‘Balzac is amusant en relevant’

GUY CASSIERS: 'Door een zieke geest te analyseren, kun je jezelf beter leren kennen.' © karel duerinckx

Onze landgenoot Guy Cassiers debuteert volgende week bij de Opéra national de Paris. Hij regisseert Trompe-la-Mort, de nieuwe opera van de Italiaanse componist Luca Francesconi. Centraal staat het universum van Balzac.

GUY CASSIERS: Toen Stéphane Lissner, directeur van de Opéra national de Paris, me vroeg om een opera te baseren op het oeuvre van Honoré de Balzac, gingen er niet onmiddellijk belletjes rinkelen: ik kende die negentiende-eeuwse Franse schrijver amper. Maar hoe meer ik zijn universum verkende, hoe meer ik in bekoring raakte. Balzac leefde voor zijn werk, op het zelfdestructieve af. Zijn klapstuk was La Comédie humaine: onder die titel publiceerde hij tussen 1829 en 1850 meer dan negentig verschillende werken, van romans over novelles en verhalen tot essays, in uiteenlopende stijlen: nu eens realistisch, dan weer romantisch, fantastisch of filosofisch. Samen beschrijven ze zijn wereldbeeld. Dat is allesbehalve fraai. Zijn personages zijn vaak profiteurs, ze willen beter worden van de destructie van de maatschappij. Ze graaien waar ze kunnen. Het is geen toeval dat de Franse econoom Thomas Piketty in zijn wereldberoemde Kapitaalin de 21e eeuw vaak naar Balzac verwijst: ook de eenentwintigste-eeuwse lezer heeft aan La Comédie humaine een hele kluif.

Welke van de vele boeken uit La Comédie humaine hebt u in Trompe-la-Mort verwerkt?

CASSIERS: We combineren Illusions perdues met Splendeurs et misères des courtisanes. Het verhaal speelt zich tegelijk af op drie niveaus, die draaien om evenveel vormen van macht: die van het geld, die van het juridische apparaat, en de macht die manipulatie oplevert. Er zijn ook drie hoofdpersonages. Lucien de Rubempré, een dandy en dichter, wordt verliefd op een courtisane, Esther Gobseck. Beiden raken ze in de ban van een faustiaanse figuur, Vautrain alias Trompe-la-Mort, en algauw ontstaat een noodlottige driehoeksrelatie.

Het verhaal speelt zich af in en rond het Palais Garnier, de plek waar de opera ook wordt opgevoerd. Ik heb de drie niveaus in het verhaal letterlijk naar de scène vertaald. Je hebt de speelvloer, de coulissen – de plek waar de achterkamertjespolitiek plaatsvindt – en ten slotte een virtuele dimensie: Lucien, Esther en Vautrain bewegen zich over een vloer van videoschermen, terwijl de andere personages op loopbanden over de scène schuiven.

Balzacs werk sprak boekdelen over zijn mens- en wereldbeeld. Wat vertelt Trompe-la-Mort over Guy Cassiers?

CASSIERS: Deze opera vormt een thematisch geheel met De welwillenden en Le sec et l’humide, mijn bewerkingen van de Amerikaanse auteur Jonathan Littell. In al die creaties voer ik slechteriken op: zegt dat iets over mezelf? Nee. Anders zou ik naar de psychiater moeten, vrees ik. (lacht) Wat zegt het dan wél? Dit: dat je door een zieke geest te analyseren jezelf beter kunt leren kennen. Balzac zet ons aan om niet bang te zijn voor wat – of wie – ons vreemd is. Waarom kon hij zo vitaal en amusant over schelmen schrijven, denk je? Omdat hij van hen hield.

Trompe-la-Mort speelt van donderdag 16 maart tot woensdag 5 april in de Opéra national de Paris. Meer informatie: www.operadeparis.fr

Door ELS VAN STEENBERGHE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content