Amerikaanse wetenschappers hebben een gen ontdekt dat gelinkt kan worden aan migraine. Een doorbraak in de zoektocht naar een behandeling?
Een wetenschapsteam van de universiteit van Californië onderzocht de genetische structuur van twee families die aan migraine lijden om op die manier de gemeenschappelijke genetische ‘fout’ te achterhalen. Vervolgens werd eenzelfde genetische fout bij muizen bestudeerd om zeker te zijn dat het gevonden gen effectief een sleutelrol speelt bij de kloppende hoofdpijnen.
“Het is uiteraard niet mogelijk om de sterkte van de hoofdpijn van een muis te meten”, verduidelijkt hoofdonderzoeker Louis Ptácek in het vakblad Science Translational Medicine. “Maar er zijn andere factoren die verbonden zijn aan migraine die we wel kunnen waarnemen.”
Zo bleek uit verschillende experimenten dat de muizen, net als menselijke migrainelijders, zeer gevoelig waren aan pijn, aanrakingen, licht en geluid. Daarnaast zijn de muizen met de genetische fout ook vatbaarder voor flikkerende lichten of andere visuele impulsen die migraine kunnen uitlokken.
‘Nood aan behandeling is groot’
Uit deze twee onderzoeken werd vastgesteld dat het probleem in het caseïne kinase I delta-gen zit. “Dit is het eerste gen waarvan werd aangetoond dat mutaties de oorzaak zijn van een typische vorm van migraine,” zegt professor Ptácek. “Het is een eerste blik in een zwarte doos die we voorlopig nog niet volledig begrijpen.”
En het grondig onderzoeken van dit gen kan tot een betere behandeling van migraine leiden, gaat hij verder. Want hoewel medicijnen voor migraine de symptomen bij de muizen leek te verminderen, is dit bij mensen niet altijd het geval. “De voorlopig ontwikkelde medicatie helpt slechts sommige patiënten op sommige tijdstippen”, verduidelijkt de onderzoeker. “De nood aan een grondig onderzoek van het gen en de mutaties ervan is dus nodig.”
Want hoewel migraine één op vier vrouwen en één op twaalf mannen treft, is het een relatief weinig onderzochte aandoening. Zowel de oorzaak als een potentiële behandeling werden namelijk nog niet gevonden. “Wanneer we het probleem nog beter begrijpen, kunnen we beginnen werken aan betere behandelingen. De nood aan betere therapieën is groot”, benadrukt ook professor Andrew Charles van de universiteit van Californië.
Daarnaast hoopt het onderzoeksteam dat het gen betrokken is bij de slaapcontrole. Zodat deze ontdekking ook een licht zal werpen op het verband tussen te veel of te weinig slaap en het opkomen van migraine. Want ook de link tussen slaap en migraine hebben wetenschappers tot op vandaag nog niet kunnen blootleggen. (LS)
