‘Welke kleur zal de Eiffeltoren volgende keer krijgen?’ De vraag stond volgens krantenberichten op een onlineforum van de terreurbeweging Islamitische Staat. De IS had net de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en het Brusselse metrostation Maalbeek opgeëist, waarbij minstens 35 doden en meer dan 270 gewonden vielen. Als hulde aan de slachtoffers en uit solidariteit met ons land werden daarna veel iconische gebouwen, waaronder de Parijse Eiffeltoren, met de Belgische driekleur uitgelicht. De IS-poll leverde een heel reeks landen op als volgende doelwit voor een aanslag: Groot-Brittannië, Rusland, de VS, Duitsland, Italië, Denemarken, Nederland, Spanje, Australië en Nieuw-Zeeland. De boodschap mag duidelijk zijn: de IS slaat toe waar en wanneer hij wil. De hoofdstad van Europa heeft dat vorige week ondervonden.

Drie zelfmoordterroristen waren betrokken bij de aanslagen in Zaventem en Brussel, die geclaimd werden door de IS. In een opeisvideo voert de Antwerpse Syriëstrijder Hicham Chaib het woord. Chaib was lijfwacht en rechterhand van Fouad Belkacem, vorig jaar veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf als leider van de terroristische groepering Sharia4Belgium. In Nederlands met een Antwerps accent richt Chaib zich ’tot de Belgische bevolking, de Belgische regering, Europa, heel de wereld en de hele coalitie die de Islamitische Staat bestrijdt’. Hij debiteert dat de aanslagen ‘de oogst is die jullie hebben gezaaid met jullie eigen handen’ omdat we ‘blijven verder gaan met de strijd tegen de islam en de moslims’. Aan het eind van de video executeert Hicham Chaib een geknielde gevangene met twee schoten, terwijl een Arabische stem zegt dat de strijd verder zal gaan ‘midden in jullie landen’. Als het nog niet duidelijk was: IS-leden zijn bereid te doden en te sterven voor hun overtuiging en ontzien daarbij niets of niemand. Dat bleek enkele dagen later nog maar eens toen na afloop van een voetbalwedstrijd een terroristische aanslag plaatsvond in de buurt van de Iraakse hoofdstad Bagdad. De dader liet een bomgordel ontploffen, en daarbij vielen 41 doden en 105 gewonden, vooral jongeren. De aanslag werd opgeëist door de IS.

Hoe moeten we omspringen met dat blinde bloedvergieten? Waarom willen mensen zichzelf laten ontploffen en scheppen ze er plezier in om anderen mee de dood in te sleuren? En wat kunnen we daaraan doen? Antwoorden op die prangende vragen zijn terug te vinden in The True Believer: Thoughts on the Nature of Mass Movements van de Amerikaanse filosoof Eric Hoffer. Een pdf-versie van dit onvolprezen werk uit 1951 is gratis op het internet terug te vinden. Hoffer (1898 – 1983) ging na waarom mensen zich aangetrokken voelen tot totalitaire massabewegingen, zoals het nationaal-socialisme van Adolf Hitler en het communisme van Jozef Stalin en bij uitbreiding tot nationalistische of religieuze bewegingen. Ook Hoffer wou weten waarom de ’true believer’, de ‘ware gelovige’, zich zo fanatiek in zijn zaak vastbijt dat hij zelfs bereid is om er zijn eigen leven en dat van anderen voor te geven. Khalid El Barkaoui (27) die zichzelf in het metrostation Maalbeek opblies, was zo’n true believer, net als zijn broer Ibrahim El Barkaoui (29) en Najim Laachraoui (24) die zich tot ontploffing brachten op de luchthaven van Zaventem. Dat zijn ook de medestanders van de IS, Al-Qaeda, de taliban en Boko Haram.

Hoffer doet in zijn boek haarfijn uit de doeken dat het bij de ‘ware gelovige’ niet zozeer gaat om de inhoud van hun geloof, maar wel om de manier waarop ze dat in de praktijk willen brengen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen de fanatieke moslims, fanatieke christenen, fanatieke nationalisten, fanatieke communisten en fanatieke nazi’s, maar ze hebben gemeen dat ze bereid zijn om te moorden en te sterven voor hun doel. Welke doctrine of welk programma ze ook onderschrijven, ze kweken allemaal radicalisme, vurige hoop, haat en intolerantie. Dat vinden we vandaag allemaal terug bij de IS.

Fanatieke massabewegingen spreken ook allemaal hetzelfde soort mensen aan. Ze worden door Hoffer omschreven als ‘gefrustreerden’: ze zijn volgens een groot deel van de samenleving en – nog belangrijker – ook in hun eigen ogen mislukt. ‘Hoe minder een mens kan zeggen dat hij zelf iets betekent, des te meer zal hij bereid gevonden worden om te beweren dat zijn natie, godsdienst, ras of heilig doel iets betekent’, schreef Hoffer. Volgens hem zijn er groepen in de samenleving die vatbaarder zijn voor de lokroep van fanatieke massabewegingen: zij die zichzelf arm vinden, mensen aan de rand van de samenleving, egoïsten, en zij die zich vervelen. Recent wetenschappelijk werk, onder andere van Michael Zekulin en Tim Anderson (University of Calgary), geeft aan dat dit ook geldt voor jihadistische strijders. Het helpt in ieder geval om te verklaren waarom zo veel IS-strijders een crimineel verleden hebben.

Als grote groepen mensen geloven dat hun individuele leven waardeloos en geruïneerd is, ontstaan er extremistische bewegingen. Zij dicteren wat de aanhangers moeten denken, voelen en doen. Ze spiegelen hen een paradijselijke toekomst voor als ze zonder omzien de hedendaagse samenleving verwoesten. De beweging biedt de ‘gefrustreerde’ een groep aan waarin die zich thuis kan voelen. ‘Leegheid’ wordt er vervangen door ‘inhoud’, ‘doelloosheid’ door ‘opdracht’. Zo krijgen ze een reden om te leven, te doden en te sterven.

De IS-aanhangers strijden daarbij niet tegen de verlichtingswaarden of de moderne, vrije, westerse samenleving, wat vaak wordt beweerd. Net zoals ze ook niet op zoek zijn naar de islam. ‘Het gaat niet om de radicalisering van de islam, maar om de islamisering van het radicalisme’, zei de Franse politicoloog Olivier Roy over de huidige generatie jihadisten. De jongeren die zich bij de IS aansluiten zijn op zoek naar een doel, een groots verhaal ‘waar zij hun bloedige handtekening van hun persoonlijke opstand onder kunnen zetten’. Dat kan dankzij het internet makkelijker en massaler dan ooit.

Wat kunnen we ertegen doen? Vanzelfsprekend moet er worden nagegaan wat er allemaal goed en fout liep voor, tijdens en na de aanslagen in Brussel en Zaventem. Daar moet de nodige tijd voor worden uitgetrokken. Het is al te makkelijk om nu al één dienst, laat staan één persoon met de vinger te wijzen. Jarenlang werd er bijvoorbeeld beknibbeld op de budgetten voor veiligheid, met goedkeurend geknik van de grote meerderheid van de publieke opinie, want dat was een makkelijke manier om te besparen. Het voelt misschien wat ongemakkelijk, maar in die zin dragen we zelfs allemaal een stukje verantwoordelijkheid.

Tegelijk moeten we ons geen illusies maken: de strijd tegen de IS-terreur zal nog lang duren. De kern van die strijd wordt trouwens ergens anders geleverd: in Syrië, Irak en Libië. De IS mag daar nu al enkele serieuze verliezen lijden – zo werd afgelopen weekend de historische stad Palmyra door het Syrische leger heroverd – toch wacht nog een moeilijke strijd: ‘Mensen die willen sterven op andere gedachten brengen is moeilijk. Ideeën doden is moeilijk. Religieuze ideeën doden is bijna onmogelijk’, schreef Martin Wolf, commentator bij Financial Times, na de aanslagen in Parijs.

De strijd tegen terreur kan nooit definitief worden gewonnen, er zullen altijd nieuwe leiders opstaan die mensen weten te bewegen om hun leven te geven voor een of andere utopie of god. Ooit waren dat Andreas Baader en Ulrike Meinhof, of Osama Bin Laden, vandaag is dat Abu Bakr al-Baghdadi, leider van het kalifaat Islamitische Staat. Dat neemt niet weg dat we minstens vijf zaken moeten doen. Eén: maximale veiligheid nastreven en de terroristen volgens de regels van de rechtsstaat veroordelen. Twee: de voedingsbodem voor de fanatieke massabewegingen zo veel mogelijk wegnemen en proberen te voorkomen dat mensen zich als mislukkelingen gaan beschouwen. Drie, jongeren inspirerende voorbeelden tonen die de plaats kunnen innemen van mensen die kiezen voor dood en geweld. Vier: de democratie, vrijheid en gelijkheid voor iedereen aantrekkelijker maken dan de doodsdrift van terreur. En, lastbutnotleast, vijf: als we de strijd tegen terreur nooit definitief kunnen winnen, wil dat ook zeggen dat we die strijd nooit mogen opgeven.

EWALD PIRONET is senior writer van Knack.

Het voelt misschien wat ongemakkelijk, maar we dragen allemaal een stukje verantwoordelijkheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content