Anders leren lezen in de praktijk

DE TINTELTUIN 'Allemaal vlotte lezers en goede spellers.' © Eric de Mildt

In 2009 opende in Zoutleeuw de TintelTuin, een school die werkt volgens de principes van het Freinetonderwijs. Lezen en schrijven leerden de leerlingen er vanaf het begin met de Alfabetcode, een methode die door taaldocent Erik Moonen werd ontwikkeld. Volgens Bart Ipers, TintelTuin-oprichter en leerkracht Nederlands, is de methode de beste remedie tegen de lees- en schrijfmoeilijkheden waarmee zo veel scholieren kampen. ‘Onze resultaten liegen niet’, zegt Ipers. ‘Aan het eind van het zesde leerjaar werden alle kinderen hier getest, met dezelfde gestandaardiseerde toetsen als op andere GO!-scholen. Resultaat: allemaal zijn ze vlotte lezers en goede spellers.’

Anders leren lezen in de praktijk

De Tinteltuin is de eerste school die kinderen volgens deze methode leerde lezen en schrijven. Zes andere scholen hebben dat voorbeeld ondertussen gevolgd.

Erik Moonen liet zich voor zijn methode inspireren door de Amerikaanse psychologe Diane McGuinness. In haar boek Why our children can’t read and what we can do about it (1999) wijst ze op constructiefouten in de gebruikelijke methodes voor lezen en schrijven. Die leren kinderen lettertekens herkennen en verklanken. Een aanpak die aansluit bij wat kinderen al kennen, doet het andersom. Kinderen weten hoe woorden klinken, in die woorden leren ze afzonderlijke klanken herkennen. En daarna leren ze voor elke klank een letter of lettercombinatie opschrijven.

‘In de gebruikelijke methodes zitten tal van fouten’, zegt Moonen. ‘Sommige kinderen leren dat je wel hoort of je na ‘ou’ nog een ‘w’ schrijft of niet. Bijna allemaal leren ze dat je de medeklinker verdubbelt na een korte klinker. Maar elke dag zien ze dat die regel onbetrouwbaar is: ‘papier’, ‘alarm’, ‘agent’ en honderden andere gewone woorden hebben na een korte klinker geen dubbele medeklinker. Nu kunnen we al die woorden tot een bijzondere categorie van uitzonderingen bombarderen, of de kinderen leren hoe het echt zit: na een beklemtoonde (korte) a, e, i, o, u wordt de medeklinker verdubbeld, na een onbeklemtoonde meestal niet. En dat leg je dan stap voor stap aan de kinderen uit. Eerst de medeklinker die het vaakst wordt verdubbeld, de ‘k’. We zeggen: als je in een woord ‘akke’, ‘ekke’, ‘ikke’, ‘okke’ of ‘ukke’ hoort, moet je de letter ‘k’ twee keer schrijven. Als je zo het rijtje medeklinkers een voor een afwerkt, wordt de verdubbeling voor alle kinderen een voorspelbare zaak. Natuurlijk leren sommige kinderen minder snel dan andere. En natuurlijk is het moeilijker voor kinderen die thuis geen Nederlands praten. Maar dat wil niet zeggen dat ze het niet kunnen leren. Geef ze instructie die correct is en altijd helder, geef ze goed oefenmateriaal en voldoende tijd. Daar worden ze allemaal beter van.’

Meer over deze methode op alfabetcode.be en in het boek Dwaalspoor dyslexie. Hoe elk kind een vlotte lezer wordt (WPG Uitgevers).

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content