Klassiek: Jaap van Zweden uitgezwaaid (****)

Jaap van Zweden neemt afscheid van deFilharmonie. Het orkest plukt na vier jaar duidelijk de vruchten.

Gehoord op 10 juni in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen

Geen vier jaar is Jaap van Zweden chef-dirigent gebleven van deFilharmonie, maar het orkest plukt duidelijk de vruchten van zijn aanpak die dreef op discipline en daadkracht. Van Zweden die voor het concert de microfoon ter hand nam, gebruikte de grappige omschrijving “het orkest is één neus geworden”. Hij verduidelijkte dat dit een graadje sterker betekent dan “alle neuzen in dezelfde richting”. Hij bedankte de orkestleden voor “de fantastische band” en beloofde terug te komen als gastdirigent. Hij bedankte ook het publiek, en dat is minder gebruikelijk. Maar het moet gezegd, de ticketverkoop is toegenomen en dat is een belangrijke indicatie. Kwaliteit drijft altijd boven en oprechte inspanningen zijn nooit voor niets. DeFilharmonie heeft de laatste jaren weer een stap vooruit gezet, en met het binnenhalen van Edo de Waart als nieuwe chef kan het orkest doorgroeien naar de top. Afwachten.

De zonnige Symfonie nr.2 in D (1877) van Johannes Brahms klonk voor de pauze. De weelderige openingsmelodie met volle warme strijkers was om bij weg te smelten. Wat een strijkersklank! Jaap Van Zweden, zelf violist, “opgegroeid” en 16 jaar lang concertmeester en solist bij het Koninklijk Concertgebouworkest A’dam, weet alles over de benadering van de perfecte strijkersklank. Hij blijkt de hele strijkersgroep, van violen tot contrabassen, vervolmaakt te hebben. Ook de verbetenheid om “het goed te krijgen” zat er duidelijk in, met aandacht voor de inbreng van ieder instrument in het orkest, het vermijden van de kleinste slordigheden, kennis van ieder hoekje en kantje van de partituur, perfectionistische afwerking van zinnen en grotere muzikale episodes. Hij benaderde de dynamiek als een gelaagd iets, zocht naar transparantie en verfijning en creeërde bij momenten de illusie van gewichtloosheid. Maar evengoed bezat de orkestklank kern en noblesse… met name in het Adagio non troppo.Het slotdeel wees nog eens op de totale afwezigheid van krampachtigheid. Deze Brahms was verworven gebied. Alles wees op inzicht, vakmanschap, serieux en respect voor de partituur van Brahms. Maar ook op liefde en warmte. Liefde voor de muziek, dat zeker, en een oprechte betrokkenheid bij de bevoorrechte taak van het orkest om als medium de muziek te vertalen naar een publiek. Ik was bij de slotnoten van deze symfonie gepakt en ingepakt.

Na de pauze – daar zat ik ook echt op te wachten – kwam Ingrid Fliter erbij als soliste in het sprankelende Pianoconcerto in G van Maurice Ravel. Ingrid Fliter komt uit Argentinië, het land waaruit wel meer pianoleeuwen zijn ontsnapt, niet in het minst Martha Argerich. Met Argerich heeft Ingrid Fliter op het gebied van virtuositeit, présence en temperament zelfs heel wat gemeen. Ze speelde Ravel helemaal zoals hij bedoeld is: pretentieloos, als een “divertissement”, speels-virtuoos, pointillistisch en vloeibaar, krachtig gearticuleerd en meeslepend poëtisch in het beeldige middendeel. Ik bewonderde al in hoge mate haar Chopin-opnames bij EMI – ze was in 2000 winnaar van de zilveren medaille op het Frédéric Chopin Concours in Warschau – en in Ravel, live, was zij dus even indrukwekkend. Ingrid Fliter is een raspaardje, haar beloning met de prestigieuze Gilmore Artist Award, meer dan verdiend.

Het orkest kon mij qua samenspel in Ravel minder bekoren. Ook het haarscherpe inzicht in de partituur zoals ik dat in Brahms had gehoord, klonk hier niet helemaal in door. Het is mogelijk een klankuniversum waarmee Jaap van Zweden minder affiniteit heeft, of, alleszins een niet even vanzelfsprekende band als met Brahms. Puur technisch, ook ritmisch viel er nog bij te schaven. Toch was ik weer even onder de indruk van de manier waarop van Zweden in het eerste deel klankerupties mooi kon doen opflakkeren en weer doven.

In de Boléro die de avond feestelijk afsloot ontbrak sfeer en sensualiteit in praktisch iedere blazerssolo. Ik miste mysterie en kreeg in de plaats een vrijblijvende accumulatie van instrumenten, een houterig nummer i.p.v. een dans. Al moet de Boléro dan zogezegd ‘objectief’ klinken, hij mag niet ten onder gaan aan saaiheid. De twee trommeltjes vooraan te plaatsen, solistisch voor de dirigent te plaatsen, was wel een zeer slimme zet! Het had een grappig effect, en vooral, het legde de moeilijkheidsgraad bloot van een ogenschijnlijk makkelijk na te trommelen stuk.

Het dankbare publiek gaf deFilharmonie o.l.v. Jaap van Zweden een daverend applaus en een staande ovatie.

Greet Van ’t veld

Vanavond is dit afscheidsconcert voor een tweede en laatste keer te horen, opnieuw in de Koningin Elisabethzaal in Antwerpen.

www.defilharmonie.be

www.cofena.be

www.ingridfliter.com

www.jaapvanzweden.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content