Jan Braet kijkt naar kunst en het leven, in bloei en verval, zoals de rozen. Deze week de expo Museum Dirk De Wachter in het Museum Dr. Guislain.

Verwelkomd worden met een Bras d’honneur – het brutale Fuck you!-gebaar op een schilderij van Walter Swennen – vat ik op als een persoonlijke verklaring van vijandigheid. Het Museum Dr. Guislain, dat zijn naam voor de duur van een expo laat vervangen door die van psychiater Dirk De Wachter, slaat een grimmige toon aan. Ik begrijp dat het gebaar van oneer vooral gericht is tegen een samenleving die enkelingen in een hoek drijft waarin ze soms extreme vormen van afwijkend gedrag ontwikkelen. De psychiatrie plakt de verzamelterm borderline op het fenomeen.

De Wachter, zijn collega Erik Thys en de curatoren van het museum persen het thema kunst en psychiatrie in borderlinetijden niet in een monolithisch blok: hun geëngageerde kijk op de geschiedenis van de psychiatrie zit vervat in aparte kabinetten, zodat de beelden van de kunstenaars daarbuiten vrij kunnen ademen en niet wetenschappelijk getoetst hoeven te worden aan de vraag of ze relevant zijn voor borderline of niet. Uit een gelukkige keuze van de werken blijkt wel dat een verstoorde relatie met de buitenwereld tot aangrijpende kunst kan leiden.

Borderlinestoornissen hoeven helemaal niet spectaculair te zijn om te verontrusten. In Monodramas, korte films van Stan Douglas, lopen individuen verloren in een Amerikaanse omgeving die half echt en half nep lijkt. Ze houden er gekwelde zelfgesprekken, horen aldoor stemmen die hen een schuldgevoel aanpraten, ontkennen hun identiteit wanneer ze door een bekende worden aangesproken of zitten halfverdoofd naast elkaar op een publieke bank, onverschillig voor het lot van degene die vlak voor hun neus op de grond ligt.

Ik kijk in een open kartonnen doos naar een video over iemand die de vier zijden van de kartonnen doos waarin ze opgesloten zit helemaal voltekent met de huiselijke dingen die haar dagelijks tussen vier muren omringen. Ze blijft doorgaan tot alles er zwart en uitgevaagd uitziet en er een gat in het karton ontstaat, waar fel licht doorheen schemert. Deze doodsimpele Box van Claudia Gambadoro verklaart niets en suggereert alles over borderline dat ik eigenlijk wil verdringen. Ik voel dezelfde beklemming die me nog harder in het gezicht sloeg bij het bekijken van de foto van Dirk Braeckman, met een in een enge ruimte geprangd meisje, bedekt met een lichtgevend kleed of dwangbuis.

Idem bij het groezelige bed, het felle schijnsel van een nachtlamp, met in de schaduw een slapende vrouw, de benen in een houding die doet uitschijnen dat ze met geweld misbruikt werd, of zich liet misbruiken: fotografe Nan Goldin meldt dat Suzanne in yellow hotel room van prostitutie leefde.

Opgesloten in zichzelf, naar de borderline gedreven, kan iemand zo onhandelbaar worden dat de machteloze psychiatrie een dwangbuis klaarhoudt. Het is voor Regina José Galindo onvoorstelbaar genoeg om er zich een te laten aanmeten tijdens een performance, waarna ze zich prompt gereduceerd ziet tot het meest hulpeloze en vernederde ding op aarde.

Paul Blockx kan de psychische pijn verbijten door af te dalen in zijn innerlijke duister en vervormde gezichten te tekenen. Ze zijn niet half zo monsterachtig als de tronies van het gevaarlijk krankzinnige Trio dat Thomas Schütte sculpteerde. Sommigen leggen zich echter neer bij het uitzichtloze van hun situatie. Onder hen De man die de leegte voortduwt, of veeleer liefdevol koestert, op een schilderijtje van Koen Filet. En Daan van Golden natuurlijk, die theedoeken, zakdoekjes en behangselpapier schildert om innerlijke rust te vinden – een rust waar, af en toe, toch een bevreemdende schaduw overheen glijdt.

Museum Dirk De Wachter in het Museum Dr. Guislain, Gent, tot 25/09.

Een verstoorde relatie met de buitenwereld kan tot aangrijpende kunst leiden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content