Skiën met een kunstknie of -heup? Uitstekend idee

© iStock
Jan Etienne
Jan Etienne Redacteur Bodytalk

Doet sporten een kunstknie of -heup sneller verslijten of loskomen? Neen, zegt Johan Bellemans. Integendeel: beweging maakt spieren en bot sterker, en dat is wat je nodig hebt.

Een kaartje, lang geleden, een foto van een 80-jarige vrouw op ski’s hoog op de pistes ergens in de Verenigde Staten. Met als boodschap “Thank you doc. I feel fantastic”. “Daar stond ik echt van te kijken”, vertelt Johan Bellemans, orthopedisch chirurg aan het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk met een lange carrière als kniespecialist en een bijzonder goede reputatie bij topsporters. Hij had bij de vrouw 2 knieprothesen geplaatst, en nu dit. “Ik herinner me mijn verbazing, want dit had ik nooit eerder gezien. Het is ook niet wat je toen van de gemiddelde Vlaamse vrouw verwachtte (lacht). Maar het kon dus en dat zette me aan het denken. Het leerde me dat we waarschijnlijk niet al te voorzichtig moesten zijn, zoals we altijd deden.”

Dat vermoeden werd met de jaren steeds sterker voor Bellemans. “Mensen luisteren niet altijd naar ons advies. Vaak doen ze gewoon waar ze zin in hebben en vertellen ze er later over wanneer we hen eens terugzien. Zo hoorden we steeds meer verhalen van mensen die opnieuw een sportief leven gingen leiden, en tot onze verbazing bleken de meeste prothesen dat perfect aan te kunnen. Sport werd zo ook voor ons alsmaar meer aanvaardbaar. Geleidelijk aan pasten we ons advies aan die realiteit aan.”

Osteoporose

Mensen verslijten tegenwoordig sneller dan hun prothesen

Johan Bellemans

Een van de grote angsten van veel chirurgen is nog steeds een versnelde slijtage van het kunstgewricht door te veel sport. Maar daar is weinig reden meer toe, stelt Bellemans. “Vroeger gingen we uit van een slijtage van het plastic met 1 millimeter per jaar. In dat tempo was de prothese na 15 à 20 jaar versleten. De nieuwe modellen slijten nog slechts fracties van millimeters per jaar.”

Skiën met een  kunstknie of -heup? Uitstekend idee

Bellemans grijpt naar een knieprothese, een model dat de Amerikaanse Food and Drug Administration vorig jaar labelde met een levensverwachting van 40 jaar. Veel steviger soorten plastic en koppen van keramisch materiaal, zoals geoxideerd zirkonium, maken dat mogelijk. “Het slijten van de prothesen is niet langer het probleem,” stelt hij, “maar wel de kwaliteit van het bot. Mensen verslijten tegenwoordig sneller dan hun prothesen. Door osteoporose wordt hun bot te zwak en breekt het makkelijk of biedt het te weinig weerstand bij wrikbewegingen, waardoor de prothese loskomt.”

Niet talmen

Als slijtage als risico wegvalt, verdwijnt ook de reden om de ingreep zolang mogelijk uit te stellen, zoals te veel chirurgen nog doen. Bellemans: “We moeten af van de leeftijd als criterium voor ingrijpen. Het enige criterium waar het om draait, is de toestand van de knie. Als die versleten is en geen kraakbeen meer overblijft, zodat je bot op bot zit, dan zullen we een prothese plaatsen, zelfs al ben je slechts 35.”

Wachten met een kunstgewricht kan zelfs een pervers effect hebben, want mensen met ernstige artroseklachten gaan steeds minder bewegen, waardoor hun spieren sneller aftakelen. Dat spierverlies is vaak definitief, zeker bij ouderen, waardoor het voor de rest van hun dagen op hun levenskwaliteit blijft wegen. Bovendien versnelt spierverlies de evolutie naar osteoporose, terwijl mensen met sterke spieren doorgaans sterke botten hebben.

Kunstgewrichten voegen heel wat gezonde jaren toe aan een leven. Ze zijn hun geld ruim waard en de investering is snel terugverdiend.

Een ander nadeel van wachten is dat mensen met eenzijdige artrose het gezonde been meer gaan belasten, wat geregeld tot extra klachten leidt door overbelasting van spieren, pezen en gewrichten en dikwijls ook de evolutie naar artrose in dat been versnelt. Elk jaar dat je wacht is een jaar van verder aftakelen en uitstellen van plannen. Je wordt stijf en stram, je gewicht schiet omhoog en je levensfilosofie gaat kantelen; allemaal erg nadelig voor je gezondheid. Met een kunstgewricht is het makkelijker om de kwaliteit van je leven op peil te houden, om te blijven doen wat je graag doet en niet tot stilstand en veroudering veroordeeld te worden. Kunstgewrichten voegen heel wat gezonde jaren toe aan een leven. Ze zijn hun geld ruim waard en de investering is snel terugverdiend.

Frustraties

Maar dan vertelt Bellemans over de 5 tot 20% van de mensen die ongelukkig zijn met het resultaat van een knieprothese omdat ze er meer van verwacht hadden. Dat is dan weer een reden om toch niet al te onbesuisd te beslissen.

Vooral jongere mensen zijn ongelukkig, omdat hun verwachtingen hoger liggen. Soms is die ontgoocheling bijna voorspelbaar, want hoe hoger de verwachtingen, hoe groter de kans op teleurstelling, stelt Bellemans. “Een oma van 80 jaar maakt niet veel plannen meer, maar dertigers willen nog de Mont Ventoux op fietsen en marathons lopen. Objectief kunnen die jongeren veel meer dan die oma, maar subjectief komt de inlevering voor hen veel harder aan. Tegelijk zijn ze natuurlijk heel blij dat ze verlost zijn van de miserie met hun gewricht en dat ze weer mobiel zijn. Het is een moeizaam evenwicht, en soms duurt het even voor ze dat vinden.”

Wat ook meespeelt, maar meestal niet lang duurt, zijn de fellere ontstekingsreacties bij jonge mensen na de ingreep. “Hun afweer reageert veel sterker dan die van hun oudere lotgenoten en hun revalidatie duurt ook langer”, vertelt Bellemans. “Dat is ook de reden waarom wij nooit een jongere met een oudere op dezelfde kamer leggen, want we weten dat die jongeren dan hopeloos gefrustreerd raken. Hun knie doet pijn, is gezwollen en stijf, terwijl die opa naast hen bij wijze van spreken fluitend het bed uitstapt en wegwandelt. Dat lijkt karikaturaal, maar het is de realiteit.”

Een ander schrikbeeld waar artsen voor waarschuwen als hun patiënt met een kunstgewricht wil sporten, is een botbreuk rond een prothese. Terecht, want dat zijn altijd zware operaties omdat er vaak te weinig bot overblijft voor een efficiënte heling en er een megaprothese aan te pas komt, een dikke prothese die het bot vervangt. “Maar let op,” vertelt Bellemans, “want dergelijke breuken zie je vooral bij zwakke mensen met fragiele botten die weinig of niet meer bewegen. Je ziet ze veel minder bij sterke mensen die fysiek actief zijn en doorgaans veel sterkere botten hebben. Er is dus alle reden om mensen meer te doen bewegen, want beweging is een heel positieve prikkel voor bot en spieren. Stevig bot is altijd een surplus. Hoe sterker het bot, hoe beter de prothese blijft zitten.”

Veranderende inzichten

Skiën met een  kunstknie of -heup? Uitstekend idee

Blijft de vraag welke sporten de beste zijn, en ook of sommige sporten misschien beter afgeraden worden. Veel artsen oriënteren zich voor dit advies op de richtlijnen van de American Orthopaedic Society for Sports Medicine en de Knee Society. De overzichtelijke tabellen zijn heel handig in gebruik, maar steunen helaas nauwelijks op degelijk langlopend opvolgingsonderzoek en raken steeds meer achterhaald door recent werk.

Skiën is een uitstekende sport voor mensen met knie- en heupprothesen, maar golf helemaal niet.

Volgens Bellemans zijn we de fase van verbieden trouwens voorbij. Er blijven in zijn ogen weinig af te raden sporten meer over. Hij denkt aan contactsporten met brutale tackles zoals voetbal en rugby, want die vormen altijd een hoog risico voor kwetsuren, maar ook aan pivotsporten met veel korte draaibewegingen die grote torsiekrachten opwekken. Vechtsporten met fysiek contact raadt hij om dezelfde redenen liever af. Judo bijvoorbeeld kan erg zwaar uitdraaien voor knieën en heupen. Tegen vechtsporten zonder lichaamscontact die de vechtbewegingen simuleren, zoals karate, heeft hij geen bezwaar.

Bellemans ziet al een sterke evolutie van de geesten in de richting van meer aanvaarding van sport en beweging, maar beseft dat het nog even kan duren voor iedereen overtuigd is. Hij stipt bovendien aan dat advies op goede onderzoeken moet stoelen, want de realiteit draait geregeld totaal anders uit dan we verwachten.

Enkele jaren geleden bijvoorbeeld toonde een Amerikaans onderzoek met krachtsensoren in de prothesen aan dat skiën een uitstekende sport is voor mensen met knie- en heupprothesen, maar golf helemaal niet. Terwijl we net het omgekeerde verwachten, want golf, is dat niet die rustige wandelsport waarbij je af en toe een balletje wegtikt met een club? Nee dus, golf blijkt zowat de zwaarste sport voor de knie, omdat ze zeer hoge torsiekrachten opwekt. “Nu, voor mij geen probleem”, stelt Bellemans. “Mensen met een prothese mogen van mij golven, maar ze moeten de risico’s onder ogen zien en hun speelstijl aanpassen. Dat iets onschuldig lijkt, betekent niet dat het dat ook is.”

De waarschuwingen tegen te veel bewegen, zijn totaal achterhaald.

Algemene richtlijnen voor sportdeelname zijn niet makkelijk op te stellen, beseft Bellemans, omdat er zo veel verschillende omstandigheden meespelen. Zoals de vroegere ervaring in een sport, de algemene conditie, de spiercontrole en spierkracht, het lichaamsgewicht, de neiging tot risicogedrag en ga zo maar door. Het is dus elke keer zoeken en afspraken maken.

Partner Content