Tom Vandyck

Klimaatpolitiek is de grootste mislukking van Barack Obama

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Als er één ding is waar we tijdens de huidige Amerikaanse presidentscampagne nog niet over gehoord hebben, dan is het wel klimaatverandering.

Mitt Romney lanceerde donderdag een grootscheeps energieplan voor Amerika. Je kan het in drie woorden samenvatten: meer fossiele brandstoffen. Over de gevolgen daarvan: geen enkel woord.

Barack Obama praat dan weer graag over windturbines, batterijen en zonnecellen, maar dan vooral over hoeveel banen die scheppen, want klimaat is onpopulair. Voorts heeft hij de olieboringen uitgebreid in Alaska en de Golf van Mexico.

Tijdens zijn campagne vier jaar geleden hoorde je Obama met regelmaat over klimaatverandering beginnen. Nu komt dat woord niet meer over zijn lippen. Dat dus op het moment dat klimaatwetenschappers het erover eens zijn dat de zaak nijpender is dan ooit.

De toekomst is heet
James Hansen, de specialist ter zake van de Nasa en zowat de vader van de moderne klimaatwetenschap, stelde zopas nog in de krant The Washington Post dat het broeikaseffect nog erger uitvalt dan eerst gedacht was. “De extremen worden over de hele wereld intenser en frequenter”, schreef hij. “De toekomst is hier en ze is heet.”

De rituele formulering dat je nooit één weerfenomeen aan klimaatverandering mag wijten, gaat ondertussen de deur uit. Klimatologen zijn het erover eens dat de toename van extreem weer zo groot is dat klimaatverandering de enige plausibele uitleg is.

Dat zegt ook Munich Re, de grootste herverzekeraar ter wereld. “Het groeiende aantal weergerelateerde catastrofes alleen uitgelegd kan worden aan de hand van klimaatverandering”, stelt men daar.

Munich Re is bepaald geen geitenwollensokkenbarak. Het bedrijf is de verzekeraar van de verzekeringsmaatschappijen. Als er weerschade is, dan krijgt Munich Re daar uiteindelijk mee te maken. En die rekeningen stijgen al jaren zorgwekkend.

Wetenschap is verdacht
Het is niet te laat om het ergste te voorkomen, zeggen de wetenschappers, maar we zijn in het kritiek stadium aanbeland. Het wordt, met andere woorden, tijd dat de lui die de lakens uitdelen op deze planeet knopen doorhakken.

Maar van de Amerikaanse presidentskandidaten? Geen woord daarover.

Klimaatverandering is één van de vele dossiers waarover Mitt Romney door de jaren heen – en naarmate dat zijn presidentiële ambities harder gingen branden – zijn kar heeft gekeerd. Toen hij gouverneur was van het progressieve Massachusetts, geloofde hij erin, nu niet meer.

Logisch, want net als onder abortus, vuurwapenbezit en nog een stuk of wat andere dingen is niet in klimaatverandering geloven een dogma dat elke Republikeinse kandidaat moét onderschrijven. Doet hij dat niet, dan wordt hij weggestemd door de christelijke fanatici en Tea Party-schreeuwers die dienst uitmaken in de voorverkiezingen van zijn partij, en is hij zijn baan kwijt.

Voor de Republikeinse partij, die steeds meer in de greep raakt van zulke lui, is wetenschap verdacht en zijn feiten een linkse samenzwering. En zo krijg je dus waanbeelden als de veronderstelling dat vrouwen een biologisch afweermechanisme hebben dat ervoor zorgt dat ze niet zwanger kunnen raken als ze verkracht worden, dat dinosaurussen zesduizend jaar geleden samen met mensen op aarde rondliepen, of dat klimaatverandering boerenbedrog is.

Kop in kas
Dat er oliegeld op het spel staat, speelt natuurlijk ook mee. Veelzeggend: alleen al in de twee dagen voor hij zijn energieplan voorstelde, haalde Mitt Romney volgens de New York Times tien miljoen dollar binnen aan campagnedonaties van de petroleumindustrie.

Romney wil subsidies aan alternatieve energieproducenten afschaffen, omdat hij die een onfair marktvoordeel vindt. Over de miljarden dollars subsidies en belastingvoordelen die de olieproducenten jaarlijks toegestopt krijgen, hoor je hem niet.

Als het spel op die manier gespeeld wordt, begrijp je waarom mensen plots niet meer in wetenschappelijke feiten geloven.

De meeste Democraten weten beter. Niet allemaal, natuurlijk. Ook zij hebben een aantal verkozenen uit olie-, gas-, of steenkoolrijke staten die in de zak van de industrie zitten. Maar je hoort ze niet blaten dat klimaatverandering niet bestaat. Dat kunnen zij tegenover hun achterban namelijk niet maken.

Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je al teveel op de Democraten moet rekenen. De Democratische uitgangspositie is als vanouds: kop in kas.

Dat is niet erg heldhaftig, maar in dossiers als dit bescherm je jezelf wel tegen de vertrouwde, zeer doeltreffende Republikeinse aanvalslijn dat Democraten weekhartige, elitaire snobs zijn die uiteindelijk toch maar op zoek zijn naar een excuus om de belastingen te verhogen.

Feit is: tactisch gezien hebben de Democraten misschien nog gelijk ook. Minder Amerikanen geloven vandaag in klimaatverandering dan een paar jaar terug. Wat je er zelf ook van denkt, het is niet noodzakelijk wijs om die in verkiezingstijd tegen de haren in te strijken.

Merkwaardig: na de bloedhete zomer en de bijbehorende, haast Bijbelse droogtes in de VS, knikt de trendlijn van de publieke opinie nu weer zoetjesaan de andere kant uit. Als je eigen klimaat begint te flippen, komen mensen vanzelf weer bij de les.

Tragische mislukking
Hoe het ook zij, klimaatpolitiek is de grootste mislukking van Barack Obama’s voorbije ambtstermijn. De president verstrengde weliswaar de verbruiksstandaarden voor personen- en vrachtwagens en hij deelde aanzienblijk wat onderzoeks- en opstartbudgetten uit voor hernieuwbare energie. Dat is niet niks. Maar hij had in 2008 beloofd dat hij een wettelijk CO2-plafond zou invoeren, gekoppeld aan een handel in emissierechten. Dat kwam niet eens op tafel.

Dat is achteraf bekeken geen wonder. Obama had al vroeg in zijn presidentschap bijzonder veel kruit verschoten aan zijn gezondheidshervorming en zijn economische stimuluspakket. Voor nog een grootscheepse hervorming had hij simpelweg het politieke kapitaal niet meer.

In de ‘big picture’ kan dat echter een tragische mislukking blijken. Buiten gespecialiseerde historici zullen er over tweehonderd jaar bijzonder weinig mensen wakker liggen van wat er in 2012 gebeurde met de Amerika gezondheidszorg voor ouderen, of met de abortusrechten in het land.

Maar als de temperatuur van de planeet met vier of vijf graden stijgt, met alle rampzalige gevolgen van dien (verzopen kustlijnen, woestijnvorming, een falende voedselvoorziening, en gedecimeerde wereldeconomie en ga zo maar door – de experts verzekeren dat het kan), zullen onze nakomelingen met woede op dit tijdperk terugkijken. Dan zullen historici discussiëren over hoe het kon dat wij, bij ons volle verstand en met alle informatie in handen, niet tot handelen in staat waren.

Je kan je overigens haast onmogelijk voorstellen dat Barack Obama en Mitt Romney dat zelf niet weten. Het minste dat je dan ook van hen zou mogen verwachten, is dat daar tijdens een verkiezingscampagne in de VS, het land in de met de grootste CO2-uitstoot en het grootste vermogen om internationaal dingen in beweging te brengen, naar behoren over gepraat wordt. Om van doén nog maar te zwijgen.

Tom Vandyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content