Hubert van Humbeeck

Iedereen is bang

WikiLeaks toonde volgens Israël aan hoe gevaarlijk Iran is. Maar ondertussen schiet een akkoord met de Palestijnen niet op.

De klokkenluiderwebsite WikiLeaks bood Israël vorige week een kans voor open doel. Uit gelekte diplomatieke boodschappen bleek dat verschillende Arabische leiders zich tegenover Washington herhaaldelijk bezorgd toonden over het nucleaire programma van hun buurland Iran.

Koning Abdullah van Saudi-Arabië bezwoer de Amerikaanse president zelfs om ‘de kop van de slang af te hakken, terwijl het nog kan’. Zowel premier Benjamin Netanyahu als oppositieleidster Tzipi Livni zag in de onthullingen een bewijs dat niet het Israëlische conflict met de Palestijnen het evenwicht en de toekomst van de regio bedreigt, maar het fundamentalistische regime in Teheran: er moet eerst met Iran worden afgerekend.

WikiLeaks laat, volgens Israël, ook zien hoe naïef Barack Obama in de wereld staat. Zijn opening naar de Arabische wereld maakte geen indruk. Een commentator in Tel Aviv vat het zo samen: Israël is bang van de Arabieren, de Arabieren zijn bang van Israël en beiden zijn ze bang van Iran. Israël moet aan zijn grens met Libanon rekening houden met de aanwezigheid van Hezbollah. Aan de grens met Gaza dreigt Hamas. Die twee groepen worden door Iran gesteund.

Ondertussen blijft Israël wel met de Amerikanen palaveren over de voorwaarden waarop het kan instemmen met een nieuw moratorium van 90 dagen op de uitbreiding van nederzettingen in de bezette Westelijke Jordaanoever. Dat moratorium is een voorwaarde voor de Palestijnen om weer over een tweestatenoplossing te praten. Israël wil onder meer dat de VS schriftelijk bevestigen dat de bouwstop niet voor het betwiste Oost-Jeruzalem geldt. De Israëlische Arbeiderspartij vermoedt dat het getreuzel ook een politieke bedoeling heeft. Ze maakt deel uit van de coalitie van Netanyahu, die verder uit rechtse partijen bestaat. Er wordt deze maand over een begroting voor twee jaar gestemd. Daarna zou de premier de handen vrij hebben.

Maar het wantrouwen blijft groot. Zowel meerderheid als oppositie vreest nog altijd dat de Palestijnen in de eerste plaats de Joodse staat willen dwarsbomen. Het maakt het samenleven in Israël zelf niet gemakkelijker, terwijl Arabische Israëliërs toch 20 procent van de bevolking uitmaken. Een recente peiling van het Israel Democracy Institute liet onthutsende resultaten zien. Zo wil bijna de helft van de Joodse Israëliërs liever niet naast Arabische Israëliërs wonen. Een derde vindt dat Arabische Israëliërs in geval van conflict preventief moeten worden geïnterneerd. En zo verder. Israël schrok van de cijfers, maar ze verbazen ook niet echt.

Voormalig minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni blijft alvast op de lijn van haar partij, Kadima, zoals die door Ariel Sharon werd getrokken: Israël kan alleen overleven als een Joodse staat, als daarnaast een Palestijnse staat een kans krijgt. Burgemeester David Buskali van het belaagde grensstadje Sderot vergelijkt Israëliërs en Palestijnen met een koppel. Er wordt vanuit de Gazastrook nog altijd gemiddeld één raket per dag op Sderot afgeschoten. ‘Als een koppel trouwt,’ zegt Buskali, ‘hebben ze niet meer zoveel plaats in bed als tevoren. Maar tegenover dat kleine ongemak staat veel plezier.’

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content