Vrije Tribune

Immersie-onderwijs leidt tot elitescholen

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Het goed aanleren van vreemde talen in deze mondiale wereld is een must, maar mag niet ten koste gaan van de huidige kwaliteit.

Minister Smet breekt een lans voor het taalbadonderwijs, waarbij een vijfde van de vakken in een andere taal, bij voorkeur het Frans, kan worden georganiseerd. De formule van onderdompeling of immersie is in het Franstalig onderwijs ruim verbreid.

Ik was een tijdlang werkzaam in het Waals onderwijs. Het immersie-onderwijs komt daar stilaan tot wasdom. Vooral scholen langsheen de taalgrens organiseren een traject immersie-onderwijs in zowel het basis- als het secundair onderwijs. Meer en meer mensen zien in dat de kennis van de Nederlandse taal heel wat professionele kansen biedt.

Een deel van de vakken wordt in het Nederlands of het Engels gegeven. Men beseft dat het een stuk beter is om leerlingen vanaf het eerste leerjaar basisonderwijs immersie te laten volgen. Een vervolgtraject wordt vervolgens in het secundair aangeboden.

Toch zijn er enkele grote schaduwkanten aan dit lovenswaardig project. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij het volledig curriculum van een beperkt aantal vakken in het Nederlands verwerven. Dit is uiteraard niet evident. Leerlingen leveren dan een dubbele inspanning: ze verwerken leerstof van een bepaald vak in een andere taal die ze nog volop aan het leren zijn. Wil de modale leerling niet afhaken, dan betekent dat dat het niveau van de leerstof moet zakken. Ook dient de leerkracht veel tijd en energie aan taalonderricht te spenderen. Voor pakweg een leerkracht wetenschappen is dit geen evidente zaak. Remediëring is daarom aangewezen, maar wat moet dan worden geremedieerd? De taal of de leerstof?

De problemen beginnen pas wanneer een taak of proefwerk wordt gegeven. Opzoekingswerk vraagt al een stevige talenkennis. Uit ervaring weet ik dat ouders de leerlingen moeten ondersteunen en daarbij nog over een stevige talenkennis moeten beschikken. In de school waar ik actief was, was één van de voorwaarden om immersie-onderwijs te volgen dat één van de ouders goed Nederlandstalig was. Dit is niet meer dan logisch. Voor een goede verwerking van leerstof in een andere taal is een goede ondersteuning van de thuissituatie onontbeerlijk. Proefwerken en examens leveren al even grote problemen op. In heel wat gevallen begrijpen leerlingen de nuance van de vragen niet, hebben ze de vraag verkeerd begrepen of hebben ze de taal te weinig onder de knie om zich naar behoren uit te drukken.

Immersie-onderwijs is daarom veelal weggelegd voor leerlingen die goed studeren, thuis tweetalig zijn of prima worden ondersteund. Immersie-onderwijs is dus elitair en verdiept nog meer de kloof met sociaal zwakkeren of leerlingen, die meer leerzorg nodig hebben. Op de school waar ik les gaf – een BSO-TSO-ASO-school van meer dan 2.000 leerlingen – leidt dit tot een select clubje van een jonge intellectuele elite, waar steevast wordt mee uitgepakt.

Daarnaast zijn er een aantal pedagogische mankementen. Niet tegenstaande ze goed begaafd zijn, vragen deze leerlingen veel meer leerzorg, ondersteuning en begeleiding om dezelfde leerstof in een andere taal te leren. Een stuk leerstof moet dan ook grondig worden vereenvoudigd om het voor anderstalige leerlingen toegankelijk te maken. Dit leidt uiteraard tot kwaliteitsverlies. Belangrijke nuances gaan daardoor verloren.

Voor heel wat scholen is dat allerminst evident. Het vraagt meer omkadering en meer inzet van middelen. De klassen zijn ook veel kleiner, waardoor de inzet van personeel ten koste gaat van de andere onderwijsopdrachten, waardoor fricties met andere personeelsleden kunnen ontstaan. Ook de zoektocht naar goed geschoold onderwijzend personeel is geen evidentie. Zoek maar eens een leerkracht wiskunde of fysica die perfect tweetalig is. In het Franstalig onderwijs leidt dit tot een permanente zoektocht, met soms een matig resultaat.

De organisatie van immersie-onderwijs lijdt in vele gevallen tot kwaliteitsverlies en is eerder weggelegd voor de elite onder de leerlingen met een goede thuissituatie die daarbij ruim de tijd en de mogelijkheid heeft om het kind te ondersteunen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van onze socialistische onderwijsminister die eerder streeft naar gelijke kansen voor iedereen.

Het goed aanleren van vreemde talen in deze mondiale wereld is een must, maar mag niet ten koste gaan van de huidige kwaliteit.

Julien Borremans Leerkracht in het Brussels Nederlandstalig onderwijs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content