Voedselallergie overroepen of niet?

Jan Etienne
Jan Etienne Redacteur Bodytalk

Veel mensen beweren dat ze allergisch zijn voor voedingsmiddelen. Vaak doelen ze dan op wat gerommel in hun buik of een vleugje diarree. Maar mensen met een bewezen voedselallergie zitten wel degelijk opgezadeld met een ernstig risico.

Veel mensen beweren dat ze allergisch zijn voor voedingsmiddelen. Vaak doelen ze dan op wat gerommel in hun buik of een vleugje diarree. Maar mensen met een bewezen voedselallergie zitten wel degelijk opgezadeld met een ernstig risico.

Als je gewoon afgaat op wat mensen je vertellen, lijkt bijna de helft van onze bevolking allergisch te zijn voor een of ander voedingsmiddel. In realiteit ligt het aantal bewezen voedselallergieën meer dan 10 maal lager, namelijk tussen 1,5 en 3,5% van de bevolking.

Overgevoelig, maar niet allergisch

Die andere mensen kunnen wel degelijk problemen hebben met bepaalde voedingsmiddelen. Maar dan gaat het niet om een allergie. Wel om een andere vorm van overgevoeligheid voor een voedingsmiddel.

Melkintolerantie bijvoorbeeld, is géén allergie. Want ze wordt niet veroorzaakt door een afwijkende reactie van het immuunsysteem. Mensen met melkintolerantie verteren geen melk omdat ze geen lactase produceren, een stof die melksuiker – lactose – in tweeën knipt.

Het gevolg? De melksuiker komt onverteerd in de dikke darm terecht, waar bij vergist wordt door de levensvormen die daar leven. Dat veroorzaakt echter onweer in de darmen met gasvorming wat gerommel en krampen kan veroorzaken, en met een extra ophoping van vocht wat tot diarree kan leiden.

Zulke overgevoelige reacties zijn niet aangenaam, maar ook niet gevaarlijk. Ze groeien slechts uiterst zelden uit tot een levensbedreigende toestand. Meestal kan je ook nog kleine hoeveelheden van het bewuste voedingsmiddel eten. We moeten dit probleem dus niet overroepen al kan het bij een aantal mensen flink oncomfortabel en zelfs pijnlijk zijn.

Maar nogmaals, het zijn géén allergische reacties.

Allergie is een verstoorde afweerreactie
Bij allergische reacties schiet het afweersysteem in actie tegen, helaas, onschuldige factoren zoals voedingselementen. Waarom het lichaam voedingsstoffen als gevaarlijk gaat beschouwen, is nog altijd niet helemaal duidelijk, maar het heeft ernstige consequenties.

De witte bloedcellen van het afweersysteem scheiden tijdens allergische reacties immers allerhande stoffen af. Zoals waterstofperoxide, het zeer reactieve zuurstofwater waarmee je haren kunt bleken en dat gaten schiet in de celwanden van ongewenste vijandige indringers. Zoals griepvirussen of besmettelijke bacteriën.

Maar bij voedingsmiddelen is die verdedigingsreactie niet alleen volkomen zinloos, ze lokt ook een heleboel ongewenste gevolgen uit, zoals jeuk, netelroos, zwellingen van slijmvliezen enzovoort.

Nog erger, die verdedigingsreactie loopt soms goed fout en mondt dan uit in een anafylactische shock die levensbedreigend kan worden wanneer niet snel de juiste maatregelen genomen worden. Die toestand is echt niet om mee te lachen.

Niet veel, maar toch ook weer wel

Er is dus een immens verschil in de gevaren van een allergische reactie en niet-allergische overgevoeligheden. Mensen die zonder enig medisch bewijs beweren dat ze aan een voedselallergie lijden, en zo zijn er veel te veel, gedragen zich als stoorzenders die de ware ernst van een voedselallergie ondersneeuwen.

Helaas dragen ook veel artsen daar toe bij, bijvoorbeeld door elke kramp bij baby’s aan koemelkallergie toe te schrijven en zo de ernst van allergische reacties te banaliseren. Artsen horen aandoeningen correct te diagnosticeren en te omschrijven. Niet er een goed in het oor liggend label op te kleven.

Want voedselallergie is een diagnose waar je niet lichtzinnig mee omspringt. Zelfs al treft ze gemiddeld slechts een 2 à 3% van de bevolking, dan nog gaat het om grote aantallen van mensen. In Europa alleen al minstens 17 miljoen. In Italië, Frankrijk en Duitsland samen meer dan 7 miljoen.

Bovendien neemt het probleem in omvang toe. Het aantal bewezen voedselallergieën stijgt. De sterkste stijging doet zich voor bij kinderen en jongeren, vooral voor het aantal anafylactische reacties die net het grootste risico inhouden. Het aantal opnamen voor anafylactische shocks zou de laatste 10 jaar zelfs 7 maal groter geworden zijn. Waarom is niet duidelijk, maar het is zeker reden genoeg om er meer aandacht voor te hebben.

Labeling kan beter

Meer dan 120 voedingsmiddelen kunnen allergische reacties veroorzaken. De belangrijkste voor kinderen zijn eieren, koemelk en pinda’s. Voor volwassenen zijn vers fruit en (steen)vruchten, pinda’s, noten en een aantal groenten (selder bijvoorbeeld) de belangrijkste oorzaken.

Blootstelling aan deze voedingsmiddelen vermijden is de beste oplossing om allergische reacties te voorkomen, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Onder andere omdat de labeling van veel voedingsmiddelen veel te wensen overlaat, bijvoorbeeld omdat ze vaak onleesbaar klein gedrukt zijn.

Scholen in de rats

Kinderen spenderen een groot deel van hun tijd overdag op school en het is dan ook niet verwonderlijk zo’n 20% van de allergische reacties zich daar voordoen.

Geen aangename zaak voor niemand. Want de scholen zijn echt niet goed voorbereid op het opvangen van dit probleem. Ze beschikken over weinig informatie over de maatregelen die ze kunnen of moeten nemen en vaak zijn de directie en de leerkracht ook niet op de hoogte van het probleem.

Er is dus nog heel veel werk aan de winkel.

De European Academy of Allergy and Clinical Immunology (EAACI) publiceerde vorig jaar een interessante (Engelse) brochure over dit probleem. Hier vindt u de gratis download (pdf).


Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content