BEESTENBOEL

© Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – mensen uitgezonderd. Deze week: de zwanenmossel.

Niet alleen in de zee leven mossels, er zijn ook zoetwatermossels. Die worden zelfs een stuk groter dan hun mariene tegenhangers. De grootste in ons land is de zwanenmossel, met een schelp die meer dan 20 centimeter lang kan worden – een indrukwekkend dier dus, dat daarenboven meer dan tien jaar oud kan worden.

Onze zoetwatermossels zijn soorten die in zuiver water gedijen, waardoor ze op grote schaal in moeilijkheden komen. In het vakblad Biological Reviews of the Cambridge Philosophical Society presenteerden veertig Europese wetenschappers onlangs een stand van zaken van het voorkomen van de zestien Europese zoetwatermosselsoorten. Het was geen goednieuwsshow.

Paleontoloog Dirk Van Damme van de UGent was een van de auteurs van de studie. Hij stelt onomwonden dat Vlaanderen de armste zoetwatermosselfauna van Europa heeft, en een van de armste van de wereld. Alleen de zwanen- en de eendenmossel zijn nog vrij algemeen. Watervervuiling maakte dat we van een streek met een rijke zoetwatermosseldiversiteit naar een absoluut dieptepunt gezonken zijn.

‘Zoetwatermossels zijn heel gevoelig voor vervuiling met detergenten’, legt Van Damme uit. ‘In tegenstelling tot vissen kunnen ze niet wegvluchten als er een wolk gepollueerd water op hen afkomt, want ze zitten vast in de bodem. Dankzij betere waterzuivering komt er nu in Vlaanderen vooral matig gepollueerd water voor, maar dat is nog altijd dodelijk voor zoetwatermossels. Van alle dier- en plantengroepen zijn zoetwatermossels wereldwijd de familie die het sterkst achteruitgaat. Maar voor Vlaanderen is er zelfs geen Rode Lijst van bedreigde soorten opgesteld.’

Daarenboven komen onze inheemse mossels onder druk van migranten: exoten die onder meer met schepen meekomen. De Aziatische zebramossel en de Chinese vijvermossel rukken op in onze wateren. De laatste wordt steeds vaker aangetroffen in de provincies Limburg en Antwerpen. ‘Waar die soort arriveert, is het gewoonlijk snel afgelopen met de resterende inheemse populaties’, stelt Van Damme onomwonden.

Ondanks het feit dat hij een soort voet heeft waarmee hij zich enkele centimeters kan verplaatsen, kan een zwanenmossel niet op zoek gaan naar een partner. Om toch tot voortplanting te komen, laten de mannetjes een massa zaadcellen in het water los. Vrouwtjes zuigen het zaadrijke water naar binnen en loodsen het naar de miljoenen eitjes die ze bewaren op plekjes in hun kieuwen die als broedkamer fungeren.

Als de eitjes rijp zijn, komen er larfjes uit, die met honderdduizenden tegelijk losgelaten worden. Ze moeten zich snel aan een passerende vis kunnen hangen, waarop ze de eerste maand van hun leven als een parasiet doorbrengen. Als dat goed afgelopen is, kunnen ze zich loslaten en in de bodem ingraven. In het beste geval leven ze daar nog tien jaar, filteren voedsel uit het water en produceren een massa voortplantingscellen.

Zoetwatermossels vervullen een nuttige functie als waterzuiveraars. Ze worden soms uit hun natuurlijk leefmilieu gehaald om als waterfilter te fungeren in tuinvijvers. Ze zouden eetbaar zijn, maar in onze vervuilde wateren is consumptie niet aan te raden. Gelukkig zijn de pareltjes die ze soms vormen – in se een mechanisme om afval in te kapselen – waardeloos, anders zouden ze al lang in de natuur uitgestorven zijn.

Gelukkig zijn de parels van zoetwatermossels waardeloos, anders waren ze al lang uitgestorven in de natuur.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content