Johan Van Overtveldt (N-VA)

Griekenland na de verkiezingen: wat zijn de opties?

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Wie er ook wint of hoe de electorale kaarten ook geschud worden, er zal altijd uit essentieel drie opties moeten gekozen worden: aanvaarding van het tweede hulp- en saneringspakket, heronderhandeling van dat pakket of exit uit de eurozone.

Wordt het linkse kamp rond Syriza van Alexis Tsipras de grootste partij of triomfeert centrum rechts rond Nieuwe Democratie-leider Antonis Samaras? Of blijft het Griekse politieke landschap even verdeeld en onwerkbaar als na de verkiezingen van 6 mei? Ten gronde maakt het antwoord op deze vragen minder uit dan we in de aanloop naar de stembusslag in Griekenland plegen te denken. Wie er ook wint of hoe de electorale kaarten ook geschud worden, er zal altijd uit essentieel drie opties moeten gekozen worden: aanvaarding van het tweede hulp- en saneringspakket, heronderhandeling van dat pakket of exit uit de eurozone.

Optie één: aanvaarding van het tweede hulp- en saneringspakket

Dit is de optie waar de Troika (EU, ECB en IMF) van droomt. Vanuit de Griekse samenleving lijkt de steun voor deze optie erg klein. Zo er toch een parlementaire meerderheid op de been zou kunnen gebracht worden om deze optie er door te drukken, zal het sowieso een erg krappe meerderheid zijn. Los van het erg precaire karakter van een beperkte meerderheid in het Griekse parlement, dreigt er bij onverkorte aanvaarding en uitvoering van het tweede hulp- en saneringspakket snel nieuw onweer voor deze meerderheid. Waarom?

Het tweede hulp- en saneringspakket in maart overeengekomen tussen de Troika en de toenmalige Griekse onderhandelaars voorziet in omvangrijke besparingen (onder meer de afdanking van tienduizende ambtenaren), hogere belastingen en forse verscherping van de controles op fiscale en sociale fraude. Op kortere termijn zal dit de diepe recessie waar de Griekse economie nu al vijf jaar in zit verder verscherpen. Door het gebrek aan internationale competitiviteit slaagt de Griekse economie er totaal niet in om de negatieve effecten van de sanering van de interne Griekse huishouding op de economische groei te compenseren via aanzwengeling van de buitenlandse vraag naar Griekse goederen en diensten. De positieve groei-effecten van structurele ingrepen op het vlak van betere marktwerking, grotere rechtszekerheid, minder corruptie en efficiëntere overheidsdiensten werken pas op langere termijn.

Het valt te bezien in hoeverre het maatschappelijke draagvlak van de Griekse samenleving bijkomende uitdieping van de sociaal-economische ellende kan verwerken. De perspectieven terzake zijn ronduit slecht. Nieuwe stakingen en verscherpte vormen van protest zullen de slagkracht van de coalitie die voor deze optie zou kiezen volledig ondermijnen. Anarchie en chaos, nu al zo nadrukkelijk aanwezig binnen de Griekse samenleving, halen dan helemaal de bovenhand. Onvermijdelijke nieuwe verkiezingen zullen extremisme zowel ter linker- als rechterzijde enkel maar verder opstuwen.

Optie twee: heronderhandeling van het omstreden hulp- en saneringspakket

Alhoewel vanuit, onder meer, Berlijn, Wenen en Helsinki nogal scherp de boodschap weerklinkt dat de Grieken het voorliggende pakket onverkort en onverwijld moeten uitvoeren, won de heronderhandelingsoptie in de ultieme aanloop naar de Griekse verkiezingen aan aantrekkingskracht. Zowel binnen de Troika als binnen de Griekse samenleving doken steeds meer stemmen op ter verdediging van deze pragmatische aanpak. Er werd dan vooral gesproken, of beter gezegd: gefluisterd, over nog lagere rentevoeten voor Griekenland op haar schulden, over langere terugbetalingstermijnen voor de aangegane kredieten en over bijkomende inspanningen vanwege de Europese Investeringsbank inzake infrastructuurinvesteringen in Griekenland.

Deze optie roept echter ook diverse bedenkingen op. Ten eerste verandert het de Griekse problematiek niet wezenlijk, tenzij men vanuit de Troika enorm ver zou gaan inzake schuldkwijtschelding. Ook in deze optie zal de depressie blijven uitdiepen en de sociaal-economische en maatschappelijke instabiliteit binnen Griekenland verder blijven toenemen. Een tweede bedenking betreft de weerslag van de beslissing om te gaan heronderhandelen op de publieke opinie in andere eurolanden, vooral dan Duitsland. Nu al wil 68% van de Duitsers dat Griekenland de eurozone verlaat. Zelfs maar in beperkte mate gaan toegegeven op de voorwaarden gesteld in het tweede pakket zal er toe leiden dat de euro-aversie in Duitsland en nog enkele andere Noordelijke landen fors verder oploopt. Kanselier Angela Merkel riskeert een heuse opstand binnen haar eigen partij.

Een derde fundamentele bemerking bij optie twee betreft het probleem van moral hazard of morele besmetting. Ook al omwille van de manifeste voorkeursbehandeling die Spanje vorige week kreeg, zal het gedeeltelijk terugkomen op de eisen gesteld aan Griekenland zeker in Portugal en Ierland ertoe leiden dat ook die landen een heronderhandeling (lees: versoepeling) van hun programma’s zullen eisen. Gaat men vanuit die Troika niet op die eisen in dan rijst een acuut rechtvaardigheidsprobleem dat het populaire geloof in de Europese constructie verder zal aantasten. Gaat men er wel op in dan rijst een even acuut geloofwaardigheidsprobleem voor de Troika. Van een Catch 22 gesproken …

Onderdeel van het moral hazard-probleem bij nieuwe onderhandelingen met de Grieken is dat er hoe dan ook geld ter beschikking zal moeten gesteld worden want de kassa’s zijn echt wel leeg in Athene. Telkens er een bedrag doorgesluisd wordt naar Athene zullen de Griekse onderhandelaars gesterkt worden in de overtuiging dat ze misschien nog wel wat meer uit de brand kunnen slepen. Wie gaat het aandurven Griekenland echt te laten vallen als de Grieken luidop verkondigen dat ze bereid zijn om “constructief” verder te onderhandelen?

Optie drie: de exit van Griekenland uit de eurozone

Officieel is deze optie niet aan de orde. In Europa luidt het publieke discours van iedereen, inclusief Angela Merkel, dat men Griekenland in de eurozone wil houden. Ook de Amerikaanse president Obama en de top van het IMF pleiten daar sterk voor. In Griekenland kiezen enkel de communisten openlijk voor de exit. Zelfs Syriza-topman Alexis Tsipras bezwoer de voorbije dagen iedereen dat ook hij Griekenland binnen de eurozone wil houden (al deed hij dat wel genuanceerder dan vaak weergegeven in onze media).

De realiteit is evenwel dat iedereen nadrukkelijk met de exit-optie rekening houdt. Binnen de ECB en de nationale centrale banken van de eurozone werden de voorbije dagen uitgebreid plannen uitgetekend van wat er allemaal moet gebeuren bij een exit van Griekenland. Internationale banken en ondernemingen ontvouwden contingency plans voor het exitscenario. Grieken zelf zien de bui ook hangen en vluchten massaal weg met hun euros (naar het buitenland of naar de aloude matras). Alternatieve betalings- en vergoedingscircuits duiken overal op.

Een goed georganiseerde exit van Griekenland is de minst slechte optie voor Griekenland en de eurozone, ook al blijft het kostenplaatje aanzienlijk. De verarming die nu sluipend toeslaat, wordt dan onmiddellijk en brutaal zichtbaar. Kapitaalcontroles, tijdelijke banksluitingen en snelle buitenlandse hulp voor de herkapitalisatie van de banken zijn onontbeerlijk. De nieuwe drachme zou snel zwaar devalueren (+/- 50% tegenover de euro) en zodoende het internationaal concurrentievermogen van de Griekse economie herstellen. Deze actie zou, bijvoorbeeld, het toerisme in de richting van Griekenland stevig aanzwengelen. De Griekse economie zou op korte termijn komaf kunnen maken met het depressiebeest dat nu vernietigend doorheen de Griekse samenleving briest. Er blijven heel wat negationisten ten aanzien van dit perspectief. Ik verwijs hen naar de voorbeelden van Ijsland, Argentinië en nog een ganse rist andere landen met vergelijkbare ervaringen.

In kringen van het IMF en de ECB en op andere Europese beleidsfora is de vrees zeer groot dat een exit van Griekenland tot onbeheersbare besmetting leidt in de richting van landen als Portugal, Ierland, Spanje, Italië en mogelijk zelfs Frankrijk en België. Een vreemde redenering want die besmetting is vandaag al zeer acuut aan de orde. De vrees dat het dan helemaal de spuigaten uitloopt, is evenwel niet zonder grond, vooral omdat de Europese bewindvoerders er tot nu toe op het vlak van de bestrijding van de crisis binnen de eurozone een echt potje van maakten. Het is volkomen logisch dat de financiële markten er van uitgaan dat het niet anders zal lopen bij een exit van Griekenland. Wat de politici graag aanduiden als de irrationaliteit of perversheid van de markten is vaak niet anders dan het spiegelbeeld van het geknoei op beleidsvlak.

Het blijft, zo mag geconcludeerd worden, erg moeilijk om te voorspellen wat er in de eerste dagen na de verkiezingen gaat gebeuren. De eerste optie lijkt zo goed als uitgesloten. Gegeven de krachten die absoluut niet van een exit willen weten (vooral omwille van het besmettingsfenomeen), lijkt optie drie ook niet onmiddellijk te zullen worden utigerold, ook al is die exit op termijn onvermijdelijk. Blijft dan optie twee: een schimmige, zenuwachtige en bol van de onzekerheden staande heronderhandeling van het tweede hulp- en saneringspakket, met mogelijk belangrijke nieuwe beslissingen op de Europese top van eind juni. Hoe dan ook, echt goede opties zijn niet meer voor handen voor de Griekse burgers wier verarming en vernedering nog een heel stuk erger zal worden dan het vandaag al is, welke optie er uiteindelijk ook gelicht wordt.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content