Beethoven op natuurhoorn

Ivan Fischer © GF
Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Het Budapest Festival Orchestra maakt een uitmuntende opname van Beethovens Vierde en Zesde Symfonie.

De verleiding was groot om de jongste opname van Ivan Fischer en zijn Budapest Festival Orchestra (BFO) de plaat van het jaar 2010 te vinden. Het is nu te laat – ik wens u een mooi, nieuw jaar. Bovendien heb ik even geleden de titel al aan het Lets Radiokoor en hun lezing van Rachmaninovs Chrysostomosliturgie gegeven: zelden opgenomen, nooit zo goed.

Fischer presenteert hier kernrepertoire: de Vierde en de Zesde Symfonie van Beethoven, de Klassieke en de Pastorale. Hoevelen zijn al niet gillend de platenzaak ontvlucht, na een heldhaftige poging om uit de onafzienbare reeks registraties van Beethovens symfonieën een juiste keuze te maken? Nu, door de immer slinkende klassieke afdelingen in de Fnacs van deze wereld, is er in zekere zin verbetering op komst. Binnenkort wordt het vakje ‘Beethoven – Symfonieën’ aan de meest biedende gegund.

In de liner notes wijst Fischer op de grote verschillen tussen beide werken. Maar zijn niet alle symfonieën van Beethoven op het onvergelijkbare af verschillend? Hij schreef er negen, die het hele akoestische en menselijke spectrum dekken, en zeker niet minder betekenisvol zijn dan de ruim honderd die Haydn schreef.

De redenen om deze plaat te kopen zijn muzikaal, niet anekdotisch. Allereerst wordt het BFO onder Fischer onderschat. Het oogst steevast lof, maar wordt als vanzelfsprekend onder Berliner en Wiener Phiharmoniker, New York Philharmonic of Concertgebouworkest geklasseerd. Ten onrechte: BPO heeft geen superpower, norsigheid, machinale doeltreffendheid of aristocratisch dedain nodig om te overtuigen. Misschien op Cleveland na is het mijn favoriete orkest. Is muziek in Centraal-Europa vaak vooral culturele plicht en savoir-faire, dan hoor je bij BPO ook lichtheid, fijnzinnigheid, levenskunst en menselijkheid in de beste betekenis.

Ten tweede is deze plaat schitterend opgenomen – meer en meer een aspect waarmee het verschil kan worden gemaakt. Channel Classics is een van de labels die van de natuurlijkheid van een opname een even groot punt maken als van digitale perfectie. Die laatste is triviaal geworden, meer mensen zouden dat moeten beseffen.

Fischer heeft voor deze productie enkele opmerkelijke ingrepen gedaan. Voor de Vierde heeft hij natuurhoorns en -trompetten gebruikt. Niet om de puristen te plezieren, maar omdat ze in deze context het beste klinken. Voor de Pastorale heeft hij de hout-blazers en de hoorns, die deze aan de natuur opgedragen symfonie van haar basiskleur voorzien, kriskras tussen de andere orkestleden gezet, zodat die allemaal vanuit die kleur zouden denken. Ten slotte werd beslist, na het onweer in de Zesde een vioolsolo te laten beginnen, waarna de anderen aansluiten. Zo’n beetje het omgekeerde van de dynamische uitbreidingen die Mahler destijds aan Beethovens werken toevoegde. Alleen werkt het beter.

CCS SA 30710

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content