ARTROZE

HET VARKEN KOI: 'Belgischer' dan het werk van Wim Delvoye is niet snel te vinden op de markt. © © Studio Wim Delvoye

Jan Braet kijkt naar kunst en het leven, in bloei en verval, zoals de rozen. Deze week: de grote expo Wim Delvoye in het MUDAM.

Misschien herkende groothertogin Josephine Charlotte (1927-2005) iets van haar Belgische afkomst in zijn werk, zodat ze het al vroeg verzamelde en graag opgenomen zag in het onder haar auspiciën opgerichte museum voor moderne kunst (MUDAM) in Luxemburg. ‘Belgischer’ dan het werk van Wim Delvoye is niet snel te vinden op de markt. Zijn grote solotentoonstelling in het MUDAM, dat er zijn tienjarig bestaan mee opluistert, biedt een kans om het tricolore element in dat oeuvre te onderlijnen én te relativeren.

Zelf wordt de kunstenaar niet graag vastgepind, en hij maakte er in het MUDAM dan ook geen complete overzichtstentoonstelling van. ‘Ik ben Peter Pan en vlieg overal van weg’, zo begroette hij me. Mogelijk koestert hij vooral een haat-liefdeverhouding tegenover gemeenplaatsen. Zelden immers maakte een kunstenaar zo keurig gehakt van aftandse clichés als hij. Kijk naar zijn Bibliotheek (1990), samengesteld uit handzagen, elk voorzien van een ander cliché: ‘Voorkomen is beter dan genezen’, ‘Verdeel en heers’, ‘Oude liefde roest niet’, het ene al afgezaagder dan het andere, maar blijvend populair in België.

Wim deelt de liefde van de modale Belg voor pronkkastjes vol Delfts porselein. Glanzende bordjes met windmolenmotief laat hij dolgraag uitvoeren in de vorm van cirkelzagen. Landgenoten met een baksteen in hun maag voorziet hij naar hartenlust van betonmolens en cementwagens, maar hij laat er fijn geciseleerde pronkstukken van maken in exotische houtsoorten. En het moet gezegd, hij doet een beroep op de beste vertegenwoordigers van oude ambachten om courante gebruiksvoorwerpen het aanschijn en de status van decoratieve kunstwerken te geven.

De Belgische volksaard placht door en door godsdienstig te zijn, getuige de schat van gotische kerken in onze steden. Zoals de middeleeuwse metselgezellen stenen maaswerk aanbrachten in de boogvelden, zo laat Delvoye dezelfde patronen in staal reproduceren ter versiering van zijn gotische constructies. Zijn Kapel (2006) is een hoofdwerk in de collectie van het MUDAM. Ieder die ze betreedt, voelt de religieuze sfeer maar ziet ook dat er geen heiligen op de glasramen afgebeeld staan. Ze zijn vervangen door röntgenfoto’s van gebeenten, de meeste schimmig, enkele heel precies, zoals twee skeletten die elkaar innig omhelzen in de geest van James Ensor en Antoine Wiertz.

Dit romantisch-decadente sfeertje verraadt enige verwantschap met de culturele referenties van de Belgische bourgeoisie, een vermoeden dat bevestigd wordt in de elegant verdraaide poses van esoterische figuren in gepatineerd brons, zilver en porselein. Die ontpoppen zich als nazaten van de beste Belgische art-nouveau-edelsmeden, zoals de familie Wolfers.

Een stuk minder gesofisticeerd zijn de motieven waarmee Delvoye varkens liet tatoeëren. Maar de opgezette exemplaren, uitgestald in het MUDAM, bewijzen dat hier meester-tatoeëerders aan de slag zijn gegaan. Ze wettigen ten volle de aanwezigheid van deze vaderlandse hoevedieren in het museum in plaats van in hun stal. De kunstenaar koos voor het varken omdat het qua zenuw- en spijsverteringstelsel het dichtst bij de mens zou staan.

En zo blijkt deze zo typisch Belgische kunst toch weer terug te leiden tot een meer universeel type, dat zich bezighoudt met de aard van mens en dier. Tenslotte zijn de bekendste meesterwerken van Delvoye niet voor niets de machinale nabootsingen van het organisme in zijn functies van vertering en afscheiding. Van de tien bestaande Cloaca’s krijgen we er twee te zien, waarvan één in werking. De Cloaca 4 is vegetarisch zoals de kunstenaar en wordt elke dag tweemaal gespijsd met groenten en fruit. De kak is bleek en verspreidt haast geen stank.

Wim Delvoye, tot 8/1/17 in het MUDAM, Park Draï Echelen 3, Luxemburg.

‘Zelden maakte een kunstenaar zo keurig gehakt van aftandse clichés.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content