Walter Pauli

Het landelijke belang

De campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen is begonnen.

Het heeft niet langer geduurd dan 1 januari voor de strijd om de gemeenteraadsverkiezingen van oktober definitief werd ingezet. In De Zevende Dag duidde Bart De Wever de inzet ervan als ‘een strijd van één tegen allen’. En prompt trok hij zelf in de aanval. Het is een kunst die de N-VA-voorzitter perfect beheerst: bijna 40 procent behalen in de peilingen en toch doen alsof je het belaagde kleintje bent.

De echte inzet is groter. De Wever zelf heeft het al in alle mogelijke toonaarden en nuances herhaald: de megascore van zijn partij is geen accidenteel toeval, ze is er gekomen omdat de N-VA de politieke vertaling is van een brede ‘onderstroom’ in de Vlaamse samenleving, net zoals de PS dat is in Wallonië. Tien jaar geleden dacht Karel De Gucht nochtans hetzelfde over de VLD, en claimde de status van ‘de nieuwe Vlaamse volkspartij’. De oude volkspartij, welteverstaan, was de CD&V, voorheen de CVP. Tegelijk meende SP.A-voorzitter Steve Stevaert dat Vlaanderen vol socialisten zat, alleen wisten die het nog niet van zichzelf.

Sinds 2000 koesterden vier partijen dus dezelfde ambitie: de vertolker te zijn van het brede Vlaamse middenveld. De Open VLD en de SP.A beseffen intussen dat ze daarvoor uit koers geslagen zijn. De christendemocraten hebben dat nog niet aanvaard. Nochtans is de N-VA een gevaarlijker uitdager dan de socialisten en de liberalen, juist omdat de boodschap van de N-VA nauw aansluit met wat de CD&V de voorbije decennia vertelde. Al een jaar of twintig is de CVP/CD&V in essentie een Vlaamse partij met Vlaamse eisen. Daar komt nog ‘goed bestuur’ bij, maar het oude cement – het christelijke – is weg. Het verloren euthanasiedebat is voorlopig hun laatste grote levensbeschouwelijke ‘gevecht’ geweest, meer dan tien jaar geleden. Hoe weinig fundamenteels sommige CD&V’ers nog te zeggen hebben, blijkt uit het laatste interview van Kris Peeters in De Standaard. Gevraagd naar het wezenlijke verschil tussen zijn partij en de N-VA komt de minister-president aanzetten met ‘sustainability’. De Wever heeft alvast het voordeel dat men verstaat wat hij wil zeggen.

Maar ook al worstelt de CD&V met haar boodschap, de partij blijft incontournable om Vlaanderen te besturen. Vanwege ‘haar’ organisatorische sterkte – driekwart van de Vlaamse zorgsector, het katholiek onderwijs… – maar ook vanwege haar netwerk van lokale mandatarissen. Die hebben amper een ideologisch verhaal nodig: zij halen hun populariteit en dus hun macht uit de kwaliteit van hun bestuur, en uit het feit dát ze besturen. De CD&V moest in de steden de rol wel lossen (hoewel ze nog bestuurt in Antwerpen, Brugge, Leuven, Hasselt, Kortrijk, Genk, Sint-Niklaas en Turnhout, dat valt nog mee), maar blijft dominant in verkavelings-Vlaanderen, soms nog altijd ‘het platteland’ genoemd.

De N-VA doet alles om dat netwerk te scheuren. Onder meer door voormalige CD&V’ers aan te trekken, zoals Pol Van Den Driessche in Brugge. Er zijn ook oproepen naar Vlaamse CD&V’ers om hun partij te verlaten voor de nieuwe machtshebbers. Recent kreeg Kris Peeters die boodschap van Jan Rogiers, een broer van wijlen Kris Rogiers, in het prille zelfstandige Vlaanderen van Gaston Geens de legendarische ‘chef de file’ van de CVP-kabinetten. Die oproep wordt nu nog weggewuifd, maar kan straks aan aantrekkingskracht winnen. Zeker als de N-VA in oktober overal wint en de CD&V zwaar verliest. De echte inzet van deze gemeenteraadsverkiezingen is niet van lokaal maar van landelijk belang.

Walter Pauli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content