Patrick Martens

Het ultieme wapen

Ook een nationale staking zal de regering-Di Rupo niet op haar sociaaleconomische stappen doen terugkeren. Maar kan ze samen met de vakbonden ook snel de sociale onrust bezweren?

De drie vakbonden willen het land komende maandag platleggen met een algemene staking tegen ‘het onevenwichtige sociaaleconomische luik van het programma van de regering-Di Rupo’. De syndicale mobilisatie is tegelijk een schot voor de boeg om te voorkomen dat werknemers en ambtenaren opnieuw in het vizier worden genomen wanneer in februari nog eens voor enkele miljarden moet worden bespaard om het begrotingstekort binnen te perken te houden.

De nationale staking is een culminatiepunt in het vakbondsverzet. In november 2011 verzamelden 5000 militanten in Brussel om de toenmalige regeringsonderhandelaars op andere gedachten te brengen. De totstandkoming van het regeerakkoord in december en de daaropvolgende goedkeuring door het parlement resulteerden in een grote betoging (50.000 à 80.000 man) en een (mislukte) stakingsdag in de openbare sector. Maar die acties haalden niets uit. Overleg achter de schermen om de scherpe kanten van maatregelen voor de pensioenen, de werkloosheid en de gezondheidszorg af te ronden, leverde sindsdien evenmin veel op. De aanzegging van een algemene staking werd zodoende niet ingetrokken.

Voor het ACV, het ABVV en de ACLVB wordt die staking een belangrijke test om te zien in welke mate hun achterban nog volgt. Het zijn vooral enkele centrales en de Waalse vleugel van de socialistische vakbond die het voortouw in de strijddynamiek nemen. Door het vooruitzicht van de sociale verkiezingen in mei kunnen de twee andere vakbonden de rol moeilijk lossen.

Een algemene staking zal hoe dan ook geen grote invloed hebben op de sociaaleconomische ingrepen van de regering-Di Rupo, die in een Europees keurslijf van strenge begrotingsdiscipline zit. Ook wanneer premier Di Rupo en de PS voortdurend doen alsof het niet knelt, in de praktijk doet het dat wél. Dat is mee een gevolg van het feit dat het traditionele overlegmodel in ons land al geruime tijd inert is en niet geleid heeft tot wezenlijke sociale hervormingen, een beheersing van de loonkosten en een modernisering van het arbeidsmarktbeleid. In de plaats daarvan gingen vakbonden (voor hogere sociale uitkeringen) en werkgeversorganisaties (voor meer lastenverlagingen) elk apart aankloppen bij ‘bevriende’ partijen in de regering om iets binnen te halen. Dat is nu niet meer mogelijk. De overheid zit financieel op haar tandvlees. De economische terugval haalt de strop nog meer aan.

Die gang van zaken heeft de regering-Di Rupo gedwongen tot doortastende maatregelen om de pensioenregels te verstrengen, de werkloosheidsuitkeringen te beknotten en de gezondheidsuitgaven af te remmen. De vakbonden hebben een punt als ze bijvoorbeeld waarschuwen voor meer armoede, en als ze ook naar de werkgevers kijken om meer mensen langer aan te werk te houden. Tegelijk beseffen ze dat ‘het ultieme wapen’ van een nationale staking – ook door de dure repercussies voor de economie – niet om de haverklap kan worden gebruikt. Ondanks de sociale turbulentie zijn zowel zij als de regering verplicht om op korte termijn te landen met een verdedigbare consensus.

Patrick Martens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content