Fevia, de federatie van de voedingsindustrie in ons land, zegt aan de Wereldgezondheidsorganisatie zijn steun toe in verband met het nieuwe advies over de inname van vrije suikers.
Fevia, de federatie van de voedingsindustrie in ons land, pleit voor een maatschappelijk debat over de inname van suikers. Maar dat debat moet tegelijk ook breder gaan, namelijk over het streven naar een energiebalans en een gezonde levensstijl. Fevia verwijst hiervoor naar Nederland, waar de overheid enkele jaren geleden alle betrokkenen bij deze problematiek rond de tafel heeft geroepen.
Verantwoordelijkheid
“We dragen als sector een verantwoordelijkheid inzake het aanbod van vrije suikers, dat klopt, ” zegt Nicholas Courant, woordvoerder van Fevia, “maar in het debat waar we op aandringen moet ook de vraag van de consument besproken worden en, bijvoorbeeld, de vraag welk beleid ons onderwijs voert inzake voedingsgewoonten en het stimuleren van beweging.”
Fevia zegt in een persbericht aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zijn steun toe in verband met het nieuwe advies over de inname van vrije suikers. De sectorvereniging zegt in de persmededeling ook met zoveel woorden dat “de voedingsindustrie beseft dat de totale energie-inname, inclusief die van de suikers, te hoog ligt en dat voedingsbedrijven hier mee hun verantwoordelijkheid moeten opnemen.”
Drie maatregelen
In dat verband wijst Fevia op een drietal maatregelen waaruit blijkt dat ze hun verantwoordelijkheid al opnemen. Dat gebeurt door het inzetten op innovatie (producten met lagere caloriewaarde, kleinere porties, enzovoort), het volgen van reclamecodes waarbij geen reclameboodschappen op kinderen jonger dan 12 worden uitgestuurd, tenzij voor voeding en drank met bepaalde nutritionele criteria, en het inzetten op transparante etikettering.
Op de opmerking dat een duidelijkere etikettering verplicht werd door de (nationale en/of Europese) wetgever, zegt Nicholas Courant: “De sector gaat hierbij toch ook al een stuk verder dan wat verplicht wordt, doordat de operatoren bijkomende voedingswaarde-informatie leveren (de ‘reference intakes’) op de voorkant van de verpakking. Het gaat om het percentage van de referentie-inname van een specifiek nutriënt of van de energetische waarde (kJ-kcal), per portie en voor een gemiddelde volwassene. De reference intakes of referentie-innames zijn geen objectieven, maar richtpunten. Op die manier kunnen consumenten bijvoorbeeld hun dagelijks verbruik aan verzadigde vetten of aan zout beperken.”
(Belga/TE)
