Maarten Van Bever

Kompany’s tweet legt complexe identiteitsbeleving bloot

Maarten Van Bever Maarten Van Bever is historicus, journalist en medewerker van Kazerne Dossin, het museum over Holocaust en Mensenrechten in Mechelen.

Politici zelf maken veelvuldig gebruik van het platform dat sport hen biedt. Maar wanneer een sportfiguur zich via sport op politiek terrein begeeft, bekritiseren ze dat.

“België is van iedereen, maar vanavond toch vooral van ons”, twitterde Rode Duivel Vincent Kompany na de 2-0 overwinning tegen Schotland. Een verwijzing naar de uitspraak van N-VA-kopman Bart De Wever tijdens diens overwinningstoespraak. Los van het debat over vrije meningsuiting of de intentie waarmee Kompany de tweet de wereld instuurde, maakt de hele polemiek errond het onvermogen duidelijk waarmee we met het begrip identiteit omgaan.

De Wever was naar eigen zeggen ‘geamuseerd’ door de tweet, maar vond het ‘geen goed idee om sport en politiek te mengen’. Vlaams Belang reageerde feller op haar webstek door Kompany als de laatste strohalm van het unitaire België te bestempelen. Ook heel wat lezersreacties onder de verschenen media-artikels veroordeelden Kompany’s uitspraak. “Kompany dient zich te concentreren op het voetbal en kan zich beter onthouden van politieke uitspraken”, luidde het. De verstrengeling van sport en politiek, werd daarbij in navolging van De Wever, op de korrel genomen.

Sport kan als populair cultuurfenomeen echter onmogelijk los gezien worden van de maatschappelijke context waarin het is ingebed. Meer nog, omwille van haar laagdrempelige karakter is sport net een medium bij uitstek voor het inprenten van nationale gevoelens. Zelfs zij die nauwelijks belangstelling hebben voor politiek, kunnen zich via sport gemakkelijk identificeren met de natie. Vaak duikt daarbij het begrip ‘soccer nationalism’ op, het collectieve gevoel van trots en samenhorigheid dat voortvloeit uit een zege van het nationale voetbalteam.

Daar waar nationalisme in de algemene en politieke krantenkaternen vaak met enige omzichtigheid behandeld wordt, put sportberichtgeving gretig en ongegeneerd uit een ruim arsenaal van nationale stereotypes. Sport vormt zo één van de voornaamste uitdragers van een alledaags, haast banaal ‘onderhuids’ nationalisme.

Doorgaans wordt uitgegaan van de homogeniserende en integrerende impact van sport op een natie. Sport als verzoeningsmiddel dat de regionale subidentiteiten overstijgt. Tegelijk kan sport echter ook als instrument ingeschakeld worden ter ondersteuning van een onafhankelijkheids- of autonomiestreven van regionale entiteiten binnen een natie. Zo treden de Noord-Ieren, Schotten en Welshmen aan met eigen ‘nationale’ sportteams om hun identiteit kracht bij te zetten.

In eigen land heeft vooral de wielersport tot de Vlaamse ontvoogding bijgedragen. De Vlaamse wielerkampioenen werden door Karel Van Wijnendaele en co verheven tot iconen van een natie, waarbij de ‘flandrien’ een metafoor voor Vlaamse politieke, sociale en culturele aspiraties en levenskracht werd. De vele Vlaamse Leeuwen langs de wedstrijdparcoursen maken duidelijk dat de link tussen de wielersport en Vlaamse identiteit nog steeds erg actueel is.

De relatie tussen sport, identiteit en natie is met andere woorden allesbehalve eenduidig. Net haar toegankelijkheid maakt van sport een uniek en doeltreffend medium voor het aanwakkeren van nationale gevoelens, waardoor een vereenzelviging met een gemeenschap slechts een kleine stap wordt. Tegelijk brengt sport ook erg duidelijk de flexibiliteit en gelaagdheid van deze identificatieprocessen aan het licht. Er supporterden tijdens België-Schotland ongetwijfeld heel wat Vlaamsgezinden enthousiast mee voor het Belgische elftal. Staat dit in contrast met elkaar? Niet echt. In feite kan men de verschillende identiteitslagen goed vergelijken met kledingstukken die men aan- of uittrekt naargelang de omstandigheden.

Aangezien die context voor iedereen anders is, verschilt ook de identiteitsbeleving per individu. Zeker op collectieve momenten zoals verkiezingen of voetbalinterlands kan die individuele beleving in gedrang komen door het op dat moment overheersende wij-gevoel. Dat ontneemt uiteraard niemand het recht om zijn of haar identiteitsbeleving te uiten. Ook Vincent Kompany heeft dat recht, net zoals iedere andere burger.

Het argument dat Kompany een voetballer is en geen politicus doet daarbij geheel niet terzake. Het argument dat sport en politiek gescheiden moeten blijven is vanuit louter sportief oogpunt begrijpelijk, doch niet in overeenstemming met de realiteit. Hoe je ook draait of keert, sport en politiek zijn verre van gescheiden werelden, vroeger niet en nu evenmin. Dat haast alle sportbonden zijn opgesplitst in Vlaamse en Waalse liga’s, bewijst dit ondermeer. Ook spelersselecties of de aanstelling van een bondscoach hebben meer dan eens aanleiding gegeven tot communautaire polemieken. Zelfs de medailleoogst op de voorbije Olympische Spelen werd door een communautaire bril bekeken.

Politici zelf maken veelvuldig gebruik van het platform dat sport hen, naast allerlei andere kanalen, biedt om zich te manifesteren. Wanneer omgekeerd een sportfiguur hetzelfde doet en zich via zijn of haar sport op politiek terrein begeeft, wordt dit op wenkbrauwgefrons onthaald tot zelfs openlijk bekritiseerd. Ook Kim Gevaert ondervond dit in 2007 toen haar naam aan de ‘Red de solidariteit’-petitie werd gelinkt. Dat Kompany’s tweet, bewust of onbewust, een politieke impact heeft, valt niet te ontkennen, maar geldt hetzelfde ook niet voor politici die zich op tal van ‘onpolitieke’ domeinen profileren? Blijkbaar is de publieke opinie hiervoor een stuk milder, nochtans is de verstrengeling van éénzelfde aard.

De talrijke reacties die de tweet van Kompany heeft losgeweekt, maken in ieder geval duidelijk dat het debat rond identiteit nog steeds in een politiek erg gevoelig vaarwater zit. Dat voetballers, maar evengoed andere publieke (sport)figuren, daarbij niet meer louter als onderwerp fungeren van nationaal gekleurde berichtgeving, maar hierin ook zelf een actieve rol – al is het maar door middel van een korte, ‘speelse’ formulering op twitter – opeisen, is eveneens een nieuw gegeven dat duidelijk nog moet wennen bij sommigen.

Maarten Van Bever schreef zijn thesis over ‘de complexe relatie tussen sport, identiteit en natie’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content