Ewald Pironet

Het bedenkelijke bestuur van Arco

Denk niet dat Arco vooral een slachtoffer is van de financiële crisis, want de top en bestuur van Arco draagt zelf een zeer grote verantwoordelijkheid voor de neergang van Arco.

De financiële holding van de christelijke werknemersorganisatie ACW, Arco, wordt dus vereffend als gevolg van het debacle bij Dexia. Daarbij mag men echter niet de fout begaan om te denken dat Arco vooral een slachtoffer is van de financiële crisis, want de top en bestuur van Arco draagt zelf een zeer grote verantwoordelijkheid voor de neergang van Arco.

Arco was immers helemaal geen voorzichtige belegger. Een eerste feit is dat de Arco en zijn investeringsmaatschappijen Arcofin en Auxipar wel erg veel geld investeerde in één bedrijf, namelijk Dexia.

Maar liefst 96 procent van haar middelen investeerde Arco in deze financiële instelling. Daarmee overtrad Arco alvast een basisregel die geldt voor elke goede huisvader -belegger en die ook mag tellen voor een vennootschap die werkt het spaargeld van coöperanten die een veilige belegging voorgespiegeld kregen: steeds het risico spreiden en dus investeren in meerdere ondernemingen en /of projecten.

Maar er is nog meer. Arcofin investeerde de voorbije jaren bijzonder speculatief in Dexia. Arcofin ging een langdurig, gestructureerd aankoopprogramma aan om tegen een vastgestelde prijs jarenlang aandelen van Dexia te kopen. Sinds juni 2008 was Arcofin daardoor verplicht om Dexia-aandelen te kopen tegen een veel hogere prijs dan het aandeel op de beurs waard was. Jarenlang moest Arcofin wekelijks enkele tienduizenden Dexia-aandelen kopen tegen een prijs die drie tot zelfs vier keer hoger lag dan wat er op de beurs voor een Dexia-aandeel wordt gegeven. Dat betekent een constante financiële aderlating voor de financiële holding van de christelijke werknemersorganisatie ACW.

Concreet voorbeeld: de eerste week van januari 2009 kocht Arcofin 161.336 Dexia-aandelen. Daarvoor stortte het 2.092.419 euro of 12,9 euro per aandeel. Op de beurs was een Dexia-aandeel toen 3,4 euro waard. Op deze ene transactie van iets meer dan 2 miljoen euro betaalde Arcofin op basis van de beurskoers dus meer dan 1,5 miljoen euro te veel. Een vlugge berekening leert dat Arco op die manier minstens 12 miljoen euro te veel uitgaf voor Dexia-aandelen, in vergelijking met de beurskoers.

Knack confronteerde Franci Swiggers, topvrouw van Arco, al in januari 2009 met het langlopende aankoopprogramma waarop haar investeringsmaatschappij constant verlies moest slikken. ‘Uiteraard waren we ervan overtuigd een goede zaak te doen’, luidde toen haar antwoord. ‘We hebben die contracten rond 2007 gesloten, want we mochten als referentieaandeelhouder en bestuurder gedurende lange periodes van het jaar geen Dexia-aandelen kopen omdat we dan over bevoorrechte informatie zouden beschikken. Maar we wilden toch ons belang in Dexia vergroten en dat kon via zo’n langlopende opdracht, waarbij we zeer regelmatig aandelen Dexia kopen tegen een vastgestelde prijs.’

Het verlies dat Arcofin op die verplichte aankopen moest nemen, bestempelde Swiggers toen als ‘een opportuniteitsverlies, want we zouden die Dexia-aandelen nu inderdaad ook op de beurs kunnen kopen tegen een lagere prijs’. En ze voegde er toen nog aan toe: ‘Eigenlijk interesseert die beurskoers ons als langetermijninvesteerder niet, maar we kijken er natuurlijk dagelijks naar. Dexia heeft intussen beslist om als bank back to basics te gaan en er zijn beslissingen genomen om te desinvesteren. We geloven in die maatregelen. Dat zal zich zeker ooit vertalen in een stijging van de beurskoers.’ Maar het Dexia-aandeel zou de volgende maanden alleen maar verminderen in waarde.

De langdurige aankoopprogramma’s die Arco aanging om tegen een vastgestelde prijs jarenlang Dexia-aandelen te kopen en het investeren van quasi alle middelen in één bedrijf, zodat er geen sprake was gezonde risicospreiding, doet vragen rijzen over de beleggingsstrategie van Arco. De bestuurders en de operationele top van Arco dragen dan ook zelf een verpletterend grote verantwoordelijkheid in het debacle van het financiële vehikel van de christelijke werknemersorganisatie.

Ewald Pironet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content