Het aantal Belgen met overgewicht en obesitas blijft maar stijgen, zo blijkt uit recent onderzoek. Wat doen we verkeerd?
Volgens een recent onderzoek van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) blijkt dat dat het aantal Belgen met overgewicht sinds 1998 tot 32,4 procent is gestegen, terwijl het aantal gevallen van obesitas 12,7 procent bedraagt. Nochtans heeft de dieetindustrie de laatste twee decennia niet stil gestaan. Van dure maaltijdvervangers over de diëtist tot hippe dieetapps voor je smartphone: de verschillende mogelijkheden om de kilo’s er te laten afvliegen zijn eindeloos.
Toch waarschuwen experts dat de wereldwijde obesitasepidemie van kwaad naar erger gaat. Wat doen we dan verkeerd? Waarom vindt het beleid maar geen antwoord op het probleem van de 21e eeuw?
Uit een artikel uit 2013 in het New England Journal of Medicine (NEJM) blijkt dat mythes over gewichtsverlies nogal wat bijval kennen. Volgens Tammy Chang en Angie Wang van de universiteit van Michigan zijn het net die onwaarheden die ervoor zorgen dat we er maar niet in slagen om het obesitasprobleem op te lossen. Op de academische site The Conversation zetten ze er enkele op een rijtje.
Mythe 1: zelfs kleine veranderingen in je eet- of bewegingspatroon leiden al tot een aanzienlijk gewichtsverlies op lange termijn
Tijdens een gemiddelde vrijpartij (die zowat 6 minuten duurt), verbrandt een gemiddelde man van in de 30 slechts 20 calorieën.
Helaas klopt dit niet. Kleine aanpassingen zijn gewoonweg niet voldoende omdat het lichaam in fysiologisch opzicht steeds hetzelfde gewicht probeert aan te houden. Dat betekent echter niet dat je geen kleine, gezondere keuzes moet maken, want zelfs de kleine dingen die je doet om gezond te blijven zijn van belang. Maar met één hapje minder eten zal je je gewichtsdoelen heus niet bereiken. Daar zijn grotere veranderingen in je eet- en bewegingspatroon voor nodig.
Mythe 2: het is belangrijk realistische doelen voor ogen te hebben wanneer je dieet, anders raak je gefrustreerd en verlies je uiteindelijk minder kilo’s.
Als je op dieet gaat, mik je best zo hoog mogelijk (binnen veilige en redelijke grenzen). Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat een misschien iets te ambitieus doel je gefrustreerd zal achterlaten. Integendeel, een groter doel leidt mogelijk tot meer gewichtsverlies.
Mythe 3: snel gewicht verliezen is minder efficiënt dan de kilo’s er traag te laten afgaan.
Studies hebben aangetoond dat bij het begin van een dieet het verlies van een groot aantal kilo’s geassocieerd wordt met een lager gewicht op lange termijn. Er is dus geen enkel wetenschappelijk bewijs voor de ’trage’ aanpak.
Mythe 4: een vrijpartij verbrandt ongeveer evenveel calorieën als anderhalve kilometer wandelen.
Laten we er even de cijfers bijnemen. Tijdens een gemiddelde vrijpartij (die zowat 6 minuten duurt), verbrandt een gemiddelde man van in de 30 slechts 20 calorieën. Dat is slechts 14 calorieën meer dan op de bank naar de televisie kijken. Dus wie zijn fitnessbezoekje wil vervangen door een hevige vrijpartij, denkt maar beter twee keer na. (TE)
