‘Abdeslam is absoluut geen lichtgewicht’

SAMIA MAKTOUF: 'Moureaux was twintig jaar burgemeester, wat uithoudingsvermogen betreft kan hij zich meten met Afrikaanse leiders.' © Benoit Tessier/Reuters

Dat Salah Abdeslam al die tijd gewoon thuis in Molenbeek was, heeft de Frans-Tunesische advocate Samia Maktouf geen seconde verbaasd. Namens de familie van een slachtoffer van de aanslagen in Parijs wil zij België laten veroordelen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). ‘Men kon eenvoudig niet níét weten hoe gevaarlijk het netwerk in Molenbeek was.’

Is Salah Abdeslam een mislukkeling, een nepjihadist, een lichtgewicht? Advocate Samia Maktouf begrijpt ‘helemaal niets’ van het beeld dat wordt geschetst van Europa’s meest gezochte terrorist, die vorige week levend werd gevat. Hij zou ‘het ‘minst geradicaliseerde lid’ van het commando van 13 november zijn. Maar dat Abdeslam zichzelf niet opblies bij het Stade de France in Parijs neemt niet weg dat zijn rol cruciaal was, meent ze. ‘Hij was duidelijk een van de planners van de operatie’, zegt Maktouf, die in Frankrijk de laatste jaren bekend werd als terreur-advocaat.’Hij heeft auto’s en appartementen gehuurd, waterstofperoxide en ontstekers voor de bomgordels gekocht, hij reisde Europa rond om andere terroristen te vervoeren en hotelkamers voor ze te reserveren.’

Nu wil Abdeslam zich waarschijnlijk de rol van spijtoptant aanmeten, maar daar zouden de media niet in mee moeten gaan, waarschuwt Maktouf. ‘Wie zijn betekenis minimaliseert of hem zelfs afschildert als een slachtoffer van anderen, beledigt de nabestaanden.’

Dat hij bijna vier maanden kon onderduiken in Molenbeek heeft Maktouf geen seconde verbaasd. ‘Hier vond Abdeslam de steun die hij nodig had. Dat is ook de schaduw die over het goede nieuws van zijn arrestatie hangt: er zijn nog zo veel gevaarlijke mensen vrij, de kring rond Abdeslam is aanzienlijk.

Maktouf was vorige week nog in Brussel, onder andere voor een interview met de Franstalige zender RTL. Zij zou er Philippe Moureaux (PS) ontmoeten, maar de voormalige burgemeester van Molenbeek kwam niet opdagen. ‘Dat was jammer, want zo kon ik hem niet vertellen hoe ik over hem denk. Meneer Moureaux veegt zijn eigen straatje schoon in zijn boek De waarheid over Molenbeek. Hij heeft niets verkeerds gedaan, zou zelfs alles gedaan hebben om het tij te keren. Dat is een belediging van de nabestaanden van de 130 slachtoffers van 13 november. Hoe kan die man rustig slapen? Hij stond er met zijn neus bovenop.’

Wat verwijt u hem?

SAMIA MAKTOUF: Van de dertien leden van het commando jihadisten van 13 november kwamen er negen uit België of ze hadden de Belgische nationaliteit. In Molenbeek heeft zich een proces van radicalisering zonder weerga afgespeeld. Het was voor iedereen goed te volgen. Mij viel op dat de gemeente aan Brussel vasthangt. Het is geen geïsoleerd gebied zoals sommige immigrantenwijken in Frankrijk. Ik was verrast door de fraaie architectuur, door de menselijke maat. En toch zijn hier monsters opgegroeid. Waarom? Omdat men de ogen heeft gesloten, men heeft niets wíllen zien.

Wat kon Moureaux doen?

MAKTOUF: Hij heeft een morele en politieke verantwoordelijkheid. Moureaux was twintig jaar burgemeester, wat uithoudingsvermogen betreft kan hij zich meten met Afrikaanse leiders. Hij is het type politicus dat zich alleen bekommert om de vraag hoe je wordt herkozen. Dat deed hij door de kiezers te geven wat ze willen, door bijvoorbeeld toe te staan dat sjeik Bassam in zijn Centre Islamique Belge (CIB) religieuze huwelijken sloot. In zijn boek schrijft Moureaux onbekommerd dat hij daar op bezoek ging. Dat is belachelijk, hij had daar alleen mogen komen om dat CIB te sluiten. Hij wist dat er in bepaalde moskeeën haatpreken werden gehouden. En op 100 meter van het politiebureau mocht Sharia4Belgium zijn gang gaan. Terreur gedijt bij een mentaliteit, bij een state of mind, radicalen zoeken mogelijkheden om te hersenspoelen en indoctrineren. Kinderen wordt verteld dat de islam boven alles gaat, dat de Belgische staat eigenlijk geen bestaansrecht heeft, dat we het gelukkigst zijn in een kalifaat. Daar werd niet tegen opgetreden.

België is een rechtsstaat. Ideeën zijn moeilijk te verbieden, ook al bevallen ze ons niet.

MAKTOUF: Men heeft de rechtsstaat juist verraden door niets te doen tegen Bassam of Sharia4Belgium. Sharia4Belgium heeft publieke diensten en ruimten gebruikt om radicale propaganda te verspreiden. Het radicalisme vond een buitengewoon vruchtbare bodem in België, in Molenbeek kon een terroristisch netwerk in alle rust groeien en bloeien.

En daarom hebt u namens de familie van een van de slachtoffers van Parijs een klacht ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)?

MAKTOUF: Ja. Het gaat ons om de waarheid. De Belgische autoriteiten hebben gefaald, ze hebben niet de maatregelen genomen om mensen te beschermen die onder hun jurisdictie vallen, ze hebben niets gedaan om het netwerk in Molenbeek te ontmantelen. Ik baseer me op artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): ‘Het recht op leven wordt beschermd door de wet’, staat er. Daaruit volgt dat de staten die het verdrag hebben ondertekend de plicht hebben hun burgers te beschermen. Ons initiatief heeft vooral een preventief doel: wij willen door een veroordeling van België vermijden dat er nog grote fouten worden gemaakt en er nieuwe slachtoffers vallen.

Om aan te kloppen bij het EHRM moeten de binnenlandse rechtsmiddelen uitgeput zijn. Waarom stapt u niet naar een Belgische rechtbank?

MAKTOUF: Uit eerdere gevallen blijkt dat je niet altijd verplicht bent om eerst alle nationale rechtsmiddelen te gebruiken als die geen redelijke kans bieden op succes. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer de autoriteiten van een land niets hebben gedaan om de aantasting van de rechten van de klager – het recht op leven, in dit geval – te stoppen. Deze kwestie beantwoordt aan die eis.

Over de fouten gesproken die werden gemaakt: het Comité P, het externe controleorgaan op de politie van het federale parlement, onderzoekt of de federale politie in juli 2014 op de hoogte was van de plannen voor een aanslag.

MAKTOUF: De federale politie is toen telefonisch gewaarschuwd dat de broers Abdeslam een aanslag planden. Ze stonden volgens die politiebron in contact met Abdelhamid Abaaoud, die toen in Syrië was. Er is níéts met die informatie gedaan. Uit een eerste onderzoek blijkt dat er veel misging, informatie werd bijvoorbeeld niet gedeeld door de betrokken diensten. Nu is het wachten op het rapport van het Comité P, dat achter gesloten deuren werkt.

Voor u staat vast dat de aanslagen van 13 november voorkomen hadden kunnen worden?

MAKTOUF: Men kon eenvoudig niet níét weten hoe gevaarlijk het netwerk in Molenbeek was. Neem bijvoorbeeld de lijst van 800 jihadisten die in 2013 werd opgesteld door het Orgaan van de dreigingsanalyse, de Ocad. Die lijst is in 2013 naar Molenbeek gestuurd. Er stonden 85 Molenbekenaren op, onder wie Abaaoud, Salah en Brahim Abdeslam, en Mohammed Abrini. In dezen valt Moureaux of zijn opvolger niet veel te verwijten, maar de federale autoriteiten wel.

Abaaoud kon België in 2014 verlaten. In het propagandablad van de Islamitische Staat, El Dabiq, maakte hij zich vrolijk over de Belgische autoriteiten, die hem vrij lieten reizen tussen België en Syrië.

Kan dat het gevolg zijn van overbelasting, van een gebrek aan middelen? 800 mensen volgen is veel.

MAKTOUF: Het is geen kwestie van kunnen, maar van willen. Je moet je bewust zijn van de situatie, je moet beseffen hoe groot het gevaar is, en daar moet je naar handelen. Dat besef was er onvoldoende.

De daders zijn altijd bekenden, de inlichtingendiensten hebben altijd gefaald, heet het. Wat is het verschil tussen de aanslagen van 13 november 2015 en pakweg de aanslagen van 11 september 2001 of de treinaanslagen in Madrid van 11 maart 2004?

MAKTOUF: Dat is waar. Ik ben ook de advocaat van de moeder van een van de slachtoffers van Mohammed Merah, de ‘scootermoordenaar’ van Toulouse. Op Merah is ook niet goed gelet, terwijl bekend was dat hij tot het ergste in staat was. Hij schoot onder anderen twee Joodse kinderen door het hoofd. Het verschil is dat we nu niet meer zwijgen. We mogen niet accepteren dat aanslagen gezien worden als een verkeersongeval, als iets waar weinig aan te doen valt. We kennen de daders al.

Maar daar zijn wél bewijzen voor nodig.

MAKTOUF: De vrijheid van wie anderen naar het leven staat is niet onbeperkt. We kunnen terreur bestrijden én de principes van de rechtsstaat in acht nemen. We wachten nu veel te lang voor Justitie in actie komt, we verzamelen alleen informatie. In Frankrijk hebben we honderden radicalen met een ‘fiche s’-aantekening, de ‘s’ van ‘staatsgevaarlijk’. Daar gebeurt niets mee voor ze tot daden overgaan. En hoe langer het duurt voor een onderzoeksrechter van het antiterreurparket zich ermee bemoeit en eventueel tot vervolging overgaat, hoe meer bewijzen verloren gaan. Dat kan niet meer, het moet echt anders.

DOOR KLEIS JAGER

‘We mogen niet accepteren dat aanslagen gezien worden als een verkeersongeval, als iets waar weinig aan te doen valt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content