Begrotingen zijn bijeengelogen werkelijkheden

EWALD PIRONET is senior writer van Knack

De manier waarop in ons land een begroting tot stand komt, is niet ernstig: onbetrouwbare cijfers, voorstellen die uit de lucht komen vallen, nachtelijke vergaderingen onder tijdsdruk. Zo maak je geen beleid.

Bij haar aantreden zei de regering-Michel dat ze voor verandering zou zorgen, maar op het vlak van begrotingsopmaak en -controle is ze in hetzelfde bedje ziek als zovele vorige regeringen. Nochtans is de begroting een sleutelmoment voor elke regering. ‘Budgetten zijn geen eenvoudige kwestie van rekenkunde’, wist de Britse premier William Gladstone eind negentiende eeuw al. ‘Op duizend verschillende manieren reiken ze tot aan de wortel van de voorspoed van de burgers, de verhouding van de klassen en de kracht van koninkrijken.’ Zo is het: een begroting is meer dan een tabel vol cijfers. Ze geeft aan waar de inkomsten van een land vandaan komen en waar de uitgaven naartoe gaan, en maakt dus duidelijk welk beleid er wordt gevoerd.

De regering-Michel heeft van haar begrotingen telkens weer een kluwen gemaakt. Deze keer begon het al met de discussie over hoeveel geld er moest worden gevonden. Aanvankelijk was er sprake van 2,4 miljard. Dan zei minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) dat hij 1 miljard extra wilde saneren, want ‘al jarenlang worden de inkomsten serieus overschat’ – een bekentenis van formaat. Vervolgens berekende de administratie Begroting dat er 4,2 miljard moest worden gevonden, en het afgelopen weekend lekte uit dat de regering zocht naar 3 miljard. Begrijpe wie kan. Vertrouwenwekkend is die cijferdans allesbehalve.

De Belgische overheidsbegrotingen en begrotingscontroles zijn al vaker omschreven als ‘pogingen om de waarheid te verdoezelen’. Ze worden gekenmerkt door gefoefel. Drie jaar geleden zeiden zelfs professoren als Wim Moesen (KU Leuven) en Herman Matthijs (UGent en VUB) dat in Knack: ‘De begrotingen die we afleveren gaan uit van opgesmukte groeicijfers, staan bol van boekhoudkundige trucs en eenmalige maatregelen.’ Ondertussen is niets veranderd. Onze begrotingen blijven bijeengelogen werkelijkheden.

In elke fatsoenlijke lidstaat van de Europese Unie wordt een begroting maandenlang voorbereid, in België is elke reden goed om begrotingsbesprekingen uit te stellen. Deze keer heette het dat de economische gevolgen van de brexit onduidelijk waren. Premier Charles Michel (MR) maakte daar voor de zomer dankbaar gebruik van om de begrotingsbesprekingen over het zomerreces te tillen: pas in september werd de draad opnieuw opgenomen. Uiteindelijk vonden de cruciale begrotingsbesprekingen het afgelopen weekend plaats. Onder grote tijdsdruk, want de begroting moest op 11 oktober gepresenteerd worden aan het federaal parlement, en ten allerlaatste nu zaterdag, 15 oktober, moet ze bij de Europese Commissie liggen.

Ook deze keer zijn de besprekingen vooral ’s nachts gehouden, en ook dat is een verderfelijke traditie in dit land. Er is al vaker op gewezen dat die nachtelijke onderhandelingen, niet zelden met un parfum de crise en een walm van alcohol, het resultaat niet ten goede komen. En helemaal niet als te elfder ure nieuwe voorstellen op tafel worden gegooid, zoals deze keer een meerwaardebelasting op aandelen door minister van Economie Kris Peeters (CD&V) – nog zo’n kwalijke gewoonte.

Gevolg is dat zo’n begroting niet getuigt van veel visie, en het resultaat is van knip-en-plakwerk met talloze besparings- en belastingideetjes, kapotgekauwd door een leger kabinetsmedewerkers. Veel aandacht voor het algemeen belang moet je ook al niet verwachten. In ons land komen de begrotingsgesprekken neer op een evenwichtsoefening tussen de coalitiepartners: partij X haalt dit binnen voor haar achterban, en in ruil krijgt partij Y iets anders.

Het Rekenhof heeft onze regeringen de afgelopen jaren meermaals op de vingers getikt omdat hun begrotingen aan alle kanten rammelden, maar dat zorgt nauwelijks nog voor ophef. Ook Europa heeft ons al vaker de wacht aangezegd. Tot nu toe zijn we er altijd in geslaagd om budgettair niet onder Europese voogdij te komen. ‘Nochtans zou dat vanuit het oogpunt van goed bestuur wenselijk zijn’, merkte Guy Tegenbos in De Standaard op. Want op eigen kracht een begroting saneren lukt in dit land niet. Ook de regering-Michel bijt er haar tanden op stuk. Ze gaat op dezelfde manier met het begrotingstekort en onze overheidsschuld om als zovele van haar voorgangers: men dronk een glas, deed een plas, en alles bleef zoals het was.

In elke fatsoenlijke EU-lidstaat wordt een begroting maandenlang voorbereid. In België is elke reden goed om begrotingsbesprekingen uit te stellen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content