Klassiek: Over de bergen

Josse de Pauw maakte met Corrie van Binsbergen “Over de bergen” een aandoenlijk muzikaal spektakel over la condition humaine.

**** Een opera zou je niet kunnen noemen. Al komt die term in de teksten over “Over de bergen” geregeld voor. Eerder een gesproken oratorium, of beter nog: een melodrama. Een muziekvorm waarbij een verteller achtergrond krijgt van instrumentale muziek. Want zo gaat het. Josse de Pauw schreef de tekst, Corrie van Binsbergen de muziek, Michael Borremans ontwierp de kostuums en Hermans Sorgeloos het decor. Al die factoren hebben een tijdje staan pruttelen op het vuur en zijn naar mekaar toegegroeid tot een geheel van smaken en textuur.

Eerst was er Josse met zijn tekst. Een lange treurige melancholische ode aan het verlangen van de perfecte burger uit suburbia. Met huisje tuintje, vrouwtje, kindertjes, carrière. Die midden in zijn leven getroffen wordt door de simpele filosofische vraag “wat wil je?” Bedoeld is: wat wil je echt? Vanaf dat moment is het gedaan met zijn leven in het cocon. Hij hoort de roep van een Lorelei. En zijn schip van het leven wijkt onafwendbaar af naar de klippen. Naar zijn einde. Nu is die verteller een zeer dubbelzinnig personage. Hij heet Vehikel. Vervoerder van. Langs de kant van de weg vond hij het hoofd van de spitsburger en dat draagt hij met zich mee. Tijdens het vertellen identificeert hij zich meer en meer met het hoofd en vertelt hij het alsof het zijn eigen verhaal is. Het hoofd van Orfeus? De dagelijkse realiteit wordt mythisch. Je zou “Over de bergen” ook een hedendaagse Elcerlyck, een moraliteit kunnen noemen. Al is de moraal enigszins anders tegenwoordig. Het is het eeuwige gevecht tussen het verstand en het gevoel. Tussen plicht en droom. De stem die van over de bergen onze burger aan het dromen zet is de prachtige Amerikaanse Claron McFadden. Je gaat er als toeschouwer zelf van dromen en je voelt de pijn van het onbereikbare, van het nooit te vervullen verlangen.

Borremans maakte van Josse een vreemd wezen. Zijn kostuum heeft iets van een penis, het verlangen, maar ook van een teddybeertje. Je moet respect hebben voor de Pauw dat hij zich zich zo nederig in die (lullige) outfit laat persen. Dat maakt de teksten afstandelijker, minder persoonlijk. Het gaat ons zoals in Elcerlyck, allen aan.

Josse de Pauw is essentieel met muziek bezig. Al is zijn tekst een zuiver reciet (op een enkele aandoenlijke gezongen passage na) toch is hij muzikaal. Met als hoogtepunt een stroom van de dingen waarnaar hij verlangt. Het houdt niet op, het gaat van idealen tot platvloerse materiële dingen. Dat tegen een achtergrond van een almaar aanzwellende muziek. Die uiteindelijke de verteller overstemt. De muziek is het irrationele, het verlangen.

Componiste is Corrie van Binsbergen. Hier niet zo bekend. Ze treedt in Nederland op met haar groep Corrie en de Grote Brokken. Maar is vooral een componiste op wie geen label te plakken is. Hier treedt ze aan met een ensemble dat je als bigband zou kunnen omschrijven. Maar met een zeer sterk symfonische inslag. Klassiek, pop en jazz zaten broederlijk door mekaar. Die mengcultuur is ook een beetje het profiel van zangeres Claron McFadden. Het gaat er zeer professioneel aan toe. Het orkest speelt de hele avond zonder partituren. Er is klankverfijning en het swingt. Kortom een ongedefinieerde, zeer kundige muzikale overrompeling. Het is anderzijds wel duidelijk waar ze haar mosterd gaat halen en draait er geen doekjes omheen. Frank Zappa, Duke Ellington en anderen. Eclectisch en met vaart. Geen moment verveling, een voorstelling met een zeer groot hart. Lucas Huybrechts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content