Peter Adriaenssens: ‘Een kind weerbaar maken tegen seksueel geweld is onzin’

© Dino
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

De verhalen uit de judowereld tonen het nog maar eens aan: machtsmisbruik en seksueel grensoverschrijdend gedrag maken nog steeds onlosmakelijk deel uit van onze samenleving. Kinderpsychiater Peter Adriaenssens kijkt terug op een bewogen week: ‘Er is iets fundamenteel mis met onze gemeenschappelijke attitude.’

De campagne tegen grensoverschrijdend gedrag in de sport, die topzwemmer Pieter Timmers en de ex-judoka Ann Simons vorige week lanceerden, heeft heel wat losgemaakt. Vooral de getuigenissen in de judowereld en de klungelige manier waarop de Vlaamse judofederatie op de feiten reageerde doen denken aan de zaak rond het seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk zo’n 7 jaar geleden. Ook kinderpsychiater Peter Adriaenssens, die nauw betrokken was bij het onderzoek naar de praktijken binnen de Kerk en voorzitter was van de ‘Commissie Seksueel Misbruik in een pastorale relatie’, ziet overeenkomsten. Het zijn net die belangrijke elementen die volgens hem vandaag ontbreken in het debat over seksueel overschrijdend gedrag binnen bepaalde risico-organisaties. Zoals de vraag: ‘Waarom trekken bepaalde organisaties dit soort plegers en incidenten aan?’

Peter Adriaenssens: ‘Wat uit de analyse van de verhalen binnen de Katholieke Kerk, waar het om een heel groot aantal plegers ging, en ondertussen ook uit de incidentgroepen die we in diverse landen kennen naar boven komt drijven, is het incestueuze mechanisme dat er speelt. Het gaat altijd over organisaties die een eigen wereld opbouwen. Zo moet je enige inspanning doen om lid te kunnen worden van de groep, er zijn eigen ethische commissies en eigen regels en eerder incidenten van seksueel misbruik worden niet altijd bijgehouden. Hierdoor worden zij bijna een wereld binnen de wereld. Deze organisaties dragen daarnaast de boodschap naar de buitenwereld uit: “Wat wij doen, maakt mensen beter” en dat maakt het voor een slachtoffer moeilijker om iets op te merken wat niet ok is. Bovendien passen deze structuren allemaal strafsystemen toe zoals extra of zwaardere trainingen als je niet voldoet of het niet mogen deelnemen aan bepaalde competities. De organisaties vragen tot slot allemaal heel veel tijd en investering in hén, waardoor mogelijke slachtoffers veel minder ingebed zitten in een ruimere groep. Hoe meer je contact hebt met verschillende groepen, hoe beter je kan vergelijken met betrekking tot wat kan en niet kan.’

Er kwam heel wat reactie op de maatregelen die de Vlaamse judofederatie voorstelde om het seksueel grensoverschrijdend gedrag aan te pakken. Critici vonden het signaal niet krachtig genoeg. Hoe kan een organisatie het best reageren op dergelijke feiten?

Als er een paus blijft zeggen dat vrouwen geen gelijkwaardige positie kunnen invullen, gooi je je meest basale preventie door het raam.

Adriaenssens: ‘Men spreekt altijd over het beter opleiden van coaches tot gedragsregels en sancties. Maatregelen die alweer gericht zijn op de interne wereld. Maar heel veel situaties zouden voorkomen kunnen worden door de structuur van organisaties aan te pakken. Het is niet omdat je een gedragscode hebt, dat iedereen zich daar zomaar naar gedraagt. Je moet die organisaties veel meer opengooien en externe personen met een kritische blik binnenhalen. Mensen die van buitenaf de jongeren begeleiden en naar hen luisteren. Dat geldt niet alleen voor de sport, maar ook voor de universiteiten, de ziekenhuizen en alle andere organisaties. Dit soort openheid is nodig in deze steeds complexer wordende tijden. Elke deelnemer moet het gevoel hebben dat zijn organisatie niets te verbergen heeft. Maar als er dan bijvoorbeeld een paus blijft zeggen dat vrouwen geen gelijkwaardige positie kunnen invullen, gooi je je meest basale preventie door het raam. Het is net door alles open te gooien en zowel mannen als vrouwen van alle leeftijden erbij te betrekken dat je echte transparantie krijgt met een permanente sociale controle is. Zo maak je komaf met het ons-kent-ons-systeem. Het merkwaardige is dat iedereen het heeft over ‘sport maakt gezond’ maar als er iemand een dader van seksueel misbruik aanwijst, er ineens mensen opstaan die zeggen “Jij maakt onze club kapot”. ‘

Peter Adriaenssens: 'Een kind weerbaar maken tegen seksueel geweld is onzin'
© Photo News

Is dat ook de reden waarom, al de verhalen van judoka’s ten spijt, het in andere sporttakken momenteel oorverdovend stil blijft. Want in die sporten zullen dit soort incidenten ongetwijfeld ook voorkomen?

Ik weet dat er vandaag bepaalde andere sportorganisaties zijn die met de bibber op het lijf zitten en hopen niet in beeld te komen.

Adriaenssen: ‘We zitten nog altijd in een ‘afwachtcultuur’. Ik weet dat er vandaag bepaalde andere sportorganisaties zijn die met de bibber op het lijf zitten en hopen niet in beeld te komen. Het is opmerkelijk dat er nu zoveel aandacht naar het judo gaat, want er zijn de voorbije jaren evengoed andere dossiers gepasseerd die geleid hebben tot veroordelingen. Waarom niet alle slachtoffers spreken? Het is zo dat al deze organisaties worden omringd door een samenleving die over dit onderwerp eigenlijk ook niet zo vaardig is om daarover te praten. Mensen die naar de media stappen zijn altijd mensen die al heel wat geprobeerd hebben. Het is grof dat er dan gezegd wordt “Moet dat nu weer in de media?”. Die slachtoffers hebben allemaal al heel wat moeten doorstaan. Zo’n bekentennis leidt vervolgens tot een publieke ontkenning van de dader, wat dan weer een andere persoon de moed geeft om ook te gaan praten. En deze ketens van getuigenissen zijn we nu aan het krijgen in het judo. Maar wat er in het actuele debat ontbreekt, is een meer herstelgericht beleid. Met wat er nu gebeurt in de media, zou je als organisatie immers voor minder schrik krijgen. Je wordt gewoon afgemaakt. Dat komt omdat wij geen echt beleid hebben dat mensen aanmoedigt om erkenning te geven, wat er op zijn beurt voor zorgt dat er hulp wordt geboden. Iemand die de feiten erkent, wordt evengoed publiek afgemaakt als iemand die ze ontkent. Daarom zouden we als samenleving moeten nadenken over hoe organisaties en individuen die toegeven dat ze een probleem hebben, professionele hulp kunnen krijgen zodat bepaalde beslissingen kunnen worden genomen.’

De judotopcoach, die het meest geviseerd wordt, ontkent alles en spreekt van laster en leugens. Stel dat de man effectief schuldig is, hoe komt het dat hij geen schuldbesef heeft? Ook Roger Vangheluwe, de pedofiele oud-bisschop van Brugge, is nooit tot inzichten gekomen. Hoe verklaart u zoiets?

Daders kampen met ‘cognitieve distorsie’. Zij hebben zichzelf denkpatronen eigen gemaakt waarbinnen wat zij doen volledig normaal is,

Adriaenssens: ‘Wie nooit dergelijke feiten gepleegd heeft, kan er met zijn hoofd niet bij hoe je dit doet. Kijk als volwassene eens goed naar een kind van 9 jaar. Kan je je indenken dat je daar seks mee hebt? De meeste mensen hebben gelukkig de gezonde ingesteldheid om dat niet te kunnen. Maar vanuit die ingesteldheid denken de mensen tegelijk dat zoiets bijna niet kan gebeuren, want ze zien de persoon in kwestie voor de rest gezond functioneren. Terwijl we ondertussen uit onderzoek weten dat een dader niet hetzelfde denkt als iemand anders. Zij kampen met zogenaamde ‘cognitieve distorsie’. Zij hebben zichzelf denkpatronen eigen gemaakt waarbinnen wat zij doen volledig normaal is, dat het allemaal goedbedoeld is, dat de verantwoordelijkheid bij de jongere ligt, enzovoort. De rest van de wereld ziet het in hun ogen verkeerd. Die persoon doet gewoon het omgekeerde van wat wij doen. Vandaar ook het belang van een externe partij die de zaken gaat onderzoeken omdat je anders binnen de organisatie gedoemd bent om mee te draaien met de een of de andere.’

Een andere opmerkelijke uitspraak die de topcoach deed ter zijner verdediging was: “Ik zal zeker mijn goede naam en reputatie voor een rechter verdedigen en zie met vertrouwen uit naar een uitspraak.” Wat maakt hem zo zeker van zijn stuk in een rechtbank?

Wat justitie betreft heeft elke pleger het verhaal aan zijn kant. Ondertussen weet iedereen dat er amper een priester vervolgd is geweest.

Adriaenssens: ‘Wat justitie betreft heeft elke pleger het verhaal aan zijn kant. Ondertussen weet iedereen dat er amper een priester vervolgd is geweest. Als hij het been stijf houdt en er geen bewijzen zijn, dan heeft de pleger aan het eind van de rit justitie aan zijn kant. Dat komt net omdat we een herstelgerichte justitie missen waarbij plegers en slachtoffers aan beide kanten professioneel geholpen kunnen worden zonder dat het explodeert én met de nodige strengheid ten opzichte van de persoon die blijft ontkennen.’

Peter Adriaenssens: 'Een kind weerbaar maken tegen seksueel geweld is onzin'
© istock

De Vlaamse politieke partijen stellen voor om een bijzondere commissie in te stellen naar seksueel misbruik in de sport naar analogie met de federale bijzondere commissie die zich boog over misbruik in de Kerk. Hebben de slachtoffers daar een boodschap aan?

Zolang wij vinden dat het normaal is dat in ‘De Slimste Mens’ de ene seksistische mop na de andere mag worden verkocht, zorgen wij er met z’n allen voor dat we blind blijven voor misbruik.’

Adriaenssens: ‘Slachtoffers hebben daar zeker een boodschap aan. Het is een signaal dat wij als samenleving willen overgaan naar een andere tijd. Alleen heb ik het er wat moeilijk mee omdat dat voor elk van ons een comfortabele oplossing is: er komt ergens een commissie en die zal de klus wel klaren. Maar er is ook iets fundamenteel mis met onze gemeenschappelijke attitude. Zolang wij vinden dat het normaal is dat in bijvoorbeeld ‘De Slimste Mens’ de ene seksistische mop na de andere mag worden verkocht of reclame kan gevoerd worden met schaars geklede dames, zorgen wij er met z’n allen voor dat we blind blijven voor misbruik en grensoverschrijdend gedrag.’

Dat is een gevoel dat wellicht heel wat mensen hebben: ondanks de verhalen van seksueel misbruik in de Kerk die onze samenleving zo hebben dooreen geschud, blijft de geschiedenis zich herhalen. Waarom krijgen we dat toch niet uitgeroeid?

Adriaenssens: ‘Inderdaad. Het heeft er ook mee te maken dat heel wat van die organisaties nog steeds in de oude structuren verweven zitten waarbij mannen de macht uitmaken, de vergaderingen leiden en in het bestuur zitten. Daar hebben we nog niet bereikt wat in de samenleving volop gaande is, met name dat mannen en vrouwen gelijk vertegenwoordigd zijn op werkvloeren. Overal stellen we op dit ogenblik vast dat het doorstromen van vrouwen naar beleidsfuncties nog steeds problematisch is. De strijd tegen seksueel misbruik begint bovendien niet met meldpunten en brochures, maar bij het leren praten over seksueel “niet-misbruik”. Hoe hebben we het op een gewone manier met elkaar over het douchen of over al dan niet strakke sportkledij? Of tot waar geef je een jongere ondersteuning bij het zwemmen? Wat kan? Wat kan niet? Door te leren praten over het gewone, geef je telkens weer de boodschap “Daar is de grens!”. Daarnaast is er een grote cultuurswitch nodig, vooral in Vlaanderen, waar nog altijd veel schroom heerst in vergelijking met Nederland.’

De slachtoffervereniging ‘Wij spreken voor onszelf’ was bijzonder aangedaan door de aangekondigde maatregel van de Vlaamse judofederatie om jonge atleten weerbaar te maken. Is die reactie te begrijpen?

Wij moeten ons durven afvragen hoeveel topatleten en kampioenen we kwijt zijn omdat ze als kind gestopt zijn met trainen door bepaalde onveilige situaties.

Adriaenssens: ‘Natuurlijk! Een kind weerbaar maken tegen seksueel geweld is dan ook onzin. In de jaren 80 en 90 wilde men kinderen, waarbij er een vermoeden van seksueel misbruik was, sterker maken zodat ze daar geen schade van ondervonden. Maar we weten ondertussen dat dat op niets slaat. Als je vandaag zou zeggen “We gaan de Syriërs sterker maken tegen de bombardementen”, dan weet iedereen dat dat onzin. Welnu, seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag zijn een dagelijks bombardement. Met dat verschil dat je oorlog kan zien en de gevolgen van misbruik niet. Slachtoffers van bijvoorbeeld terroristische aanslagen worden erkend want ze hebben een zichtbaar letsel, maar slachtoffers van seksueel misbruik kunnen niets tonen en moeten zich iedere keer opnieuw verantwoorden. Mensen zeggen weleens: “Het is nu al 10 jaar geleden. Moet je dat niet vergeten?” Men begrijpt ook niet dat in 2010 plots 70-jarigen met hun verhaal over misbruik in de Kerk naar buiten kwamen. Dat komt omdat ze dat 50 jaar later nog altijd voelen in hun lijf. We hebben voldoende wetenschappelijke bewijzen die aantonen dat seksueel grensoverschrijdend gedrag de ontwikkeling van een jongere beschadigt. Wij moeten ons durven afvragen hoeveel topatleten en kampioenen we kwijt zijn omdat ze als kind gestopt zijn met trainen door bepaalde onveilige situaties.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content