Ann Peuteman

‘Wanneer is je haar wassen zo gevaarlijk geworden?’

Nog nooit zijn zoveel producten kankerverwekkend, hormoonverstorend of simpelweg ziekmakend geweest. ‘Ik heb geen zin om telkens mijn hele boodschappenlijst onder de loep te nemen’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Dat is de taak van de overheid.’

Of er parabenen in zitten vraagt ze. De verkoopster van het plaatselijke Kruidvatfiliaal kijkt haar een beetje onnozel aan. Parabenen? Waar heeft ze het over? Zwaaiend met een roze flacon stapt de vrouw op de verkoopster af en even later staan ze samen over de anti-roosshampoo gebogen in een poging de veel te kleine lettertjes te lezen. Dan zie ik de vrouw de winkel uitstappen. Zonder shampoo. ‘Het risico is gewoon te groot’, zegt ze bij wijze van afscheid. Wanneer is je haar wassen in godsnaam zo gevaarlijk geworden?

‘Wanneer is je haar wassen zo gevaarlijk geworden?’

Om de zoveel maanden duiken er wel doemberichten op over stoffen die ons zonder dat we het weten ziek, depressief of onvruchtbaar maken. Zo was er onlangs die Panorama-uitzending over chemische stoffen, zoals Bisfenol A en parabenen, die onze hormonenhuishouding verstoren. Het gaat om heel uiteenlopende chemicaliën die zowat overal inzitten: in ons eten, in verpakkingen, in plastic speelgoed zelfs. Geen drinkbeker of yoghurtpotje is nog veilig. Gynaecologe en Groen-senator Petra De Sutter had het over ‘een politiek schandaal, groter dan dat van Volkswagen’. Mensen krijgen het gratis advies mee om hun baby hormoonvrije papflessen te geven, microgolfmaaltijden uit de plastic verpakking te halen voor ze worden opgewarmd, het huis geregeld te verluchten en geen cosmetica met parabenen te kopen. Vandaar de bezorgde vrouw in het Kruidvat.

Natuurlijk worden mensen bang als ze al die onheilstijdingen horen of lezen. Nog nooit zijn zoveel dagelijkse producten kankerverwekkend, hormoonverstorend of simpelweg ziekmakend geweest. Sommige berichten zijn niet veel meer dan moderne stadslegendes, andere snijden wel degelijk hout. Geen mens die er nog aan uit geraakt. Wat mag je nog kopen als je niet wil dat jij of je al dan niet ongeboren kind daar later de gevolgen van moet dragen? Zelfs een boterham eten is niet meer wat het geweest is. Hele radioprogramma’s worden gewijd aan de vraag of het wel een goed idee is om brood te eten, en zo ja: hou je het dan niet beter bij speltbrood? En groenten? Telen we die zelf of halen we ze bij de boer of van een voedselteam? Of laten we ons eens helemaal gaan en shoppen we toch nog gewoon in een supermarkt? En moet het dan bio, veganistisch of glutenvrij zijn? Een mens zou er moedeloos van worden.

‘Het lijkt wel alsof je anno 2015 pas min of meer veilig bent als je eerst je hele boodschappenlijstje door Google hebt gejaagd.’

Het is een beetje zoals met het opvoeden van kinderen: vroeger deden mensen dat gewoon, tegenwoordig moeten we eerst een halve bibliotheek doornemen en een handvol logopedisten, kinderpsychologen en andere specialisten raadplegen. Hetzelfde met boodschappen doen: het lijkt wel alsof je anno 2015 pas min of meer veilig bent als je eerst je hele boodschappenlijstje door Google hebt gejaagd. Wel, daar heb ik geen zin in. Echt niet. Ik kom zo al tijd tekort. En eigenlijk zou dat ook mijn taak niet hoeven te zijn. Ik verwacht van de overheid – of dat nu de onze of de Europese is – dat ze ervoor zorgt dat er in de winkelrekken geen producten liggen die mij of de mijnen ziek maken. Dat het geen goed idee is om al te veel vetten en suikers naar binnen te werken, weet ik ook wel, daar heb ik zelfs geen speciale taksen voor nodig. Maar een chemicus ben ik niet. Zelfs als ik bij elk product dat ik koop de kleine lettertjes zou lezen, schoot ik daar nog niet echt mee op.

Maar de overheden die ons horen te beschermen, die hebben duurbetaalde specialisten in huis die dat wel kunnen. Hoog tijd dat zij hun werk eens doen. Zoals het hoort.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content