Bert Bultinck

‘De helft van Europa worstelt vandaag met de parlementaire democratie’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck ziet hoe democratische procedures – ‘niet alleen in dit land’ – in hun voegen kraken, maar blijft optimistisch: ‘Het zou wel eens kunnen dat de apocalyps ook in 2019 zal uitblijven.’

Koning Filip maakt zich zorgen. Het relletje over het weinig milieuvriendelijke haardvuur in de achtergrond heeft de groene toetsen in zijn kerstboodschap ondertussen tot fijnstof gereduceerd, maar zijn opmerking over de Wetstraat van vorige week blijft overeind. ‘Vandaag beleven we ernstige politieke spanningen’, klonk het, en inderdaad: zelfs in België zien we niet elk jaar een premier in twee tellen op de grond vallen, waarna hij de komende maanden met een grimas op het gezicht verder strompelt. Het is een chaotische toestand waarin de vraag naar onmiddellijke verkiezingen legitiem is, anders dan de meeste partijen beweren. Tegelijk was de veel te laat uitgelokte rel over het migratiepact ook een doorzichtige manier om het thema van de verkiezingen te bepalen, terwijl een kiezer in deze contreien het idee koestert dat hij dat zelf mag doen. In dat licht was de hoop van de koning op verantwoordelijke beleidsmakers bijna aandoenlijk.

De helft van Europa worstelt vandaag met de parlementaire democratie.

De democratische procedures kraken in hun voegen, en niet alleen in dit land, waar het lijkt alsof we de laatste jaren nooit echt iets anders dan lopende zaken hebben gehad, of de premier nu van de PS kwam of van de MR. De Franse krant Le Monde telde vorige week maar liefst 14 regeringen zonder klassieke meerderheid in de Europese Unie: de helft van Europa worstelt vandaag met de parlementaire democratie. In het Verenigd Koninkrijk, vandaag wellicht het meest verscheurde land van Europa, regeert Theresa May al sinds juni 2017 met de steun van de Noord-Ierse Democratic Unionist Party (DUP), die ervoor koos om niet in een coalitie te gaan zitten. In Spanje leidt de sociaaldemocraat Pedro Sánchez een wankel minderheidskabinet. In Denemarken beschikt de regeringscoalitie maar over 30 procent van de zetels en moet ze steunen op de nationalistische oppositie, die zo het beleid mee kan bepalen én oppositie kan blijven voeren, wat we in België al meer dan vier jaar gewoon in de regering doen. Ook bijvoorbeeld in Estland, Litouwen, Kroatië en Slowakije zijn vandaag minderheidsregeringen aan de macht.

Het is niet raar om te denken dat er aan het systeem zelf moet worden gesleuteld. In eigen land stellen auteurs als Manu Claeys en David Van Reybrouck al langer voor om de burger directer bij het proces te betrekken, zonder beroepspolitici, met werkgroepen, of zelfs met loting. Maar ook in het buitenland, onder meer in Duitsland, wordt nagedacht over klassiekere aanpassingen van de kiesprocedures, of over kortere termijnen voor de kanselier. Die experimenten kunnen zeker hier en daar de legendarische ‘kloof met de burger’ verkleinen, zeker als ze zich concentreren op concrete vraagstukken, ver van explosieve symbooldiscussies.

Toch valt meer heil te verwachten van nieuwe politieke partijen en jonge politici die de wil van grote delen van het volk met vuur en daadkracht politiek kunnen vertalen. Onze parlementaire democratie is veerkrachtiger dan weleens wordt gedacht. In België hebben de oude eerbiedwaardige partijen het al decennia moeilijk, maar zijn jonge partijen als Groen of N-VA springlevend. Ook elders in Europa scoren nationalistische of ecologische partijen en partijtjes. Partijen die voor vrouwenrechten strijden maken opgang, en Marianne Thieme, van de Nederlandse Partij voor de Dieren, maakt school met verzet tegen stierengevechten in het zuiden en tegen bont in het noorden van Europa.

Die jonge bewegingen bieden aantrekkelijke nieuwe thema’s aan, maar ook voor hen is het zoeken om verrassende standpunten van kiezers te combineren. Een kiezer kan vandaag bijvoorbeeld migratiesceptisch zijn, feminist, tégen een al te liberale euthanasiewetgeving en vóór meer belastingen op multinationals. Dat zijn posities die twintig tot dertig jaar geleden respectievelijk rechts, links, rechts en links genoemd zouden zijn. Al die verschillende posities in één partijprogramma gieten is bijna niet te doen. Daarom proberen brede volkspartijen als de N-VA geregeld van verschillende walletjes te eten, met soms flagrante contradicties tot gevolg, als er al geen sprake is van bipolair gedrag.

Pessimisten zien in deze transitieperiode een mars der dwaasheid richting populisme of erger. Feit is dat het debat, van gele hesjes tot Theo Francken, zelden zo gewelddadig werd gevoerd. Maar optimisten hebben ook argumenten: de politieke mobiliteit en innovatiekracht probeert gelijke tred te houden met een wereld die snel verandert. Waakzaamheid blijft geboden, zeker als het over de opwarming van de aarde gaat. Maar het zou wel eens kunnen dat de apocalyps ook in 2019 zal uitblijven.

Dit artikel verschijnt 2 januari in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content