Johan Van Overtveldt (N-VA)

Het (on)gelijk van Johan Vande Lanotte

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Er weegt veel meer op onze publieke financiën dan enkel maar het schandelijke Dexia-dossier.

Naar goede nazomerse traditie vlogen de interviews met politici de voorbije dagen weer danig in het rond. Eén van de meest opmerkelijke uitspraken kwam daarbij van Johan Vande Lanotte, in de regering Di Rupo I SP.A-vicepremier en minister van Economie, Consumentenzaken en de Noordzee. In een interview met De Tijd omschreef Vande Lanotte Dexia als “het enige echt belastende dossier voor onze staatshuishouding. Voor de rest zitten we redelijk op koers … (Dexia) gaat potentieel over een verhoging van de staatsschuld met bijna 20 procent”.

De Oostendse SP.A-voorman heeft met die uitspraak in één adem gelijk en ongelijk. Gelijk omdat, inderdaad, het dossier Dexia als een molensteen om de hals van de Belgische publieke financiën hangt. Het is uitgesloten dat we zonder kleerscheuren van dit dossier afraken. Een beetje pech in de afwikkeling van de waanzinnige portefeuille die nog altijd in de boeken van Dexia zit, houdt het zeer reële risico in dat we binnen de eurozone verglijden naar de status van probleemland, met alle gevolgen van dien.

De bezorgdheid van Vande Lanotte is dan ook terecht. Het zal moeten blijken of onze overheden de komende maanden ook de nodige stappen zullen ondernemen om de echte verantwoordelijken voor het onwaarschijnlijke Dexia-debâcle krachtdadig op het matje te roepen.

Vande Lanotte heeft ongelijk als hij stelt dat Dexia het enige belastende dossier voor onze staatshuishouding is. Veel meer nog dan het Dexia-dossier wegen de toekomstige verplichtingen inzake pensioenen en gezondheidszorg op de toekomst van onze publieke financiën. Vande Lanotte heeft zelf in een nog niet zo ver verleden gepoogd daar onder meer via het Zilverfonds wat aan te doen. Rond dat Zilverfonds is het trouwens oorverdovend stil.

Elke ernstige berekening (BIS, IMF, OESO, diverse academici) wijst uit dat de komende decennia onze overheidsschuld van de huidige 100% van het BBP zal oplopen tot ergens tussen de 300% en de 450%, afhankelijk van de hypothesen die nu eenmaal moeten gemaakt worden om tot dat soort projecties te komen.

Zulk een rampzalige evolutie van de schuldgraad zal gestopt worden vooraleer het effectief zo ver komt, onder meer omdat België dan volkomen uitgesloten zou raken van de geldmarkten en het interne spaarvolume versneld zou wegvloeien. Essentieel op vier wijzen kan de oploop tot hallucinante schuldpercentages gestopt worden, nl. inflatie en default (de destructieve opties) en hogere economische groei en radicale omslag in het beleid (de constructieve opties). De eerste twee laten we voor wat ze zijn, niet in het minst omdat de inflatieroute in het kader van de eurozone niet echt realistisch is.
Wat de constructieve opties betreft, hangt veel (economische groei) tot alles (omslag in het beleid) af van het regeringsbeleid. De goed nieuws-show van Di Rupo I wekt de indruk dat we hier goed bezig zijn. Niets is minder waar.

De potentiële groei van onze economie zit nu op 1,5% per jaar en wordt onder meer door continue belastingverhogingen en contraproductieve reglementering voortdurend verder aangevreten. Van een omslag in het beleid, zeker inzake de overheidsuitgaven, is ook niet echt sprake. Dat blijkt onder meer uit de verslagen van het Rekenhof omtrent het regeringswerk. Ook, bijvoorbeeld, de mensen van het IMF proberen voortdurend aan regeringsleden uit te leggen dat er meer en beter moet ingegrepen worden. Zij hebben de indruk dat die boodschap niet echt overkomt.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content