Vakantie in ijle lucht: tips tegen hoogteziekte

Nepal © Istock
Marleen Finoulst
Marleen Finoulst Arts en journalist

Een trektocht in Nepal of een bezoek aan Machu Picchu in Peru? Reizen naar hooggelegen gebieden zijn populair, maar hoogteziekte kan de pret vergallen.

Steeds meer mensen brengen hun vakantie door in het hooggebergte, en vaak landen ze meteen al met het vliegtuig op grote hoogte. Velen voelen zich na aankomst moe en suf en wijten dat aan de lange, vermoeiende reis. Ze kruipen vroeg onder de wol, maar kunnen niet slapen. ’s Morgens staan ze op met barstende hoofdpijn, die ze vervolgens toeschrijven aan de slechte nacht. Prikkelbaarheid, duizelingen en misselijkheid volgen. Meestal verdwijnen de ongemakken na enkele dagen spontaan, maar soms gaat het van kwaad naar erger.

Met de vermoeiende reis heeft het niet veel te maken, wel met de ijle lucht op grote hoogte waaraan je je in een mum van tijd moet aanpassen. Als je in Brussel het vliegtuig neemt en een dag later op 3000 meter hoogte uitstapt in La Paz of Cuzco, heeft je lichaam niet de tijd gehad om te acclimatiseren.

Dreigend zuurstoftekort

Hoogteziekte of bergziekte treft mensen die te snel naar een te grote hoogte trekken, zonder hun lichaam de tijd te gunnen om te wennen aan de ijlere lucht. Hoog in de bergen is de lucht namelijk ijler dan op zeeniveau. De zwaartekracht neemt af, waardoor de lucht minder wordt samengedrukt. Als gevolg daarvan vermindert de luchtdruk.

De samenstelling van de lucht blijft ongewijzigd, maar de partiële druk van de gassen in de lucht, waaronder zuurstof, daalt wel, en dat kan problemen uitlokken. In de lucht die je inademt, zit dan minder zuurstof. Stel dat je op 3.000 meter hoogte in de bergen wandelt. Daar bedraagt de zuurstofconcentratie 70 procent van die op zeeniveau. Op 5.000 meter is dat nog slechts de helft, op de top van de Mount Everest, op 8848 meter, nog hooguit 20 tot 30 procent.

Minder aanvoer van zuurstof naar de weefsels betekent dat je lichaamscellen minder energie krijgen. Je gaat je slecht voelen op allerlei fronten: fysiek presteren wordt moeilijker en de concentratie verslechtert. Een dreigend zuurstoftekort in de hersenen kan de hersenen beschadigen.

Tips voor trekkers en klimmers

De beste manier om hoogteziekte te voorkomen, is voldoende tijd nemen om je lichaam te laten wennen aan de ijle lucht. Boven 2500 meter zou je beter niet meer dan 300 tot 500 meter per dag stijgen. Las ook regelmatig een rustdag in, om de 500 meter klimmen bijvoorbeeld. Hoe meer rust, hoe beter. Slapen doe je altijd beter op een hoogte lager dan het hoogste punt dat je die dag bereikt hebt. Belangrijk is ook om geen alcohol te drinken (wel voldoende water om uitdroging tegen te gaan) en ’s avonds geen slaappillen te nemen. Wie zich daaraan houdt, hoeft in principe niets te vrezen. Wie op een eerdere trektocht met hoogteziekte geconfronteerd werd, kan preventieve medicatie (DiamoxR) innemen.

Er bestaan drie vormen van hoogteziekte: acute hoogteziekte, longoedeem op grote hoogte en hersenoedeem op grote hoogte. Acute hoogteziekte is veruit de meest frequente vorm. Ze komt voor bij de helft van de trekkers in Nepal die boven 4.000 meter wandelen en bij 84 procent van de reizigers die aankomen op de luchthaven in La Paz, de hoofdstad van Bolivië, gelegen op 3.860 meter.

Acute hoogteziekte verdwijnt meestal na enkele dagen rusten. Als de klachten aanhouden of verergeren, kan het gevaarlijk worden

De verschijnselen treden progressief op, doorgaans 6 tot 12 uur na verblijf boven 2.500 meter, en zijn het gevolg van een tekort aan zuurstof in de weefsels. Het meest overheersende symptoom is hoofdpijn, die verergert bij bewegen en neerliggen. Daarnaast treedt minstens één van de volgende klachten op: misselijkheid, braken, duizeligheid, vermoeidheid, slecht slapen. Men voelt zich niet goed, vaak ook wat grieperig, waardoor de hoogteziekte soms geïnterpreteerd wordt als een flinke verkoudheid. Sommige mensen vergelijken het met een zware kater. Anderen denken aan uitdroging of migraine.

Acute hoogteziekte verdwijnt meestal na enkele dagen rusten. Als de klachten aanhouden of verergeren, kan het gevaarlijk worden. Behalve felle hoofdpijn treden dan geleidelijk aan mentale verschijnselen op: een wankele stap, gedragsveranderingen en dubbel zien – tekenen van hersenoedeem (uit de hersenbloedvaten sijpelt vocht). Hersenoedeem op grote hoogte is gelukkig zeer zeldzaam, want zonder ingrijpen kan het snel evolueren naar bewustzijnsverlies, coma en dood.

De derde vorm, longoedeem, treft 0,1 tot 0,4 procent van de reizigers op grote hoogte. Het is zeldzaam, maar ook levensbedreigend. Overdreven kortademigheid voor geleverde inspanningen en vervolgens kortademigheid in rust zijn alarmtekens.

Vrouwen lopen meer risico

Vakantie in ijle lucht: tips tegen hoogteziekte
© GF

Acute hoogteziekte treft naar schatting 10 tot 25 procent van de mensen die te snel naar 2500 meter stijgen en 50 tot 85 procent van zij die verblijven op 4.500 tot 5.500 meter. Niet iedereen is even gevoelig voor het fenomeen. Voorspellende risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van hoogteziekte en boven 2.000 meter sneller dan 625 meter per dag stijgen, wonen op een hoogte onder 900 meter, een luchtweginfectie hebben, uitdrogingsverschijnselen, bloedarmoede, migraine en een voorgeschiedenis van bestralingen in de nek. Jonger zijn dan 50 jaar is een risicofactor, want voorbij die leeftijdsgrens zijn mensen minder vatbaar voor hoogteziekte. Vrouwen lopen iets meer risico dan mannen. Een goede fysieke conditie vermindert het risico op hoogteziekte niet.

Mensen met een hartziekte zien beter af van zulke trips: reizen naar gebieden boven 2500 meter zijn altijd belastend voor je hart. Het is dan raadzaam om die reisplannen vooraf met je huisarts te bespreken. Ook longlijders verkiezen beter lager gelegen vakantieoorden. Wie thuis al kortademig is, zal in het hooggebergte gegarandeerd problemen krijgen. Astma is een uitzondering, op voorwaarde dat die goed onder controle is. Diabetici moeten er rekening mee houden dat de behoefte aan insuline kan veranderen, omdat je in de bergen voortdurend inspanningen moet leveren. Overigens zijn glykemiemetertjes minder betrouwbaar op grote hoogte. Voor andere chronische aandoeningen of bij twijfel bespreek je je plannen ook het best met je arts.

Als preventieve maatregelen en medicatie niet helpen (zie kaders), en je wordt met hoogteziekte geconfronteerd, dan moet je rusten. Bij lichte hoofdpijn, het meest frequente symptoom, volstaat een eenvoudige pijnstiller, zoals paracetamol. Wijkt de pijn niet met medicatie of een dag rust, of duiken nog andere verschijnselen op, voorzie dan een extra rustdag of zoek lager gelegen oorden op. Je kunt naast pijnstillers ook acetazolamide (DiamoxR) innemen, een plaspil die het plasmavolume lichtjes doet afnemen, waardoor de rodebloedcellen geconcentreerd worden en je meer zuurstof per volume bloed vervoert.

Bij matige tot ernstige symptomen wordt soms zuurstof en cortison bijgegeven. Extra zuurstof lost de zaak niet op, maar kan erger voorkomen. Je kunt nu maar beter naar lagere gebieden gaan. Natuurlijke middeltjes, waaronder gingko biloba, worden veelvuldig gebruikt, maar ze helpen echt niet.

Tips voor vliegtuigtoeristen

Als je snel op grote hoogte aankomt – je landt bijvoorbeeld in La Paz, waar de luchthaven op 3.500 meter ligt – is preventieve medicatie aanbevolen. Het bekendste medicijn is acetazolamide (DiamoxR), een plaspil, die je het best inneemt vanaf 5 dagen voor het bereiken van 3500 meter hoogte en tot 48 uur na dit tijdstip. Milde nevenwerkingen kunnen voorkomen, zoals voosheid van de vingers, voeten en lippen, frequent plassen, misselijkheid, sufheid en een bittere smaak bij inname van koolzuurhoudende dranken.

Vliegtuigen vliegen op een kruishoogte die varieert van circa 6.700 tot 13.500 meter. Op die hoogte is de zwaartekracht kleiner, waardoor de luchtdruk daalt. In een opstijgend vliegtuig laat dat effect zich voelen in gesloten luchthoudende lichaamsholten zoals het midden- en binnenoor, de sinussen en de darmen: de lucht zet uit, met de nodige hinder tot gevolg. In de longen treedt geen volumetoename op, omdat de luchtwegen in verbinding staan met de buitenwereld.

Om de volumetoenames in gesloten lichaamsholten in de hand te houden, wordt de luchtdruk in vliegtuigen opgedreven tot een druk die vergelijkbaar is met de luchtdruk op een hoogte tussen circa 1.500 en maximaal 2.500 meter, een bovengrens die werd vastgelegd in het internationaal vliegreglement als maximale toegestane hoogte voor cabinedruk. De variatie hangt af van het type vliegtuig, de weersomstandigheden, de turbulentie en het vliegverkeer.

Vakantie in ijle lucht: tips tegen hoogteziekte
© Reuters

Hoe doen sherpa’s dat?

Straffe verhalen over sherpa’s, de dragers die zonder extra zuurstof en met zware bagage bergbeklimmers begeleiden naar de hoogste toppen van de wereld, zijn alom bekend. Dit van oorsprong Tibetaanse volk blijkt over een opmerkelijke capaciteit te beschikken om op grote hoogte zware fysieke inspanningen te leveren. Dat doen ze bovendien met een relatief lagere hemoglobineconcentratie – de zuurstof transporterende eiwitten in rodebloedcellen – in vergelijking met andere populaties die op grote hoogte leven. Tibetanen kunnen tot op 4.000 meter leven zonder verhoogde hemoglobinewaarden. Onderzoek heeft aangetoond dat ze, in vergelijking met lager wonende Tibetanen, een genetische variant dragen van een gen dat een rol speelt bij de productie van rodebloedcellen, waardoor ze op grote hoogte minder van de hemoglobinehoudende cellen produceren. Hoe ze dan wel voldoende zuurstof in hun lichaamscellen krijgen, is op dit moment nog onopgehelderd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content