‘Als je echt aan een staatshervorming wilt meewerken, moet je je bij een gematigde partij aansluiten.’ En dat is precies wat de nieuwbakken socialist Bert Anciaux heeft gedaan. ‘Ik ben er zeker van dat we B-H-V na de verkiezingen zullen kunnen oplossen’, zegt hij.

Hij is een echte socialist. Altijd geweest ook. Alleen wist hij dat vroeger zelf niet. ‘Zeker op ideologisch vlak ben ik echt thuisgekomen bij de SP.A’, zegt Bert An-ciaux, die straks zijn comeback maakt in de federale politiek. In zijn nieuwe boek, De tijd baart rozen, geeft hij zijn nieuwe partij bakken advies, want hij is vastbesloten om een bijdrage te leveren aan de herbronning van de sociaaldemocratie.

Een goed jaar geleden ruilde Anciaux de kwakkelende Vlaams Progressieven (de voortzetting van Spirit) in voor de SP.A. Wat hij altijd al van plan was geweest, beweerden zijn voormalige partijgenoten, die zich prompt tot Sociaal-Liberale Partij omdoopten. Omdat hij er simpelweg werd uitgegooid, zegt Anciaux zelf. Toch is De tijd baart rozen volgens hem geen poging tot zelf-restauratie. ‘Ik ben echt niet constant met het verleden bezig, en ik word zeker niet door rancune gedreven’, zegt hij.

Waarom hebt u het boek dan wel geschreven?

Bert Anciaux: Ik wilde mijn ideologische fundamenten onder de loep nemen en een bijdrage leveren aan het debat over het socia-lisme van de 21e eeuw. Twintig jaar lang had ik daar geen tijd voor gehad. Eerst was ik schepen in Brussel en partijvoorzitter, daarna tien jaar minister. Ik was constant bezig en kon nooit eens stoppen om mijn eigen waarden en drijfveren kritisch te bekijken. Maar dat veranderde van de ene dag op de andere toen ik na de verkiezingen van 2009 geen politiek mandaat meer had. Plots was er tijd. Veel tijd. En aanvankelijk had ik het daar ook echt moeilijk mee. Tot ik aan mijn boek begon. Tijdens het schrijven heb ik mijn gedachtegoed gaandeweg opgekuist, en heb ik echt heel diep gegraven om te onderzoeken of mijn ideologische grondvesten nog steek hielden.

(voorzichtig:) En?

Anciaux: De waarden en dromen die ik altijd al heb gekoesterd, passen perfect binnen de sociaaldemocratie. In wezen ben ik eigenlijk altijd al een sociaaldemocraat geweest. Alleen noemde ik mezelf niet zo.

Een van de adviezen die u uw nieuwe partij meegeeft, is dat ze het bestrijden van sociaal onrecht weer tot absolute prioriteit moet uitroepen.

Anciaux: Dat spreekt toch vanzelf? Als we de armoede aanpakken, wordt iederéén daar beter van. Want hoe groter de ongelijkheid in een samenleving is, hoe meer maatschappelijke problemen er opduiken: geweld, zelfmoorden, kindermisbruik, obesitas, noem maar op. Als we dus inspanningen leveren om meer gelijkheid te creëren, helpen we daar niet alleen de mensen mee die zelf in de miserie zitten maar de hele samenleving. Zoals onze partijvoorzitster Caroline Gennez zegt: ‘Wij zijn niet tegen rijkdom, wij zijn tegen armoede.’

De SP.A deed de afgelopen jaren toch net haar best om geen miserabilistische partij meer te zijn?

Anciaux: Dat is helemaal geen miserabilisme! Ik ben echt niet de enige in mijn partij die armoedebestrijding een absolute prio-riteit vindt. Integendeel. Maar de laatste twintig jaar zijn wij wel allemaal geïndoctrineerd: het liberalisme heeft ons wijsgemaakt dat we gelukkiger worden als we alleen voor onszelf zorgen. Onzin natuurlijk. Jammer genoeg heeft ook de sociaaldemocratie op dat vlak te veel water bij de wijn gedaan. Zeker tijdens de paarse jaren. We zijn te ver meegegaan in het liberale economische denken, en nu moeten we dus weer roder worden. Dat beseft ook de partijleiding maar al te goed.

U schrijft in uw boek dat de SP.A niet in een federale regering mag stappen zonder concreet actieplan voor armoedebestrijding. Is de rest van de partij het daarmee eens?

Anciaux: Ik ben gemandateerd om namens mijn partij te spreken over alles wat sociale gelijkheid en armoedebestrijding betreft. Met andere woorden: de SP.A zal alleen aan een regering deelnemen als er harde garanties komen dat de armoede wordt aangepakt.

Uw nieuwe partij wordt vanouds erg centralistisch bestuurd. Hebt u het daar niet moeilijk mee?

Anciaux: In het begin wel. Ik was natuurlijk de partijcultuur van de Volksunie gewend, waar alles rond interne democratie draaide. Maar de socialistische partij heeft een heel andere voorgeschiedenis, want die heeft lange tijd strijd geleverd voor de belangen van een basis die allesbehalve ontvoogd was. Vandaag is dat echter niet meer het geval. Als de sociaaldemocratie een nieuwe adem wil vinden, zal ze minder betuttelend moeten worden en minder topdown moeten werken. Die switch maakt ook de SP.A. Onze partij moet naar alle mensen luisteren, moet meer vertrouwen hebben in de bevolking en mag zich niet uitsluitend met haar eigen structuur en zuil bezighouden. De SP.A moet een verzameling zijn van álle mensen die maatschappelijk geëngageerd zijn en het hele middenveld omarmen.

Nelly Maes, die tot vorig jaar een compagnon de voyage van u was, zegt dat ze voor haar gevoel maar één partij heeft gehad: de Volksunie. Kunt u dat begrijpen?

Anciaux: Ik snap dat wel, maar voor mij ligt het toch anders. Wanneer ik later de eindafrekening zal maken, zal wellicht blijken dat ik twee partijen heb gehad: de Volksunie en de SP.A. Hoewel men mij soms afschildert als iemand die van partij naar partij is getrokken, heb ik in wezen maar één overstap gemaakt. Spirit was voor mij de natuurlijke voortzetting van de ter ziele gegane Volksunie. Pas toen ze mij eruit hebben gegooid, heb ik voor de SP.A gekozen. Dat was het logische gevolg van alle keuzes die ik in mijn leven heb gemaakt.

Ooit voelde u zich nochtans sterk aangetrokken tot het liberalisme, maar tegen die ideologie zet u zich in uw boek sterk af.

Anciaux: Ik heb nooit zo hoog met het liberalisme opgelopen. Integendeel. Sinds jaren heb ik het heel moeilijk met die ideologie, ook met het neoliberalisme dat de nieuwe garde binnen de Open VLD dezer dagen uitdraagt. Dat is trouwens de reden waarom ze mij uit de Vlaams Progressieven hebben gezet: zij wilden tot een liberale partij behoren en ik absoluut niet.

Wel heb ik ooit geloofd in de plannen voor een zogenaamde Nieuwe Politieke Cultuur, die ook door Guy Verhofstadt werden verdedigd. Dat was in de tijd dat ik deelnam aan de gesprekken in Zaal F van de Senaat. Destijds zag ik niet in dat ze daarmee ook de fundamenten van onze sociale zekerheid wilden aantasten. Met die aanvallen op de vakbonden en ziekenfondsen wilden ze duidelijk de kernspelers van de sociale zekerheid treffen. Daar ben ik toen te ver in meegegaan.

Een ander initiatief uit die tijd was het Sienjaal van Norbert De Batselier (SP.A) en Maurits Coppieters (VU), aan wie u uw boek hebt opgedragen.

Anciaux: Hun uitgangspunt, dat de Vlaamse strijd in wezen een sociale strijd is, klopte helemaal. Jammer dat toen de kracht en de durf ontbraken om echt in dat project mee te stappen. Ik was wel met mijn hart bij het Sienjaal, maar niet met mijn verstand. Dat was de periode van de zaak-Dutroux en de Witte Mars, en we wilden af van het grote politieke gelijk. Om de een of andere reden dacht ik dat ik dat beter kon doen via de Nieuwe Politieke Cultuur dan door samen te werken met de socialistische partij, die destijds in de meerderheid zat en niet meteen uitblonk in progressiviteit. Daar heb ik nu wel spijt van, ja.

Was het Sienjaal echt van de grond gekomen, dan bestond CD&V nu wellicht niet meer. Vlaanderen zou dan grosso modo drie grote politieke stromingen hebben gekend: de sociaal-conservatieven, de individualistische liberalen, en de communi-taristen, die het gemeenschapsgevoel benadrukken en waartoe ik mezelf reken. Dat was een ideale politieke herverkaveling geweest. Maar zo is het dus niet gelopen, en vandaag lijkt het me niet zinvol meer om nog tijd en energie in dergelijke initiatieven te investeren.

Bent u nog altijd een Vlaams-nationalist?

Anciaux: Ik zal mezelf niet gauw zo noemen. (denkt na) Maar als u daarmee bedoelt dat ik opkom voor iedereen die in Vlaanderen woont, dan ben ik wel een nationalist, ja. Ik geloof dat elke inwoner van Vlaanderen lid is van mijn gemeenschap, en dat die niet superieur is aan andere gemeenschappen. Dat is natuurlijk essentieel in tijden waarin sommigen een heel andere invulling geven aan het begrip nationalisme.

U schrijft dat de SP.A op en top Vlaams moet zijn, maar dat is toch nog altijd allesbehalve evident voor veel socialisten?

Anciaux: Laten we naar de feiten kijken: er zijn in dit land nog nooit communautaire stappen gezet zonder de socialisten, en ook vandaag wil de SP.A een grote staatshervorming. Ik ben ervan overtuigd dat Siegfried Bracke de bal compleet misslaat als hij beweert dat hij wel naar de N-VA moest stappen omdat hij een grote staatshervorming nastreeft. Als dat je doel is, moet je je net aansluiten bij een correcte maar gematigder Vlaamse partij die ook bereid is om compromissen te sluiten. En dus niet bij de N-VA of het Vlaams Belang.

In uw boek klaagt u dat staatshervorming tegenwoordig te veel wordt verengd tot een streven naar meer efficiëntie en welvaart.

Anciaux: Verschrikkelijk vind ik dat. Als de gemeenschappen meer kansen krijgen, zal er ook meer gemeenschapsgevoel en verbondenheid groeien. Maar daar wordt amper over gepraat. Vooral sinds de verkiezingen van 2007 gaat het communautaire debat meer en meer over de financiële transfers en de sociaaleconomische toekomstkansen van Vlaanderen. Sommigen doen alsof het Vlaanderen economisch meteen voor de wind zal gaan zodra er een nieuwe staatshervorming komt. Dat is pure volksverlakkerij: Vlaanderen kan niet bloeien als het tezelfdertijd niet goed gaat met Brussel en Wallonië. Daarom vind ik solidariteit tussen de gemeenschappen ook zo belangrijk.

U bent tegenwoordig een confederalist?

Anciaux: Dat ben ik altijd geweest. Ik hoop dat artikel 35 van de grondwet eindelijk eens wordt toegepast, zodat we duidelijkheid krijgen over wat de gemeenschappen nog samen willen doen en wat niet. Daarna moeten we ervoor zorgen dat we een sterk confederaal bestuursniveau hebben. Eens we dat eindpunt hebben bereikt en in een echt confederaal land leven, zou ik zelfs de invoering van een nationale kieskring zien zitten.

U pleit zelfs voor een samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en de Franse Gemeenschap.

Anciaux: Inderdaad. Dan zou de Franse Gemeenschap activiteiten kunnen organiseren voor de Franstaligen die in Vlaanderen wonen en vice versa. De enige voorwaarde daartoe is dat de gemeenschappen elkaar respecteren. Eens de taalgrens niet meer wordt betwist en Vlaanderen alle kansen krijgt om zijn verantwoordelijkheid op te nemen op zijn eigen grondgebied, moet het rekening houden met de minderheden die er wonen. Ook met de Franstaligen dus. Als Vlaams minister van Cultuur heb ik in Vlaanderen nog Chinese projecten toegelaten die vanuit China werden gefinancierd. Daar had niemand problemen mee. Maar het grote verschil is dat China de bevoegdheden van de Vlaamse overheid binnen Vlaanderen niet in twijfel trekt. De Franse Gemeenschap doet dat vooralsnog wel.

Franstalige initiatieven in Vlaanderen en Vlaamse projecten in Wallonië? De N-VA en het FDF zullen u graag zien komen.

Anciaux: Een grote staatshervorming is met die partijen dan ook niet mogelijk. Als de MR, waartoe het FDF behoort, niet in de federale regering had gezeten, dan was B-H-V nu al gesplitst. Daar ben ik van overtuigd. De SP.A en de PS kunnen een gemeenschappelijk communautair kader uittekenen, en ook CD&V en CDH hadden volgens mij een gemeenschappelijke lijn kunnen vinden. Maar de val van de federale regering heeft roet in het eten gegooid.

Tussen de Open VLD en de MR was het water anders dieper dan ooit.

Anciaux: Dus moeten we hopen dat de liberalen in de volgende regering niet nodig zullen zijn. En niet alleen met het oog op de staatshervorming. (lacht)

De Vlaamse partijen willen een communautair akkoord vóór de regering wordt gevormd. Zijn we dan niet weer vertrokken voor een maandenlange crisis?

Anciaux: Het is perfect mogelijk om binnen een redelijke termijn het probleem rond de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde op te lossen. Mits we de extreme partijen aan beide kanten van de taalgrens kunnen uitsluiten, natuurlijk. Daarnaast zullen we ons er niet toe mogen laten verleiden om tijdens de campagne om ter strafst de Vlaamse trom te roeren. Want dan zullen we op voorhand alles blokkeren en het land weer in een chaos storten.

Verwacht u dat uw partij bij de komende verkiezingen meer kan doen dan de electorale schade beperken?

Anciaux: Natuurlijk! We zullen geen 25 procent van de stemmen behalen, maar we moeten toch voor een electorale kentering zorgen. Ideologisch gezien moeten we zelfs heel goed zitten, want ik zie vandaag geen enkel ander alternatief. Of hoort u andere partijen bruikbare oplossingen aanreiken om de samenlevingsproblemen aan te pakken? Daarnaast worden er dezer dagen ook beslissingen genomen waardoor onze gewonde partij moet kunnen genezen.

Zoals?

Anciaux: Dat Frank Vandenbroucke de Senaatslijst duwt, is bijvoorbeeld een heel positief signaal. Daar zullen veel mensen heel blij mee zijn, en Frank zal ongetwijfeld ook echt zijn schouders onder de campagne zetten.

De partijtop is dus eindelijk bereid om persoonlijke aversies ondergeschikt te maken aan het algemeen belang van de SP.A?

Anciaux: Caroline Gennez wou dat al lang, maar sommige dingen hebben tijd nodig. Ondertussen zijn de wonden stilaan geheeld, en ik denk dat ook de littekens de komende weken wel zullen verdwijnen.

Johan Vande Lanotte trekt net als in 2007 de Senaatslijst. De vorige keer was dat nochtans geen groot succes.

Anciaux: Een ezel stoot zich nooit twee keer aan dezelfde steen.

U zegt het.

Anciaux: (onverstoorbaar) Ik ben er dan ook van overtuigd dat de Vlaamse kiezers geen ezels zijn. In 2007 hebben veel mensen gestemd op de kandidaten die voor de verkiezingen de stoerste verklaringen aflegden. En we weten ondertussen allemaal hoe dat is afgelopen. Ik ben er zeker van dat veel Vlamingen dit keer zullen kiezen voor geloofwaardige partijen die een goede kans maken om resultaten te boeken bij communautaire onderhandelingen.

Zelf staat u ook op de Senaatslijst?

Anciaux: Op de derde plaats, ja. De partij heeft mij de keuze gelaten: het lijsttrekkerschap voor de Kamer in Brussel-Halle-Vilvoorde of een plek op de Senaatslijst. Uiteindelijk heb ik de partijleiding zelf laten beslissen, en die wou mijn bekendheid het liefst in heel Vlaanderen uitspelen. Op de Senaatslijst dus.

Uit uw boek spreekt een grote liefde voor het Vlaamse bestuurs-niveau, maar nu verkast u naar het federale parlement. Met pijn in het hart?

Anciaux: Het afgelopen jaar heb ik de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement erg gemist, want ik geloof enorm in dat niveau. Maar wees gerust: ook in de Senaat zal ik me kunnen bezighouden. De essentie is dat ik politiek relevant wil blijven en mijn engagement kwijt moet kunnen.

Hoopt u nog op een ministersportefeuille?

Anciaux: Ik zeg niet dat ik dat niet meer zou willen, maar ik ben niet de eerste die ze zullen komen vragen, hè. U ziet: het laatste jaar heb ik mezelf ook wat meer realisme en bescheidenheid aangeleerd. Dat was nodig. (lacht)

BERT ANCIAUX, DE TIJD BAART ROZEN, UITGEVERIJ VRIJDAG, 368 BLZ., 24,90 EURO.

DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Laten we hopen dat we straks zonder de liberalen kunnen besturen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content