Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Logos jent de puristen met muziekrobots.

Door de decennialange opgang van de oudemuziekbeweging zijn in de appreciatie van klassieke muziek de objectieve stijlkenmerken van een uitvoering en het instrumentarium erg belangrijk geworden. Misschien belangrijker dan voor de contemporaine uitvoerders. Niet alleen op barok- maar ook op renaissance- en middeleeuwse, classicistische en romantische muziek rusten puristische aanspraken. Het is wachten op lijfstraffen met historisch verantwoord materiaal, voor wie nog zondigt.

Dat de Gentse Stichting Logos, al decennialang begaan met nieuwe, liefst experimentele muziek, een nieuwe opname wijdt aan oude muziek, is anachronistisch verfrissend. Zes echte muzikanten (tenor Ludwig Van Gijsegem, blokfluitist Marcel Ketels, violist Stefaan Smagghe, gambist Dirk Moelants en de arrangeurs-programmeurs Sebastian Bradt en Xavier Verhelst) treden er in gesprek met . Dat laatste betekent Mens en Machine en verwijst naar Logos’ huisorkest van robots – die fysiek spelen, dus geen synthesizers zijn – ontworpen en gebouwd door musicoloog, componist, ingenieur, goeroe en revolutionaire muziekdenker Godfried-Willem Raes.

Deze plaat wil en zal puristen jennen, maar er is meer. Wie Raes’ muziekrobots, tja, live aan het werk kon horen, weet dat ze prachtig zijn en klinken. Ontroerend, zo zou de argeloze luisteraar en kijker zelfs kunnen vinden, zeker als hij de strakke boodschap van objectiviteit en demystificatie die Raes wil brengen niet kent.

Raes ziet overeenkomsten tussen zijn denkbeelden en die van de oude meesters: objectieve benadering van het compositorische ambacht, gerichtheid op het materiaal, afwezigheid van oneigenlijke zelfexpressie door het ‘abstracte’ medium muziek, opheffing van de grens tussen auteur en uitvoerder. Raes maakt met andere woorden van de romantiek en haar idealen de gemeenschappelijke vijand. Een sofisme van formaat, want de oude meesters kunnen zich niet over het unilateraal door hem gesmede verbond uitlaten. Bovendien: wie zou in Monteverdi’s Lamento della ninfa of Purcells klaagzang voor Dido geen zelfexpressie of concreet draaiboek vermoeden? En wat zou qua zelfexpressie verder kunnen gaan dan het opheffen van de grens tussen auteur en uitvoerder? Strijdbaarheid en rabiate rationaliteit zijn zoals alle deugden: onverdund wekken ze ergernis.

Behalve die filosofische bedenking niks dan bewondering voor dit staaltje vakmanschap. Wie zich bij musicerende robots alleen maar gebrek aan poëzie kan voorstellen, vergist zich; hij zal ervan versteld staan hoeveel groove en ander enthousiasmerend vermogen er verscholen zit in machines die met liefde en kennis gebouwd zijn, en razend kort en toegewijd reageren op de instructies die hen over de kloof van een paar eeuwen worden aangereikt.

LOGOS LPD 018. INFO: HTTP://LOGOSFOUNDATION.ORG

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content