Seks bij hartpatiënten: nood aan informatie

Naar aanleiding van de Week van het Hart informeert de Belgische Werkgroep voor Cardiovasculaire Verpleegkunde over seks in combinatie met hartproblemen.

Naar aanleiding van de Week van het Hart (29 september tot 2 oktober) pakt de Belgische Werkgroep voor Cardiovasculaire Verpleegkunde uit met de resultaten van eigen onderzoek waaruit blijkt dat verpleegkundigen te weinig informatie verstrekken over seks in combinatie met hartproblemen, terwijl personen met een hartaandoening vaak met seksuele problemen tengevolge van hartfalen, medicatie of psychologische barrières.

Personen met een hartaandoening hebben tal van vragen over het moment waarop zij terug seksueel actief kunnen zijn, en welke seksuele activiteiten toegelaten zijn. Artsen en verpleegkundigen hebben een belangrijke rol in het informeren van de patiënten. De Belgische Werkgroep voor Cardiovasculaire Verpleegkunde onderzocht in welke mate cardiologieverpleegkundigen informatie geven aan hun patiënten over seksualiteit. In het Oktober-nummer van het medisch vakblad ‘International Journal of Clinical Practice’ verschijnt een artikel waarin de onderzoekers hun resultaten bekendmaken.

Tijdens de herfstsymposia georganiseerd door de Belgische Werkgroep voor Cardiovasculaire Verpleegkunde hebben 289 Vlaamse en 140 Waalse verpleegkundigen een vragenlijst ingevuld. 59% van de Vlaamse en 26% van de Waalse verpleegkundigen zag het als zijn/haar verantwoordelijkheid om seksualiteit te bespreken met de patiënten. 67% van de Vlaamse en 79% van de Waalse verpleegkundigen hebben het afgelopen jaar met geen enkele hartpatiënt over seksualiteit gesproken. 39% van de Vlaamse en 84% van de Waalse verpleegkundigen voelde zich onvoldoende opgeleid om deze thematiek met hartpatiënten te bespreken.

Belgische schroom

De Belgische Werkgroep voor Cardiovasculaire Verpleegkunde heeft samengewerkt met onderzoekers uit Denemarken en Noorwegen, waar de vragenlijst door Deense en Noorse cardiologieverpleegkundigen werd ingevuld. De vergelijking tussen de Belgische, Deense en Noorse verpleegkundigen toont aan dat Belgische verpleegkundigen het minste aandacht hebben voor seks bij hartpatiënten. Er bestaan dus belangrijke cultuurverschillen in het al dan niet informeren van hartpatiënten over seks.

Verwaarloosbaar risico

Wie tijdens of na een hartaandoening vragen, twijfels of problemen heeft bij het vrijen, hoeft zich daar niet over te schamen. Veel hartpatiënten worstelen ermee en dat is ook logisch. Ze maken zich ongerust over het risico op nieuwe hartincidenten tijdens seksuele inspanningen. Theoretisch neemt dat risico inderdaad wat toe, maar die toename is zeker niet onrustbarend. Slechts 0,9% van het totale aantal hartaanvallen zou volgens Amerikaanse cijfers voorkomen na coïtus. Een gezonde mens vanaf 50 jaar loopt een risico van 1 op 1.000.000 op een hartinfarct na een stevige vrijpartij van 1 uur. Bij wie eerder al een hartinfarct doormaakte, verdubbelt dat risico. Het blijft dus verwaarloosbaar klein.

Hartpatiënten die zonder pijn in de borst dagelijkse activiteiten kunnen volbrengen, zoals winkelen, tuinieren en koken, hoeven niet te vrezen dat vrijen te veel inspanning vereist. Het is wel belangrijk om het kort na het hartinfarct of de behandeling wat rustiger aan te doen in bed. Besteed veel aandacht aan knuffelen en aan het strelen van prikkelende plekjes bijvoorbeeld, en bouw de fysieke inspanning langzaam terug op. In de eerste plaats om ontspannen te genieten. Doordeweekse seks vraagt niet meer inspanning dan het oplopen van enkele trappen. (MF, Bodytalk nr.8)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content