Anti-Barbie

MELISSA ICHIUJI Kissie Kissie, 2008 © ©Collectie familie Servais foto Helmuth Humphrey

Poppen waren niet aan mij besteed, aan welke jongetjes wel? We groeiden op in de jaren negentienvijftig. Mijn zus droeg haar pop Rina Bauwen plechtig naar de tuin in een sober houten bakje met haar naam en een kruis op getekend. Ik geloof dat ze een beetje huilde toen ze het kistje in een kuil legde en met aarde bedekte. De invoering van Barbie in 1959 deed de diepe verwantschap tussen poppen en kleine mensen grotendeels teniet, ten voordele van uiterlijkheden en parafernalia. Ik heb mijn dochters hun Barbies nooit ten grave zien dragen, laat staan dat ze er een traan om zouden hebben gelaten. De rest van de familie Barbie – met Ken de jongen, Christie de Afro-Amerikaanse en Becky de gehandicapte – zag er even snoezig als gelikt uit. Vandaag zou de aanbevolen opvoeding de meisjes een beetje van hun poppenliefde af willen helpen, en doorgeven aan de jongetjes, die er onverschillig voor gebleven zijn.

Alleen in de kunst mogen poppen zich in een gelijke waardering door beide seksen blijven verheugen. De redenen waarom hebben nogal eens te maken met diep in het onderbewustzijn verborgen affecten. Die zijn van alle mensen en ze laten zich gewillig op een plastische manier tot uitdrukking brengen in een poppenlijf. Bij voorkeur in stevige vervormingen van de menselijke figuur, alsof kunstenaars alleen onmogelijke creaturen of zelfs monsters op de wereld willen zetten, wanneer ze poppen maken. Hun motieven zijn velerlei, zo mag blijken uit de expo Poupées et Tabous in het Maison de la Culture in Namen, op de plek waar Samber en Maas samenvloeien.

Sommigen bevrijden zich van innerlijke kwellingen, jeugdtrauma’s, verboden seksuele verlangens of gewelddadige neigingen. Anderen doen het uit compassie of verontwaardiging over echte monsterachtigheden, mensen aangedaan. De surrealist Hans Bellmer (1902-1975), de eerste moderne kunstenaar met poppen, was zowel innerlijk gekweld als verbijsterd door de nazigruwelen, begaan door oorlogsmisdadigers als Klaus Barbie. Bellmers foto’s van de mismaakte creaturen die hij zelf in de wereld zette, volgen de koele esthetiek van de afschuw. Ik durf het woord schoonheid hier echt niet in de mond te nemen. Marianne Berenhaut, als Joodse peuter door de nazi’s beroofd van haar ouders, stopte vodden in afgedragen nylons en maakte er deerniswekkende vormen van die doen denken aan stukken van verstikte mensen.

Sociale kritiek en zelfironie kleuren de fotomontages van Olivier Rebufa, wanneer hij zich inbeeldt dat hij samenleeft met Barbie als modelechtgenote of buurvrouw. Dat courante type man-vrouwverhouding was al eens lucide beschreven door Marcel Proust in Le Côté de Guermantes. Het drama van de liefde, zo schrijft hij, is dat we niet beginnen met een echte vrouw maar met een pop in ons hoofd. Met veel tijd en moeite zullen we de echte vrouw dwingen om erop te lijken. Het citaat hangt in koeien van letters op de muur in Namur.

Voor de Amerikaanse Cindy Sherman moet er ook een feministische reflex hebben meegespeeld: laat ik eens dat kleffe schoonheidsideaal à la Barbie te lijf gaan met de meest schokkende lichaamshoudingen die ik me kan indenken. Met het werk van haar landgenote Melissa Ichiuji wordt echter ook aangetoond dat een bepaald soort lelijkheid à la Bellmer nog moeilijk te onderscheiden valt van ware schoonheid, wanneer de lichamen van haar toegetakelde poppenmensen houdingen aannemen die de elegantie van gevallen danseressen benaderen. Ichiuji is zelf zo iemand. In 1985 begon ze in New York aan een veelbelovende carrière als danseres, maar ze moest daar van de ene dag op de andere mee stoppen door een enkelbreuk. Dan herbegon ze aan het nederige werk waar ze ooit als kind mee bezig was, poppen naaien. Nu kon ze er alles in kwijt: vrouwelijke fierheid, moederschap, verminking, seksualiteit, geweld en dood. Dat is niet niks.

Poupées et Tabous, Maison de la Culture, Namen, tot 26/06.

In poppen kan Ichiuji alles kwijt: moederschap, seksualiteit, verminking.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content