Beestenboel: raderdiertjes overleven miljoenen jaren zonder seks

© iStock

Leven zonder seks en toch succesvol zijn: het lukt voor bepaalde raderdiertjes.

Ze zitten overal en toch zie je ze niet: raderdiertjes. Ze zijn microscopisch klein, meestal niet groter dan een halve millimeter. Raderdiertjes leven in de lucht en op de aarde en hebben een beetje water in hun omgeving nodig. Zelfs mossen zijn vochtig genoeg. Er zijn concentraties van 2 miljoen raderdiertjes per vierkante meter beschreven.

De diertjes hebben onderaan hun lichaampje een ‘voet’ waarmee ze zich kunnen vasthechten en bovenaan een mond versierd met draadjes die voortdurend ronddraaien om een stroming te genereren – aan die rondtollende draadjes hebben ze hun naam te danken. Uit de opgewekte stroming filteren ze voedingsdeeltjes.

Raderdiertjes plukken genen uit alles waar ze mee in contact komen, zoals schimmels en microben

Raderdiertjes houden biologen in de ban, want een van hun families – de Bdelloida – slaagt er al tientallen miljoenen jaren in te overleven zonder seks. In die tijd hebben ze toch genoeg genetische verschillen vergaard om wereldwijd meer dan vijfhonderd soorten te vormen. De diertjes zijn allemaal vrouwtjes die zich ongeslachtelijk voortplanten. In andere families zijn diertjes waargenomen die mannelijk lijken, maar veel meer dan sperma produceren kunnen die niet – ze zijn zelfs niet in staat zich behoorlijk te voeden.

Bij zich ongeslachtelijk voortplantende soorten duiken mannetjes vaak alleen in moeilijke omstandigheden op, als drastische veranderingen in de leefomgeving genetische bijsturingen vereisen. Dan is geslachtelijke voortplanting nuttiger dan ongeslachtelijke, want de vermenging van de genen van twee individuen leidt sneller tot genetische aanpassingen.

Wetenschappers gingen ervan uit dat de Bdelloida geen seks nodig hebben omdat ze over een ander systeem beschikken om genetische flexibiliteit te bevorderen. Als hun leefomgeving uitdroogt, drogen de diertjes mee uit, zonder het loodje te leggen: ze gaan in overlevingsmodus, een soort schijndood. Als het dan later – dat mag vele jaren duren – weer natter wordt, herleven ze. Ze kennen dan een periode met automatisch herstel van hun DNA, dat door de uitdroging beschadigd kan zijn. Er is lang gedacht dat tijdens die herstelperiode ook het DNA werd aangepast, zodat er toch een grotere genetische bijsturing mogelijk was dan de spontane veranderingen in het DNA die af en toe met ongeslachtelijke voortplanting aan de volgende generaties worden doorgegeven.

Recent onderzoek in PLoS Biology heeft evenwel een andere mechanisme aan het licht gebracht: raderdiertjes blijken uitzonderlijk goed in staat om genen met andere soorten uit te wisselen. Ze plukken genen uit alles waarmee ze in contact komen, zoals planten, schimmels en microben. Een catalogus wijst uit dat alle raderdiertjes samen duizenden genen van andere soorten in hun genoom hebben ingebouwd. Zo hebben ze ongetwijfeld kenmerken verkregen die nuttig zijn voor hun overleving.

Ze hebben dus geen seks – in de betekenis van vermenging van genen van verschillende individuen – maar wel een genetische interactie met andere soorten. Zo bewijzen raderdiertjes hoe flexibel de natuur is als het erop aankomt succesvolle voortplantings- en overlevingsmechanismen uit te dokteren.

Partner Content