BEESTENBOEL

© Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – mensen uitgezonderd. Deze week: de ijsvogel.

Vrouwen kunnen mannen tot wanhoop drijven door hard to get te spelen. Dat is in de dierenwereld niet anders. Vrouwtjes leggen de lat vaak heel hoog, zodat ze er zeker van zijn dat ze met het beste mannetje in zee gaan. Dat geldt nog meer bij soorten waar de vader moet meewerken om de kinderen groot te brengen.

De ijsvogel behoort tot de soorten waarvan de mannetjes het niet onder de markt hebben om een vrouwtje te verleiden. Hij is een van de gemakkelijkst herkenbare vogels in ons landschap: van boven flonkerend blauw en van onder fel oranje. IJsvogels zijn snelle vliegers. Ze moeten wel, want met hun felle kleuren vallen ze geweldig op. Als een ijsvogel zit te vissen, heeft hij de lucht boven zich niet altijd goed in de gaten, waardoor hij eventuele roofvogels niet ziet komen. Maar omdat felblauw een weinig voorkomende kleur in onze dierenwereld is, zou dat net een afschrikkingseffect kunnen hebben: een roofdier zou even aarzelen wanneer hij zo’n blauw bolletje ziet, wat de ijsvogel de kans biedt om nog net op tijd weg te vliegen.

Zodra het broedseizoen begint, moeten mannetjes veel tijd investeren in vissen. Ze horen een vrouwtje namelijk te verleiden met vis. Veel ijsvogelvrouwtjes zijn niet snel tevreden met de vis die het mannetje aandraagt. Te grote of te kleine exemplaren worden prompt geweigerd, waarna het mannetje ze van pure ellende zelf maar opeet. Vervolgens mag hij een nieuwe poging wagen om een vis te verschalken die mevrouw wel ziet zitten. Hij moet echt zijn allerbeste viskunsten laten zien voor hij met haar mag paren en een gezin stichten.

Waarom vindt het vrouwtje het zo belangrijk dat het mannetje aantoont dat hij een uitmuntend visser is? Het antwoord is simpel: ijsvogels kunnen nesten met meer dan vijf jongen hebben, die samen tot honderd visjes per dag nodig hebben om op te groeien. Zit je als vrouwtje opgezadeld met een stuntelige visser, dan speel je energie kwijt door een verlies van jongen. Sowieso spartelt maar een kwart van de jonge ijsvogels door hun eerste winter.

IJsvogels kunnen twee tot zelfs drie legsels per jaar grootbrengen. Dat zijn véél jongen per koppel. Het is de hoofdreden waarom ijsvogelpopulaties na een crash snel uit een diep dal kunnen kruipen. Tot 2013 daalden hun populaties in België en Nederland dramatisch door enkele zware winterperiodes. Als alle wateren dichtgevroren zijn, vinden ijsvogels geen eten meer.

Maar de laatste drie winters waren zo zacht dat de ijsvogel zich spectaculair herstelde. Het helpt ook dat onze waterlopen in de laatste decennia weer zuiverder zijn geworden. Een ijsvogel heeft een tot drie kilometer ‘beeklengte’ nodig als territorium, ook buiten het broedseizoen. Hoe helderder het water en hoe meer vis erin zit, hoe kleiner het territorium kan zijn. Maar vliegen moeten ijsvogels altijd, tot vreugde van wandelaars en wielertoeristen die hen tegenwoordig makkelijker dan ooit te zien krijgen.

Veel ijsvogelvrouwtjes zijn niet snel tevreden met de vis die het mannetje aandraagt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content