Opleidingen arts-specialist KU Leuven, UGent en UA halen kwaliteitsnorm niet

© Belga

De academische opleidingen tot arts-specialist van de KU Leuven, UGent en Universiteit Antwerpen (UA) vertonen ernstige tekortkomingen wat de onderwijskwaliteit betreft.

De academische opleidingen tot arts-specialist van de KU Leuven, UGent en Universiteit Antwerpen (UA) vertonen ernstige tekortkomingen wat de onderwijskwaliteit betreft. De opleiding tot arts-specialist van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) haalt de opgelegde minimumnormen wel.

Tot die conclusie kwam een commissie van internationale experts, onder het voorzitterschap van professor Gaston Verellen, die de opleidingen heeft gevisiteerd. Dat meldt de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR) in een communiqué.

De commissie stelde bij de specialisatieopleidingen aan de KU Leuven, UGent en UA tekorten vast qua programma, de inzet van het personeel en de voorzieningen. Ook de noodzakelijke opleiding en ondersteuning van docenten en stagebegeleiders ontbreekt.

Werkweken van 80 uur

De commissie merkte op dat de balans tussen werktijd, studietijd en privéleven voor studenten vaak verstoord is door werkweken van 60 tot 80 uur, en dat in combinatie met een gebrek aan studentenbegeleiding. Bovendien ondervindt de opleiding hinder van een complex en verouderd regelgevend kader dat leidt tot conflicten over bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

De VUB greep de invoering van de opleiding specialistische geneeskunde aan om samen met het universitair ziekenhuis een aantal veranderingen door te voeren. Een gevoelige uitbreiding van de medische staf heeft tot een goede begeleiding tijdens de stage geleid, zowel voor arts-specialisten in opleiding als stagemeesters.

De commissie meent dat er nood is aan een algemeen, transparant wettelijk kader met moderne arbeidsvoorwaarden. Zo’n wettelijk kader is noodzakelijk om de bestaande beroepsopleiding compatibel en complementair te maken met de academische opleiding tot arts-specialist.

Faculteiten: ‘Visitatie kwam te vroeg’

De drie faculteiten van KU Leuven, UGent en UA benadrukken het belang van een externe beoordeling van de kwaliteit van de opleiding, maar plaatsen ook kanttekeningen bij de evaluatie. Ze zeggen dat ze hebben gekozen voor een opleiding waarin de beroepsvoorbereidende praktijkopleiding aangevuld wordt met een academische, theoretisch-wetenschappelijke opleiding.

Volgens de faculteiten zou de visitatiecommissie geen rekening gehouden hebben met een tekst van de Hoge Raad voor Erkenning van Geneesheer-Specialisten en Huisartsen waarin de integratie van beroepsopleiding en academische opleiding is opgenomen.

Ook stellen de universiteiten dat opleidingsziekenhuizen waar de arts-specialisten in opleiding stage lopen nauwelijks of geen financiële tegemoetkoming van de overheid krijgen voor hun opleidingsfunctie. Bovendien, zo luidt het, kwam de visitatie te vroeg aangezien nog geen enkele specialist in opleiding het volledige masterprogramma had doorlopen. De masteropleiding werd opgestart in het najaar 2009. De visitatiecommissie heeft dus geen oordeel kunnen vormen over het “eindproduct” van de opleiding.

De faculteiten zeggen dat ze na zelfevaluatie en bevraging van de assistenten, al verbeteringen hebben aangebracht, die ze verder zullen aanbrengen via een kwaliteits- of verbeterplan. Zo beseffen de faculteiten dat de invulling van het takenpakket voor de assistent complex is en dat een uitzuivering van hun opdrachten blijvende aandacht vraagt. (Belga/AVE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content