Robert Peeters, die in de erfeniskwestie rond de zaak-IJsboerke een van de zonen van de oorspronkelijke eigenaars verdedigde, wordt verdacht van zware oplichting van zijn cliënt. De zaak werpt een licht op de praktijken van Peeters en diens relaties met Glenn Audenaert.

De aantijgingen tegen Peeters in de zaak rond IJsboerke zijn ernstig. Dat blijkt uit diverse getuigenissen en verslagen die Knack kon inkijken.

De achtergrond: Gustaaf Janssens, de oprichter van IJsboerke Groep, bracht zijn bedrijf in het kader van zijn erfenisplanning onder in een holding, Starco Tielen. Een van zijn zonen, Roger Janssens, kreeg een vierde van de aandelen. Die verkocht hij aan zijn broer Achilles, die ze later voor een veelvoud aan de Nationale Portefeuillemaatschappij zou verkopen. Roger Janssens voelde zich bekocht en riep de hulp in van een advocaat: Robert Peeters.

Meteen stelde Peeters voor dat Roger Janssens bewarend derdenbeslag zou leggen lastens Starco Tielen, om zo druk uit te oefenen op zijn broer. Peeters zou de zaak winnen, zo verzekerde hij zijn cliënt. Niet alleen omdat hij over de allerbeste relaties beschikte. Ook omdat hij al in het bezit zou zijn geweest van zwarte verkoopbonnen van IJsboerke, waarmee hij de tegenpartij onder druk zou kunnen zetten.

Peeters zou de zaak dus winnen. Daarvoor zou Janssens hem na afloop een commissieloon van 11 procent uitbetalen. Maar in afwachting van de uiteindelijke afrekening zou Peeters alvast voorschotten hebben gevraagd. Die had hij nodig om zijn ‘goede relaties’ te ondersteunen, en voor de procedures die zouden worden ingezet bij de Brusselse rechtbank van koophandel.

De voorschotten liepen hoog op. Uit de verslagen die wij konden inkijken, zou Janssens een eerste keer 100.000 euro hebben moeten betalen – geld dat hij nooit meer zou terugzien. Bovendien zou het grootste deel van zijn onroerende bezittingen verkocht zijn. De opbrengst ervan, 1 miljoen euro, zou in handen van Peeters gebleven zijn.

Bovendien zou Janssens gevraagd zijn de aandelen van zijn patrimoniumvennootschap in een andere vennootschap onder te brengen, die gecontroleerd werd door Peeters. Als hij dat niet zou doen, zou zijn veiligheid in gevaar komen. Hij zou daarbij gedreigd hebben met de tussenkomst van de directeur van de gerechtelijke politie van Brussel, Glenn Audenaert. Roger Janssens werd bang, en diende op verzoek van Peeters een klacht in tegen Glenn Audenaert bij het Comité P. De klacht is inmiddels ingetrokken.

Janssens is door de hele zaak veel van zijn bezittingen kwijtgespeeld. De procedures voor de Brusselse rechtbank van koophandel mochten dan al succesvol zijn, in maart 2006 besliste het hof van beroep in Antwerpen dat de procedure tot de vernietiging van de verkoop van de aandelen ongegrond werd verklaard. Voor Janssens was dat catastrofaal.

In maart 2008 diende hij een strafklacht in bij de Brusselse Procureur des Konings tegen onder meer Robert Peeters en onbekenden. Het onderzoek is aan de gang.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content