Luc Rombout

Laat ons na de giframp in Wetteren het lef hebben om er iets van te leren

Luc Rombout Luc Rombout, verbonden aan het Belgisch kenniscentrum CEMAC, maakt deel uit van een werkgroep binnen de NAVO rond 'Aansprakelijkheid van hulpverleners' en verricht onderzoek rond kwaliteit van noodplanning.

Laat ons na Wetteren niet zoals vaak in een collectief vergeetproces stappen, en het lef hebben om alles te analyseren en te beginnen leren.

Burgemeester Stip, van beroep bakker of verzekeringsagent of architect, werd na de verkiezingen van vorige jaar aangesteld als burgemeester van een doorsnee Belgische gemeente, niet te groot, niet te klein, met de klassieke spoorlijn, gewestwegen, scholen, industriezone en een zomerfestival.

Voorbije nacht is er een trein ontspoord. Een trein met wagons geladen met Acrylnitril (CAS 107-13-1). Ineens wordt van onze burgemeester verwacht dat hij cruciale levensbepalende beslissingen kan nemen en weet hoe hij een chemische interventie, alarmering en evacuatie van de bevolking, opzet van een onthaalcentrum, crisiscommunicatie, beheer van milieu-impact en nog wel wat andere zaken quasi onmiddellijk kan georganiseerd krijgen.

Hij is wel niet alleen en heeft een gemeentelijke crisisstaf – die het wellicht ook nog nooit echt gedaan heeft. Klinkt dit geruststellend? Misschien denk u “niet echt” … en misschien heeft u dan wel gelijk.

Crisisbeheer is een volwaardig beroep dat een breed spectrum aan expertise en vaardigheden vereist. Op het vlak van besluiten onderscheiden we vier niveaus: het technische wat vooral handelingsvaardigheden betreft, het operationele wat verband houdt met hoe men zaken op het terrein gaat organiseren en het tactische en strategische.

De burgemeester of gouverneur leidt in principe alles, maar speelt vooral een rol op het tactische en strategische niveau: globale actieplannen, communicatiestrategie, samenwerking met alle betrokken organisaties bevorderen, proactief toekomstige problemen voorzien en voorkomen.

Dit is een vak apart, en misschien moeten we in de toekomst ook eens durven nadenken over het behoud van de bevoegdheid bij de bestuurders, maar over een overheveling van een deel van het eigenlijke crisisbeheer naar experts.

Wie weet, burgemeester Stip kan er zich misschien wel geruster bij voelen… Om dat te kunnen, is er een mix nodig van technische bagage, analytisch en synthetisch vermogen, leiderschapsvaardigheden, communicatietalent, durf en stressbestendigheid. Daar hangt geen serieuze selectieproef of opleiding aan vast.

Net als vele andere Europese landen hoort het crisisbeheer bij de functie van gouverneur en burgemeester. Een beetje als lid zijn van de sportraad en ceremoniemeester … maar met ietwat meer maatschappelijke impact. Onze gouverneur en burgemeester beslist immers soms over leven en dood.

In tegenstelling tot vele van onze Europese buren hebben we evenwel geen traditie van doorgedreven vorming, geen strenge kwaliteitsnormen voor de noodplannen, geen rigoureuze oefenprogramma’s en jammer genoeg ook bitter weinig ‘lessons learned’. De bevolking en de media vinden het ook voorlopig nog allemaal goed. Zolang er veel blauw op straat is verschenen, het weze in het kleur van het uniform of van de zwaailichten, wordt meestal geconcludeerd dat ‘de hulpverlening zeer goed is verlopen’.

Laat ons deze mythe doorprikken: het verloopt nooit zeer goed. Maar weten we dan wat er beter kan? Zonder stenen te werpen of aansprakelijkheden te zoeken? Zijn we een lerende samenleving?

Noch in technische rapporten, noch in de vakliteratuur of wetenschappelijke Journals kan je veel vinden over wat dan allemaal zo goed of minder goed ging … In Ghislengien, Pécrot, bij de instorting in Liège, Buizingen, Switel … of – weet u nog – de Herald of Free Enterprise … of het Broom-incident in Antwerpen.
Traditioneel volgt na een incident een gerechtelijk onderzoek, vertrouwelijk en gericht op het zoeken van aansprakelijkheid en schuldigen. Vanuit een straffende optiek zoeken we naar de veroorzaker van het probleem. Een ’technische analyse’ – zoals we die kennen in Nederland, UK, Zweden, eigenlijk in de meeste andere Europese landen – kennen we quasi niet.

Hulpdiensten en bestuurlijke overheden organiseren een interne debriefing waarin steevast ‘coördinatie en communicatie’ als problemen naar voor komen, maar waar uitermate zelden de eigenlijke hulpverlening, de processen via een objectieve (wetenschappelijke) methode onder de loep genomen worden en een nationaal leerproces op gang komt.

We ondergaan rampen, doen ons best om het allemaal op te lossen – met ons notoir en excellent Belgisch improvisatievermogen – en stappen dan blijkbaar in een collectief vergeetproces. Wat in onze buurlanden gebeurd is, gebeurt hier niet. Wat bij ons gebeurd is, is gebeurd.
Over de Herald of Free Enterprise vinden we geen enkele Belgische publicatie (het enige volledige rapport werd geschreven door Erwin Muller van Universiteit Leiden en COT).

Ook geen spoor van Ghislengien, Switel, Buizingen, Enschede, Barcelona, London, … of het Broom-incident in Antwerpen. Daar kantelt op 4 maart 2004 een vrachtwagen met Broom, de hulpdiensten kwamen ter plaatse en alles was onder controle. Tot plots dampen uit de riolering kwamen, en dan weer niet, en dan weer wel … en mensen geëvacueerd werden, en dan terug mochten … en dan weer niet.

Leest u een beetje een déjà-vu? Misschien onze burgemeester Stip ook. Zou burgemeester Stip weten wat we allemaal niet geleerd hebben en niet doorgeven aan de volgende generatie hulpverleners en burgemeesters? Zou burgemeester Stip zich niet beter voelen vandaag: Met een goede opleiding en een sterk team achter zich? Met veel betere noodplannen, waarin we nagedacht hebben over grootschalige noodsituaties in plaats van ons te beperken tot wat we voor ons als beheersbaar beschouwen? Met uitgedachte procedures die ervoor zorgen dat hij niet te veel vergeet? Met een geoliede organisatie die uit oefeningen weet hoe samen te werken? Met een nationaal platform voor onderzoek en kennisdeling?

Wat zegt Burgemeester Stip zelf? Want ik ben maar een vakidioot. En wat met onze échte burgemeester en gouverneur, van u-weet-wel-waar … Zij doen samen met hun crisisstaven en alle hulpverleners op het terrein hun uiterste best om deze calamiteit te bestrijden. Zij sparen noch tijd, noch inspanning en zullen in de komende jaren wellicht nog veel mijmeren over de juistheid van beslissing A of B.

Maken ze fouten? Vanzelfsprekend! Kunnen ‘wij’ het beter? Natuurlijk (denken we). Zullen we achteraf zeggen dat we het beter hadden gekund? Ook dat ja.

Maar laat ons nu gewoon eens het lef hebben om na Wetteren sereen en met een positieve insteek alles te analyseren en te evalueren … en te beginnen leren. Structureel, voor de geestelijke rust van burgemeester Stip en al zijn ambtsgenoten. En het welzijn en de gezondheid van hun burgers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content