BEESTENBOEL

© Cheese photography

Bioloog Dirk Draulans zoomt elke week in op een opvallend specimen in de Vlaamse natuur – de mens uitgezonderd. Deze week: de koekoek.

Het lijkt een slimme levensstrategie: je brengt het grootste deel van je tijd door in het evenaarswoud, waar je veel te eten hebt, maar voor je voortplanting maak je een lange reis naar het noorden. Daar dump je gauw wat eieren in nesten van vogels die de voeding van je jongen voor hun rekening zullen nemen, waarna je weer naar huis vertrekt. Je moet er wel een tocht van twee keer 5000 kilometer per jaar voor over hebben, en twee passages boven de Sahara, maar omdat je op die manier ontsnapt aan de concurrentie van soorten met een vergelijkbare levensstijl in het woud waaruit je stamt, én terechtkomt in een regio met veel minder competitie voor de grote rupsen die je voornaamste voedsel vormen, kan de risicovolle investering renderen.

Onze koekoek is in feite een soort uit het Afrikaanse regenwoud die bij ons eieren komt leggen. Sommige mannetjes blijven amper zes weken ter plekke om te paren. Koekoeken hebben enkel succes als hun eieren voldoende op die van hun gastheersoort lijken, anders worden die eitjes vernietigd of verlaten. Daarom heb je koekoeken die gespecialiseerd zijn in kwikstaarten, heggenmussen of karekieten, want ze moeten de kleur van de eitjes van hun gastheer nabootsen. De gastheersoorten worden steeds beter in het herkennen van vreemde eitjes, in een soort biologische wapenwedloop met hun belagers, waardoor koekoeken nóg nauwkeuriger moeten gaan nabootsen. Vogelsoorten die nooit door koekoeken geparasiteerd zijn, kunnen zo naïef zijn dat ze aanvankelijk zelfs niet op de aanwezigheid van een vreemd ei in hun nest reageren.

De vermaarde Britse bioloog Nick Davies onderzoekt al meer dan dertig jaar de relatie tussen koekoeken en hun waardvogels. Hij schreef zijn ervaringen neer in een in het Nederlands vertaald boek met de trefzekere titel De koekoek (Atlas Contact). Hij stelde onder meer vast dat koekoeken het tegenwoordig in onze contreien niet goed meer doen, mogelijk omdat de rupsen waar ze van leven minder talrijk worden als gevolg van pesticiden en het verdwijnen van voedselplanten. Hij constateerde dat karekieten lakser worden in hun reactie op koekoekseieren, nu er minder koekoeken zijn en er dus minder kans is dat ze geparasiteerd worden. Blijkbaar is een afweerstrategie tegen koekoeken zo belastend dat de druk om eieren of legsels te dumpen verkleint als de koekoek het wat laat afweten. De natuur investeert zelden in iets wat niet echt nuttig is.

Wat Nick Davies niet wist, is hoe koekoeken met een bepaalde specialisatie een partner met dezelfde voorkeur vinden. Koekoeken die parasiteren op roodstaarten moeten blauwe eieren leggen, want anders worden ze niet aanvaard. Koekoeken die parasiteren op karekieten moeten lichtgekleurde eitjes met donkere spikkels leggen. Maar hoe weet een koekoekvrouwtje of ze paart met een mannetje dat de juiste informatie over de gewenste eikleur in zich draagt?

Het antwoord verscheen in Nature Communications: ze weet dat niet! Ze hoeft het ook niet te weten, want het heeft geen belang. Ze bepaalt namelijk zelf welke kleur haar eitjes hebben en welke gastheervogel ze kiest. De genen voor op zijn minst blauwe koekoekseitjes worden uitsluitend via de vrouwelijke lijn doorgegeven. Anders zou het wel héél ingewikkeld worden.

Onze koekoek is in feite een soort uit het Afrikaanse regenwoud die bij ons eieren komt leggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content