Johan Van Overtveldt (N-VA)

Het gigantische Europese bankenprobleem

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Limitering van de bankbonussen is naast de kwestie. Het Europees bankenprobleem gaat veel dieper.

Zowel het Europees parlement als de Europese Commissie willen de bonussen in de bankwereld hard gaan aanpakken. Op basis van een onderzoek verricht door de European Banking Authority (EBA), de Europese bankregulator, gaan de gedachten nu in de richting van de instelling van een maximumplafond aan die bonussen. Meer bepaald zou dat maximum vastgepind worden op de omvang van het vaste salaris van de betrokkenen. Othmar Karas, de spilfiguur binnen het Europese Parlement in deze discussie, gewaagt van een “one-to-one”-aanpak.

Hoe begrijpelijk de animositeit rond bonussen in de banksector ook is, deze aanpak is gedoemd om te mislukken en wel omwille van essentieel twee redenen. De eerste reden is dat dergelijke plafonneringen erg makkelijk te omzeilen vallen, al was het maar via een gevoelige optrekking van het vaste salaris. De tweede en veel belangrijkere reden voor de voorspelbare mislukking van de bonusaanpak die Europa wil gaan volgen, heeft betrekking op het feit dat we hier met een typisch voorbeeld van Kurieren am Symptom te maken hebben.

De fundamentele problematiek van het Europese bankwezen is dat de Europese banken veel te groot zijn. De Financial Stability Board, het overlegorgaan rond financiële stabiliteit in het kader van de G20, kwam vorig jaar tot de conclusie dat er wereldwijd 29 systemisch heel belangrijke banken zijn. Deze instellingen krijgen vaak ook het predicaat “too big to fail” mee. 17 van die 29 wereldwijd systemische banken zijn Europees tegenover 8 Amerikaans, 3 Japans en 1 Chinees. Het balanstotaal van de vijf grootste banken als % van het BBP van de betrokken landen, zo blijkt uit de gegevens van de Bank voor Internationale Betalingen, was in 2009 466% in Engeland, 464% in Nederland, 344% in Frankrijk en 151% in Duitsland. In de VS lag dit percentage op 58%, in Japan op 115%..

Er bestaat een rechtstreeks verband tussen exorbitante bonussen en het gegeven dat, veel meer nog dan in de VS en Japan, Europa volgestouwd zit met banken die “too big to fail” zijn. Het feit dat men binnen die giga-banken wéét dat de overheden niet anders kunnen dan de reddende engel te spelen als het fout loopt, zet aan tot het nemen van grotere risico’s. Sinds het Dexia-dossier weten we daar in België alles van. Grotere risico’s monden uit in grote winsten (en dus grotere bonussen) of in grote verliezen. In dit laatste geval kan er altijd teruggevallen worden op de politieke overheid en dus de belastingsbetaler. Heads we win, tails the taxpayer looses.

Wil men vanuit Europese hoek echt iets aan de bonussen doen dan moet men niet afkomen met allerhande makkelijk omzeilbare plafonneringen of limiteringen. Dan moet men het probleem van de veel te grote banken aan de bron aanpakken en opsplitsing van die mega-banken opleggen. De werking van het financieel systeem zowel als de kredietverlening doorheen de economie zou ook gebaat zijn bij een dergelijke drastische aanpak van het too big to fail-syndrooom van het Europees bankwezen. Tot nader order reikt de lobby-arm van die banken, zeker op nationaal vlak, echter nog veel te ver om dit perspectief realistisch te maken. En dus blijven we discussiëren over gratuite symptoombehandelingen.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content