In een nieuw rapport klaagt het Vlaams Vredesinstituut de grote lacunes aan in de Belgische en regionale wetgeving met betrekking tot tussenhandel in wapens. ‘Het ontbreekt ons land aan een sluitend juridisch kader’, zegt directeur Tomas Baum.

Wie denkt aan tussenhandel in wapens denkt algauw aan de Belgische wapenhandelaar Jacques Monsieur, die in de Verenigde Staten voor de rechter wordt gedaagd wegens illegale wapenhandel naar Iran. Monsieur had geprobeerd om onderdelen voor F-5-gevechtsvliegtuigen aan te kopen en via Colombia of de Verenigde Arabische Emiraten uit de Verenigde Staten uit te voeren. Maar er staat een handelsembargo op dit soort goederen en dus wacht Monsieur hoogstwaarschijnlijk een veroordeling wegens inbreuken op de Amerikaanse wetgeving met betrekking tot wapenhandel en export.

In België is het gerecht er nooit in geslaagd om Monsieur te vervolgen. ‘Zonder in detail te treden over deze specifieke zaak, kunnen we zeggen dat een tussenhandelaar die in België wordt opgepakt voor vermeende illegale wapenhandel, om procedurele redenen wellicht niet vervolgd noch bestraft zal kunnen worden’, zegt Tomas Baum, directeur van het Vlaams Vredesinstituut. ‘Onze wetgeving vertoont wat dat betreft nogal wat tekortkomingen. Er is geen afdoend juridisch kader voorhanden, noch voor de vervolging noch voor de bestraffing.’

Kort voor de regionalisering van de controle op wapenhandel in 2003 bekrachtigde België nochtans een wet op de controle op tussenhandel. Behoorde ons land daarmee niet tot de voorhoede in de strijd tegen illegale wapenhandel?

TOMAS BAUM: België heeft een lange traditie als internationale koploper in de strijd tegen bijvoorbeeld clusterbommen of landmijnen. Ook als het gaat om de illegale wapenhandel wilde ons land een voortrekkersrol spelen. Als een van de eerste landen vaardigde België een wet uit met betrekking tot de tussenhandel. Maar die wet focust op de controle op tussenpersonen en niet op hun activiteiten. Dat betekent in de praktijk dat je een blanco cheque uitreikt aan een persoon die zich aanmeldt als tussenhandelaar. Wat hij daarna met de vergunning doet, laat je ongemoeid.

Hoe belangrijk is de rol van tussenhandelaars?

BAUM: In België heeft zich tot nu toe geen enkele tussenpersoon in wapenhandel aangemeld. Volgens sommigen kan dat betekenen dat er geen tussenpersonen in België actief zijn. Wij gaan er veeleer van uit dat het juridisch kader ontbreekt om hun activiteiten te controleren. Bovendien is het onduidelijk wie er bevoegd is en waar tussenhandelaars zich moeten aanmelden om een vergunning aan te vragen.

Welke normen gelden internationaal in verband met tussenhandel?

BAUM: Internationaal benadrukt men het belang om de activiteiten van tussenhandelaars en niet alleen de tussenpersonen te controleren, zoals dat bij ons het geval is.

Ondertussen heeft de tussenhandel op het internationale toneel heel wat aan belang gewonnen. Sinds de rol van tussenhandelaars zoals Jacques Monsieur of Victor Bout aan het licht kwam, hebben internationale instanties zoals de Verenigde Naties, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Europese Unie politiek of juridisch bindende documenten aangenomen om de illegale tussenhandel een halt toe te roepen. Een belangrijke stap, als je weet dat tussenhandel soms ook leidt tot de schending van wapenembargo’s.

U brengt het rapport uit aan de vooravond van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Wat wilt u met het verslag bereiken?

BAUM: We willen de aandacht vestigen op de juridische leemtes in onze wetgeving omtrent buitenlandse handel in wapens. Wat de controle op de tussenhandel betreft, voert België niet meer dan een symbolisch beleid. Want de wet van 2003 werkt niet in de praktijk en er zijn geen sluitende procedures om een doeltreffende controle mogelijk te maken.

DOOR INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content