Patrick Martens

Links-rechts

Nu de communautaire onderhandelingen voor geen meter opschieten, dreigt de regeringsvorming ook vast te lopen in niet te verzoenen meningsverschillen over sociaaleconomische hervormingen.

PS-voorzitter Elio Di Rupo is bezig aan zijn tweede week als formateur. Na de doortocht van in totaal acht voorgangers met een opdracht van de koning, ligt volgens hem ‘alles’ op tafel voor een akkoord over een nieuwe staatshervorming en Brussel-Halle-Vilvoorde. En dus wil Di Rupo nu eerst van negen partijen horen hoe ze een aantal urgente sociaaleconomische hervormingen willen aanpakken en parallel daarmee hoe ze denken de overheidsfinanciën tegen 2015 voor 17 à 20 miljard euro te kunnen saneren.

Die inspanning is trouwens geen nieuws. De Nationale Bank, het Federaal Planbureau en de Hoge Raad voor Financiën hebben ze al tot uit den treure berekend, met daarbij ook de dringende aanmaning dat een aanzienlijke verbetering van het primaire overschot (het verschil tussen inkomsten en uitgaven, zónder de rentelasten op de overheidsschuld) veel essentiëler is dan een globale overheidsbegroting in evenwicht.

Ook omdat het elf maanden na de federale verkiezingen in korte tijd bon ton is geworden in de Wetstraat om een nieuwe staatshervorming als ‘een mineur probleem’ te bestempelen – niemand ziet hoe er op korte termijn een communautair akkoord uit de bus zou komen -, oogst Di Rupo veel bijval voor zijn benadering. Ontslagnemend premier Yves Leterme (CD&V), die geen kans onbenut laat om zich op te werpen als de incarnatie van goed bestuur, heeft meteen aan de formateur laten weten dat, weliswaar voor het grootste deel dankzij de economische hoogconjunctuur in Duitsland, al een belangrijk deel van het budgettaire pad richting 2015 geëffend is.

Maar de aanmoedigingen voor Di Rupo brengen een akkoord over sociaaleconomische hervormingen en een strenge begrotingsdiscipline niet snel dichterbij. De remedies die aan de linker- en rechterzijde van het politieke spectrum de ronde doen om onder meer de werkgelegenheid op te krikken, de sociale zekerheid overeind te houden en het pensioensysteem aan te passen, staan haaks op elkaar. Rechts wil niet weten van nieuwe belastingen en heeft een voorkeur voor besparingen. Links denkt vooral aan nieuwe inkomsten en is door vicepremier Laurette Onkelinx (PS) op het al jaren door de vakbonden verdedigde spoor van een algemene sociale bijdrage gezet (ze put het idee voor zo’n nieuwe heffing op inkomens uit een nieuwe studie van de Nationale Bank en het Planbureau; die wijst echter de afbouw van de overheidsschuld aan als de meest efficiënte wijze om de meerkosten van de vergrijzing op te vangen).

De communautaire onderhandelingen blijven vastzitten door een peilloos wantrouwen tussen Vlamingen en Franstaligen. Daarbovenop dreigt Di Rupo zich nu ook vast te rijden in onoverbrugbare ideologische links-rechtstegenstellingen. Tenzij het tweede voornamelijk bedoeld is als nieuwe brandstof voor het enerverende stratego rond een coalitieformule voor ‘de vorming van een volwaardige regering’. Benieuwd hoelang het geduld van Europa en de financiële markten daarmee nog op de proef kan worden gesteld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content