De godin van de weg

Citroën DS uit 1968. © iStock

Knack Information Services neemt u mee in de wereld van de iconische merken. Maak kennis met ‘de godin van de weg’: de Citroën DS, het beroemdste model van het Franse merk Citroën.

Toen de DS19 op 6 oktober 1955 na jaren van geheimhouding op het Parijse autosalon werd voorgesteld, sloeg de auto in als een bom (‘La Bombe Citroën’). Duizenden bezoekers vergaapten zich aan een wagen die zo vooruitstrevend en origineel was omdat nog nooit zoveel nieuwe ideeën en technieken in één model verzameld waren. In die tijd blonken de routes nationales, geplaveid als ze waren met kinderkopjes, niet bepaald uit in rijplezier; de DS bood stabiel en comfortabel weerwerk met z’n hydropneumatische zelf-nivellerende veersysteem, dat grote oneffenheden in het wegdek weggomde. Uren aan een topsnelheid rijden en toch niet door mekaar geschud worden: in de “auto die zichzelf oppompt” kon dat voortaan. Het was lang niet de enige revolutionaire verbetering. Zo werd voor het eerst een geavanceerd remsysteem op massaschaal toegepast, dat de remkracht over voor- en achterwielen verdeelde, waardoor een maximale remkracht ontstond en het blokkeren van de wielen werd verhinderd. De DS claimde zelfs dat de totale remkracht die van een Ferrari evenaarde. Ook de sterk gewelfde voorruit bood niets dan voordelen, de dode hoek werd er bijvoorbeeld handig door vermeden. Een klapband bij hoge snelheid leidde bij de DS niet tot een gewisse dood: door de speciale stuurgeometrie bleef de wagen probleemloos rechtdoor rijden. De Franse president De Gaulle wist er alles van: toen hij op 22 augustus 1962 onder vuur werd genomen door extreemrechtse commando’s, bleef de auto ondanks twee lekgeschoten banden stabiel en kon de chauffeur met een snelheid van 100 km/u aan de belagers ontsnappen…

De godin van de weg
© Reporters

Dat de DS op de eerste dag al 12.000 bestellingen binnenrijfde, was zeker ook te danken aan zijn aerodynamische koetswerk en futuristische lijnen. Zijn status als ultramoderne trendsetter werd nog versterkt door het frisse tweekleurengebruik: de koets in beige bijvoorbeeld, het dak in aubergine. En dat in een tijdperk waarin alle auto’s in monotoon grijs en zwart gekleed gingen. Zo radicaal anders was de DS, dat een journalist schreef dat hij “in één klap de helft van alle auto’s ter wereld ouderwets maakte.” In de jaren daarna zou de DS gezelschap krijgen van diverse andere modellen, waaronder de wat eenvoudigere en ook goedkopere ID19. In 1968 bestelde het Elysée nog een presidentiële wagen op basis van de DS, op voorwaarde dat “hij langer zou zijn dan de Lincoln waarin de Amerikaanse president rondreed”…

Zo radicaal anders was de DS, dat een journalist schreef dat hij “in één klap de helft van alle auto’s ter wereld ouderwets maakte.”

Hoewel de DS in 1975 finaal door de CX vervangen werd, telt het gamma vandaag opnieuw drie modellen: de DS 3, 4 en 5. Maar toch is het vooral de originele DS die, nog meer dan de eveneens legendarisch geworden 2CV, als dé Citroën onder de Citroëns wordt beschouwd. Anno 2015 mag de oldtimer nog steeds prat gaan op zijn moderne verschijning, zowel vanbinnen als vanbuiten. Voor een 60-jarige: faut le faire!