In beeld: De 17 acties van Consortium 12-12
De allereerste actie die het Consortium voor Noodhulpsituaties op poten zette, was in 1984 en stond in het teken van de hongersnood in Ethiopië en de Sahel door de aanhoudende droogte. De aangrijpende beelden van miljoenen uitgehongerde mensen gingen de wereld rond en veroorzaakten een schokgolf die spontane solidariteit op gang bracht.
In december 1988 vond een zware aardbeving, 6,8 op de schaal van Richter, plaats in het noorden van Armenië. Verschillende steden werden getroffen. Gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt waardoor minstens 500.000 mensen dakloos raakten. Naast de vele gewonden, vielen er ook 25.000 doden. Het duurde dan ook niet lang voor de internationale gemeenschap verschillende steunacties op poten zette.
De revolutie in Roemenië in 1989 was een keerpunt voor het 44 jaar heersende communisme. Roemenië was het enige Oostblokland waar de afschaffing van het communistische regime met zoveel geweld gepaard ging. Verschillende onderdrukte etnische groepen kwamen in opstand tegen de etnische Roemenen en de toenmalige leider Nicolae Ceausescu, die zijn macht niet uit handen wou geven. De volksopstand heeft verschillende levens verwoest en duizenden levens gekost.
Begin jaren 90 ging de focus van het Consortium voor Noodhulpsituaties opnieuw naar droogte en hongersnood in Afrika. Dit keer werd de aandacht vooral op Somalië, gelegd. En net als tijdens de allereerste actie werd ook nu gebruik gemaakt van aangrijpende beelden van uitgemergelde mensen om mensen aan te zetten om geld te doneren. Geld dat gebruikt werd voor medicijnen, water en voedsel in de vluchtelingenkampen te voorzien.
Opnieuw stond 12-12 in het teken van Somalië. In 1991 had het land geen centrale overheid, politiemacht of andere basisdiensten. Waardoor gewapende groeperingen hun strijd voor de macht onder elkaar ongestoord konden uitvechten. Meer dan 1,5 miljoen mensen werden uit hun huizen verdreven en meer dan een half miljoen mensen vluchtten naar de buurlanden. De vernieling, in combinatie met de aanhoudende droogte en honger, kostten meer dan 300.000 mensen het leven. Pas toen de Verenigde Staten en de Verenigde Naties in 1993 het land binnenvielen werd de orde in het land hersteld.
De Rwandese genocide, ook wel Rwandese burgeroorlog genoemd, was een etnisch conflict in 1994. De twee etnische groeperingen Hutu’s en Tutsi’s stonden lijnrecht tegenover elkaar en er ontstond een heuse volkerenmoord. In slechts een 100-tal dagen werden 500.000 tot 1 miljoen mensen vermoord. Naast het hoge dodenaantal, ontstond ook een enorme vluchtelingenstroom naar de hulpkampen in buurland Democratische Republiek Congo. Waar hulporganisaties de vluchtelingen opvingen.
Een van de hevigste orkanen in de geschiedenis, met windsnelheden tot 325 kilometer per uur, was orkaan Mitch die in oktober en november 1998 over het Caribisch gebied trok. De vele overstromingen, modderstromen en aardverschuivingen die de storm met zich meebracht, kostten meer dan 25.000 mensen het leven en maakten twee miljoen mensen dakloos. Vooral Honduras en Nicaragua werden zwaar getroffen. De bevolking was afhankelijk van internationale hulp, onder andere om aan drinkbaar water te geraken.
Na het uiteenvallen van voormalig Joegoslavië, werd Kosovo aan Servië toegekend waardoor de vete tussen de verschillende partijen losbarstte. De toenmalig leider van het nieuwe Joegoslavië, Slobodan Milosevic, stuurde troepen naar Kosovo voor een etnische zuivering. Binnen een jaar tijd vielen meer dan 2.000 doden, werd een kwart van de bevolking dakloos en werden meer dan 300.000 Albanezen, die naar een onafhankelijk Kosovo streefden, opgejaagd en verdreven. Tijdens het conflict zijn miljoenen Kosovaren op de vlucht geslagen. De actie ‘SOS Kosovo’ werd opgezet om slachtoffers op te vangen en van basisbehoeften te voorzien.
Hoewel het regenseizoen in 2000 in het hele zuiden van Afrika enorm hevig was, werd Mozambique het grootste slachtoffer. Naast de hevige stortbuien raasde er immers ook een tropische wervelstorm met windkrachten tot 260 kilometer per uur over het land. In maart dat jaar kwam de internationale hulp op gang. De Verenigde Naties hadden namelijk laten weten dat het aantal mensen dat geëvacueerd moest worden tot boven de 100.000 opliep en bijna 1 miljoen mensen hadden medische hulp nodig.
Op 7 oktober 2001 vielen de legers van de Verenigde Staten , Groot-Brittannië, Australië, Frankrijk en de Noordelijke Alliantie Afghanistan binnen op zoek naar Osama Bin Laden, de leider van al-Qaeda. De inval volgde op een periode van droogte in het land en een 23 jaar durende strijd tegen het onderdrukkende talibanregime. Miljoenen mensen raakten dakloos, vluchtten naar de buurlanden zoals Iran en Pakistan of kwamen om het leven. Met acties zoals die van het Consortium 12-12 werd hulp aan de burgerslachtoffers geboden.
Goma, een stad in Noord-Kivu in de Democratische Republiek Congo, werd in 2002 getroffen door een uitbarsting van de vulkaan Nyiragongo. Door de verschillende aardbevingen die daarop volgenden werd 40 procent van de stad vernield. 340.000 mensen raakten dakloos en waren op hulp van buitenaf aangewezen.
Duizenden mensen werden dakloos, miljoenen mensen kwamen in moeilijke leefomstandigheden terecht en bijna 300.000 mensen lieten het leven na de zeebeving in december 2004 in Zuidoost Azië. De aardverschuiving onder water veroorzaakte een vloedgolf die de kusten van Indonesië, Sri Lanka, India en Thailand wegspoelde. Miljoenen mensen bleven wekenlang afhankelijk van hulpverlening. ‘Tsunami 12-12’ werd de meest succesvolle actie van het Consortium. Niet alleen omdat dit qua omvang een van de grootste rampen in de geschiedenis was maar ook door de grote media-aandacht. In totaal werd ruim 55 miljoen euro opgehaald.
In januari 2010 werd Haïti getroffen door een aardbeving met een kracht van 7 op de schaal van Richter. De aardschok maakte de hoofdstad Port-au-Prince, die op 15 kilometer van het epicentrum lag, en omstreken tot een grote puinhoop: Meer dan 200.000 mensen kwamen om het leven, 300.000 raakten gewond waarvan er 2.000 personen een amputatie moesten ondergaan en 1,5 miljoen mensen kwamen in opvangkampen terecht. De actie ‘Haïti Lavi 12-12’ haalde meer dan 25 miljoen euro op.
De minst succesvolle 12-12 campagne was de inzamelactie voor de slachtoffers van de overstromingen in het noordwesten van Pakistan. Aan de omvang van de ramp kon het niet liggen want het aantal slachtoffers werd op meer dan 15 miljoen geschat. En er was dringend nood aan zuiver drinkwater, voedsel, medicijnen en huisvesting voor de bevolking. De lage opbrengst was volgens de organisatie te wijten aan het feit dat de actie samenviel met de geldinzameling voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti.
Door een aanhoudende droogte waren de oogsten in de Oost-Afrikaanse landen Somalië, Ethiopië, het noorden van Kenia en Djibouti kleiner dan gewoonlijk. Samen met de stijging van de voedselprijzen en het aanslepende gewapende conflict in de Hoorn van Afrika, werd de bevolking in 2011 gedwongen te overleven in barre omstandigheden en naar hulpkampen te vluchten. Het Consortium verzamelde 11,2 miljoen euro in die ze gebruikte om de behoeften aan dringende hulp te dekken.
De gevolgen van de Arabische Lente in Syrië zijn schrijnend. De nu reeds twee jaar aanslepende oorlog maakte ruim vier miljoen burgers afhankelijk van humanitaire hulp zoals water, voedsel en medicijnen. Twee miljoen Syriërs zijn op de vlucht in eigen land en meer dan één miljoen zijn gevlucht naar de buurlanden. En dat aantal stijgt nog elke dag. Het Consortium voor Noodhulpsituaties hoopt met de actie ‘Syrië 1212’ voldoende geld in te zamelen om de slachtoffers van het conflict aan de nodige basisvoorzieningen te helpen. Tot nu toe bleek de actie nog geen groot succes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier