Dirk Draulans

Het tijdperk van de mens

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Wetenschappers debatteren over de vraag of de mens zichzelf moet plezieren met zijn eigen geologisch tijdperk.

Het kan zeker tellen als geslaagde bezigheidstherapie, maar of het ook nuttige wetenschap is valt af te wachten: een groeiende groep onderzoekers heeft een campagne opgestart om een nieuw geologisch tijdperk te definiëren: het Antropoceen. Dat is het tijdperk van de mens.

Geologische tijdperken duren in principe héél lang. Momenteel zitten wij in het Holoceen, dat 11.500 jaar geleden begon, bij het einde van de laatste grote ijstijd. Er kwam toen een relatief snelle opwarming van de aarde, maar de stijging van de zeespiegel die ermee gepaard ging, volgde met een vertraging van een dikke 5.000 jaar. We zitten dus nog maar een beetje verder dan het begin. Er is geduld nodig voor het opmerken van geologische veranderingen.

Het Holoceen volgde op het Pleistoceen, dat 2,6 miljoen jaar geleden begon. Meteen is het grootste obstakel tegen het Antropoceen blootgelegd: het komt te snel. Zijn verdedigers voeren als keihard tegenargument aan dat de mens ondertussen zo’n zware greep op zijn omgeving gekregen heeft, dat geologen in de toekomst niet anders zullen kunnen dan de veranderingen zien. Wij laten nu al een onuitwisbare stempel na.

We zijn daar ook vroeg mee begonnen. De eerste tekenen van grootschalige landschapsveranderingen als gevolg van menselijke activiteiten dateren van 50.000 jaar geleden, toen er in wat nu Nieuw-Guinea is op grote schaal wouden werden platgebrand om vruchtbare grond vrij te maken – er is met de moderne aanslagen op het regenwoud geen nieuws onder de zon. 8.000 jaar geleden was een vijfde van het niet met ijs bedekte landoppervlak van de aarde al beïnvloed door de mens, in 1750 meer dan de helft.

De schaal van ons ingrijpen vergrootte pas echt toen we industrieel werden. Vanaf dan was onze invloed globaal. Sindsdien warmen we het klimaat op, verzuren we de oceaan, vervuilen we het zoetwater en drijven we dieren en planten in een van de grootste uitstervingsgolven die de aarde moet hebben gekend. Alleen andere opportunisten, zoals ratten en ganzen, en bramen en distels, kunnen ons volgen. Of de dieren en planten die we naar onze hand zetten. Bij het begin van het boer worden, zo’n 10.000 jaar geleden, vormden de mens en de diersoorten die hij via domesticatie nuttig maakte voor hemzelf, 0,1 procent van de totale biomassa van zoogdieren op aarde.

Nu is dat 90 procent – een steile opmars die heeft geprofiteerd van het feit dat wij bij onze expansie de populaties van vooral de grootste andere dieren in de vernieling hebben gewerkt. Sommige optimisten beschrijven het natuurlijke aspect van het Antropoceen als ‘een grote mensentuin’, en zoals iedereen weet zitten er in de meeste tuinen geen grote beesten, behalve af en toe een pony of een Deense dog.

Onze rechte en vol beton gegoten wegen zullen miljoenen jaren lang als vreemde lijnen in het geologische landschap bewaard blijven. De ruïnes van sommige steden, zeker als ze in de buurt van de zee liggen, zullen bewaard blijven onder een beschermende laag sedimenten. Chemische stoffen als het uit het gebruik van fossiele brandstoffen afkomstige isotoop 12 van koolstof (en stoffen uit moeilijk afbreekbare producten zoals plastic) zullen lang detecteerbaar blijven als iets opvallends.

De term Antropoceen werd in 2002 voorgesteld door de Nederlandse Nobelprijswinnaar Paul Crutzen, die onder meer het gat in de ozonlaag ontdekte. In 2009 besloot de Internationale Commissie voor Stratigrafie, die verantwoordelijk is voor het afbakenen van geologische tijdperken, dat het voorstel ernstig kan worden genomen. De promotoren van het concept hopen het tegen 2016 op de officiële tijdschaal te krijgen.

Dat zou een record zijn, want het debat over de grens tussen het Ordovicium en het Siluur, gesitueerd zo’n 445 miljoen jaar geleden, heeft meer dan een eeuw aangesleept. We zijn nu blijkbaar veel gehaaster. Mogelijk uit angst, want misschien zijn we het onszelf door onze epidemiale expansie wel erg moeilijk aan het maken. Het zou toch te gek zijn dat we een geologisch tijdperk voor onszelf creëeren, en dat de mensheid vervolgens zo evolueert dat zo goed als niemand zich daar bewust van zal zijn.

Want wij zijn natuurlijk de enige soort op aarde die zich druk maakt over geologische tijdperken. De waarde van het Antropoceen ligt dus vooral in zijn sensibiliserende karakter. Hoewel. Je moet tegenwoordig al van weinig gezond verstand getuigen om niet te merken wat wij met de aarde aan het doen zijn.

Dirk Draulans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content