bij: schizofrenen vormen de grootste groep.

De Geelse traditie ontstond in het midden van de twaalfde eeuw. Grote aantallen bedevaarders kwamen naar de Kempense gemeente om er krachten op te doen bij de heilige Dymphna, die daar volgens de legende door haar vader in een vlaag van waanzin was onthoofd. De heilige werd aangeroepen om genezing van krankzinnigheid af te smeken. Er werden geestesziekten naar Geel gebracht om er negen dagen lang boete te doen. Velen bleven in de stad achter. Ze werden ondergebracht in pleeggezinnen. Het unieke systeem van de psychiatrische gezinsverpleging in Geel groeide uit tot een waardevol alternatief voor de langdurige opname van geesteszieken in een psychiatrische instelling.

De psychiatrische gezinsverpleging is slechts één onderdeel van de vele bezigheden van het OPZ Geel, maar ze is wel de meest in het oog springende. ‘Momenteel kunnen we een beroep doen op ongeveer driehonderd gastgezinnen’, zegt Tom Geuens, psychiater en hoofdgeneesheer van het OPZ Geel. ‘Sommige nemen meer dan één psychiatrische patiënt in huis. Drie is het maximum.’

Dat de gezinsverpleging vandaag nog mogelijk is, is onder meer te danken aan enkele maatregelen die het systeem hebben aangepast aan de huidige behoeften van de patiënten en de gastgezinnen. In het OPZ Geel zijn bijvoorbeeld dertig bedden beschikbaar voor noodsituaties. In de drie wijkcentra worden overdag activiteiten voor de patiënten georganiseerd. Het aanbod is erg gevarieerd: werken in de tuin of in het fietsatelier, lichaamsverzorging, gesprekstherapie of bewegen. Creatieve patiënten kunnen hun talent ontplooien in het kunsthuis, onder begeleiding van plaatselijke kunstenaars. Het ouderlijke huis van Jan Hoet ligt binnen de campus.

NIET VOOR HET GELD

De gezinsverpleging richt zich tot mensen met een chronisch, gestabiliseerd psychiatrisch ziektebeeld. De kandidaten moeten sterk gemotiveerd zijn en hun ziekte moet toelaten dat ze in zekere mate zelfstandig kunnen wonen. Wie aan die voorwaarden voldoet, wordt gedurende vier tot acht weken in observatie opgenomen in een woongemeenschap in het OPZ Geel. Daar wordt nagegaan of de patiënt over de vereiste sociale vaardigheden en zelfredzaamheid beschikt om in een pleeggezin te kunnen functioneren. Als hij geschikt wordt bevonden, worden zijn wensen in kaart gebracht. Wil hij liever wonen in het centrum van de stad of in een rustige omgeving daarbuiten? Wat wil hij overdag kunnen doen? Ook de kandidaat-pleeggezinnen moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden. Zo moeten ze voor de patiënt een aparte leefruimte inrichten. Ze moeten ook een duidelijk engagement aangaan.

‘In Geel hebben we tot op vandaag altijd voldoende kandidaat-pleeggezinnen gevonden’, aldus Tom Geuens. ‘De gezinsverpleging is hier een traditie. Iedereen kent het systeem.’ Waarom ze het nog doen? ‘Alvast niet voor het geld’, verzekert Geuens. ‘De pleeggezinnen krijgen wel een vergoeding, maar die is ontoereikend. Het bedrag werd niet meer aangepast sinds 1991, het werd niet eens geindexeerd. Het OPZ krijgt 43,39 euro per dag per patiënt. Ongeveer de helft daarvan, 18,2 euro per dag, gaat naar het pleeggezin. Met wat overblijft dekken we alle overige kosten, zoals de dagopvang en de medicatie.’

BUITENLANDSE BELANGSTELLING

De huidige vergoeding voor de psychiatrische gezinsverpleging bedraagt een zesde van de ligdagprijs in een ziekenhuis en minder dan de helft van de dagprijs van een verblijf in een psychiatrische inrichting. Hoofdgeneesheer Geuens geeft toe dat het systeem in Geel niet houdbaar is als de overheid de financiering niet optrekt. ‘Op dit moment moet ons ziekenhuis zwaar bijpassen, maar we geloven rotsvast in de waarde van de psychiatrische gezinsverpleging.’

In principe valt de financiering onder de bevoegdheid van federaal minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS), maar het OPZ Geel is daarnaast ook een Vlaamse instelling. De inrichting, die een beroep doet op middelen van het federale en het gemeenschapsniveau, heeft het gevoel dat ze van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Geuens: ‘De overheid erkent wel dat de gezinsverpleging waardevol is, niet alleen voor de levenskwaliteit van de psychiatrische patiënten, maar ook uit economisch oogpunt. Maar voor 43,39 euro per dag kun je geen enkel alternatief bieden.’

Zonder de verhoging van de overheidssteun dreigt de gezinsverpleging op termijn te verdwijnen. Tom Geuens denkt niet dat het zover zal komen en verwacht dat het budget zal worden aangepast. ‘De laatste jaren is de belangstelling uit het buitenland voor onze gezinsverpleging opvallend toegenomen. We ontvangen in Geel delegaties uit zowel Europese als niet-Europese landen. Over de hele wereld worden vormen van psychiatrische gezinsverpleging opgestart naar het model van Geel. In sommige landen, waaronder Duitsland, hebben de pleeggezinnen een officieel statuut en krijgen ze wel een aanvaardbare vergoeding.’

In Lierneux, in de provincie Luik, bestaat een soortgelijk maar kleinschaliger project. Maar de meeste andere psychiatrische instellingen in eigen land tonen slechts weinig interesse voor de expertise in Geel. ‘Dat is jammer, maar begrijpelijk’, vindt Tom Geuens. ‘Het moet economisch haalbaar zijn. Je kunt moeilijk verwachten dat een ziekenhuis dat de kosten van zijn opvangplaatsen kan dekken, omschakelt naar een verplegingsvorm die zwaar verlieslatend is. Dat het systeem overeind kan blijven in een openbaar ziekenhuis zoals het onze, heeft te maken met de Geelse traditie en met de openbare opdracht die we hier vervullen.’

Info: www.opzgeel.be.

DOOR MARLEEN FINOULST

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content