Klassiek: Helemaal opgevrolijkt (* * * *)

DeFilharmonie is met een onconventioneel dirigent als Christian Lindberg weer een leuke ervaring rijker.

Gehoord op 29 oktober in deSingel

“Ik ben helemaal opgevrolijkt”, verzuchtte een dame lachend, net voor ze met de pauze de benen ging strekken. Ik was het volmondig met haar eens. Een klassiek concert dat opvrolijkt is iets gedenkwaardigs. DeFilharmonie was er met glans in geslaagd om kwaliteit en humor te verenigen in een origineel en niet eens vergezocht programma: de Suite Luitenant Kijé van Sergej Prokofiev, gevolgd door de Vlaamse creatie van Helikon Wasp for Conducting Trombonist and Orchestra (2003) van Christian Lindberg. Na de pauze volgde de Symfonie nr.5 van Jean Sibelius. Inderdaad een mooi coherent orkestprogramma.

Een groot deel van het entertainment werd verzorgd door de virtuoze trombonist en dirigent van dienst, Christian Lindberg. De man is gepokt en gemazeld, maar ook vertroeteld en in de armen gesloten door de muziekwereld. Zijn rijk, succesvol parcours als trombonist, dirigent en componist, gekoppeld aan een onconventionele persoonlijkheid maakt van deze Zweed een opvallend internationaal figuur. Het orkest dat deze veelzijdige dirigent op de kop kan tikken mag zich gelukkig prijzen. Lindberg verenigt immers een jarenlange ervaring als solist met een enorme repertoirekennis en een grondig inzicht in de interne keuken van het muziekschrijven. Hij was de eerste trombonesolist in de geschiedenis, creëerde meer dan 300 werken en maakte meer dan 70 solo-cd opnames. Componisten als Xenakis, Berio en Takemitsu schreven een concerto voor Lindberg. Voor de trombone schreef Lindberg zelf talloze werken. Dirigeren doet hij sinds zijn twintigste.

Toch was het even wennen. Op het eerste gezicht is Lindberg immers een zotte clown. Hij is over-beweeglijk, onbedaarlijk goed geluimd en hij verkleedt zich graag tussen de bedrijven, liefst in skinny jeans en satijnen hemden met bamboemotief. Er gaat van deze man een verschroeiende energie uit. Die verleent aan zijn slag een koortsig elan en aan zijn interpretaties een zekere vurigheid. Al dirigerend beeldt hij de muziek uit.

Prokofievs Kijé-suite voer er wel bij. Het is een satirische filmpartituur in suitevorm, met een rijk kleurenpallet, aanstekelijke ritmes, citaten uit de Russische volksmuziek… DeFilharmonie kon zich als een caleidoscoop van al haar kanten laten zien en horen dankzij de onophoudelijke stroom aan solo’tjes die van haar verwacht werd: veel koper, veel pittig hout, een prettige batterij slagwerk, hoogst sensuele en filmisch beeldende strijkers, een celesta, een sierlijke fern-trompet achter het podium, … Kleurrijk en prettig dus, maar verraderlijk moeilijk om alles gepunt, snel en precies gespeeld te krijgen. Die precisie was er niet altijd, maar het karakter zat goed en de sfeer in de zaal zat zéér goed!

Toen was Lindbergs eigen werk aan de beurt…een ludieke kritiek en een tonaal antwoord op eigentijdse muziek met een te grote sérieux en afstand. Ergens citeert hij in het werk de volgende woorden: Are you still there? You with a heart of an ice cube, who hides behind intellectual mannerism? The wasp is ready to give you a real sting, because you don’t belong here!” Wat we al dachten: achter de façade van de clown schuilt een ernstig man met een missie. Voor Helikon Wasp draaide ongeveer de helft van het orkest zijn rug naar het publiek om de trombonesolist beter in het vizier te krijgen. Een cirkelvormige opstelling rond een dirigerende trombonist, het was geen alledaags gezicht! In het verlengde van de net gespeelde Prokofiev, kwam dit 21e eeuwse werk, helemaal volgens Lindbergs bedoelingen, niet wereldvreemd of abstract over. Integendeel, het leek wel een vervolg aan Prokofiev te breien. Lindberg gebruikt het orkest als een grote grabbelton met speelgoed. Instrumenten die anders stiefmoederlijk worden aangewend krijgen hier speeltijd. Xylofoon en marimba mogen zich even laten gaan in snelle fugatische ritjes en andere Spielerei. Er wordt ook geroepen en gezongen, soms is de anarchie niet ver. De trombone is de koning. Het instrument vertelt, verleidt, grapt en grolt. Ja, we raakten “opgevrolijkt”.

Na de pauze volgde de Vijfde van Sibelius (1915), een logische keuze na de gekte. Het is het werk van een vijftigjarige die op dat moment in Finland zowat de status van halfgod bereikt had. Hij was de laatste romantische symfonicus van zijn generatie, al genoten Mahler en Strauss internationaal gezien meer bekendheid. In zijn symfonieën gelden zijn breed stromende melodieën als afspiegelingen van de Finse natuur die tevens aan de basis ligt van de vrije vorm die Sibelius hier hanteert.

Lindberg kende de partituur op z’n duimpje en kon niet langer verhullen dat hij een ernstig muzikant is. We hoorden een meeslepende Vijfde die wat mij betreft net iets te expliciet uit de startblokken schoot, met veronachtzaming van de visionaire dimensie die toch in ieder werk van Sibelius hoorbaar moet blijven. Maar dat hij deFilharmonie tot een grootse, nobele orkestklank kon inspireren staat buiten kijf. Lindberg weet hoe hij met een gebaar en een lach, een frons of een buiging zuurstof kan rondpompen in een orkest. De violen speelden met karakter en vormden een hechte groep die meermaals een gouden gloed leek uit te gieten over de andere orkestgroepen. De kopers waren zondermeer gecharmeerd door de stevige aanpak van Lindberg. Zij gaven het beste van zichzelf, uitgezonderd de hoorns die niet echt in topvorm leken.

Toen Lindberg op het einde zijn boeket in het gul applaudiserende publiek gooide, kon de pret niet op. Er was weer iemand opgevrolijkt.

Greet Van ’t veld

www.desingel.be

www.defilharmonie.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content