BEESTENBOEL

© CHEESE! photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – de mens uitgezonderd. Deze week: de kelkdiertjes.

Marien biologen zijn in de wolken met de ontdekking van vier soorten solitair levende kelkdiertjes in het Nederlandse deel van de Noordzee. Het is niet verwonderlijk dat het lang geduurd heeft voor de diertjes gevonden werden: ze zijn maximaal enkele millimeters lang en leven verborgen op andere dieren, zoals wormen en sponzen. Ze gebruiken hun gastheer als een substraat waarop ze zich hechten zonder dat ze voor (merkbare) overlast zorgen – het zijn dus geen parasieten.

Het is wel mogelijk dat ze voor hun voeding profiteren van de waterstromen die hun gastheren genereren: zo kunnen ook zij minuscule voedingsdeeltjes uit het water filteren. Kelkdiertjes bestaan uit een steeltje dat vasthangt aan een substraat, waarop een ronde structuur, het lichaam, staat. Het lichaam heeft een kroon van tentakels, waarmee de diertjes voedingsdeeltjes uit het water naar hun mond wapperen.

De vrij zwemmende larven van de kelkdiertjes zien er normaler uit. De zwemfase is essentieel in hun bestaan, want anders zijn hun verspreidingsmogelijkheden beperkt, wegens te afhankelijk van wat hun slome gastheren doen. Zodra ze zich vasthechten, verandert hun lichamelijke organisatie. Hun darm maakt een bocht van 180 graden, waardoor hun anus boven in het lichaam terechtkomt, in de buurt van hun mond. ‘Zich verslikken’ zou daardoor voor hen een andere invulling krijgen dan voor ons. Gelukkig kunnen ze zowel hun mond als hun anus sluiten met een stevige sluitspier.

Dat kelkdiertjes ook in ons deel van de Noordzee voorkomen, was al bekend, maar tot dusver waren daar uitsluitend soorten waargenomen die in kolonies leven, waardoor ze samen groter uitvallen en gemakkelijker vindbaar zijn. Biologen vonden onder meer een koloniale soort op de palen van windmolens voor onze kust. Het is aannemelijk dat er ook bij ons solitair levende soorten voorkomen, zeker omdat de vier die in Nederland ontdekt werden een brede verspreiding hebben, de poolregio’s inbegrepen. Wereldwijd zijn er zo’n 170 soorten bekend, maar omdat er zo weinig naar gekeken wordt, is het niet uitgesloten dat de kelkdiertjesdiversiteit nog veel groter is.

Kelkdiertjes zijn extra boeiend omdat ze allerlei fascinerende voortplantingstechnieken ontwikkeld hebben. Om te beginnen zijn ze in staat zichzelf te klonen: tussen hun tentakels kunnen ze knopjes ontwikkelen die uitgroeien tot zelfstandige diertjes. Bij de solitaire soorten worden de nieuwelingen losgelaten om op eigen kracht een bestaan uit te bouwen, bij de kolonies maken ze gewoon de hoop groter.

De meeste soorten zijn daarnaast wel in staat tot geslachtelijke voortplanting, die toch een betere garantie tegen evolutionaire calamiteiten biedt dan het kopiëren van jezelf: je creëert meer genetische diversiteit, zodat je een bredere waaier aan veranderingen het hoofd kunt bieden. Er zijn hermafrodieten (die tegelijk man en vrouw zijn) en soorten die als man beginnen maar tijdens het opgroeien in een vrouw veranderen – echte natuurlijke transgenders! Sommige soorten lossen hun eitjes in het water, andere bewaren ze in een broedkamer in hun lichaam tot ze uitkomen. Bij enkele soorten is er een variant op de moederkoek voorzien: een structuur waarmee de eitjes gevoed worden. Kelkdiertjes hebben, met andere woorden, ruim geëxperimenteerd met wat de natuur aan voortplantingsmogelijkheden biedt.

Sommige soorten kelkdiertjes zijn natuurlijke transgenders: ze beginnen als man en veranderen in een vrouw.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content